Bijna 700.000 vrachtwagens minder op de Brabantse wegen: nieuwe subsidie voor MCA

Het Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum Brabant (MCA) krijgt voor de komende 3 jaar een subsidie van €705.000 van de provincie. MCA zet zich al 25 jaar lang in voor slim goederenvervoer, vooral over water en spoor als alternatief voor over de weg. Mede dankzij die inspanningen, worden jaarlijks wel 670.000 vrachtwagenritten door Brabant uitgespaard.

Het is misschien wel de belangrijkste schakel in het Brabantse goederenvervoer waar de doorsnee Brabantse inwoner nog nooit van gehoord heeft. MCA, dat staat voor Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum, is dé verbindende factor tussen provincie, gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstellingen voor goederenvervoer.

De Brabantse opgaven voor het MCA zijn in de loop der jaren snel groter, complexer en belangrijker geworden. Bij de start van het MCA in 1998 werden op Brabantse terminals 50.000 containers overgeslagen op transport over water. Inmiddels is dat aantal toegenomen tot zo’n 670.000 containers per jaar. Een toename van maar liefst factor 13.

78 miljoen kilometer
Die ontwikkeling heeft een positieve impact op heel Brabant, zeker nu de filedruk toeneemt. Als al die containers niet over het water, maar over de weg werden vervoerd, had dat voor 670.000 extra ritten met een vrachtwagen gezorgd. Als je bedenkt dat een enkele reis met een vrachtwagen gemiddeld 116 kilometer bedraagt, heeft het vervoer over water dus een slordige 78 miljoen kilometers over de weg uitgespaard. Heel belangrijk voor het milieu en de bereikbaarheid van de provincie.

De exploitatiesubsidie voor MCA Brabant wordt nu dan ook met nog eens 3 jaar verlengd voor de periode van 2024 tot en met 2026. Een periode waarin het adviescentrum zich blijft inzetten voor slim goederenvervoer. Duurzaamheid, een betere bereikbaarheid en benutting van de infrastructuur door innovatie/digitalisering zijn daarbij de hoofddoelen. Net als het versterken van de samenwerking. De subsidie bedraagt in totaal €705.000.

Congres in provinciehuis
Vanwege het 25-jarig bestaan van MCA Brabant wordt op donderdag 23 november een congres gehouden in het provinciehuis. Verschillende vertegenwoordigers van gemeenten, Rijkswaterstaat en het bedrijfsleven zijn daarbij aanwezig. Ina Adema, Commissaris van de Koning in Noord-Brabant, is namens de provincie de gastvrouw van het congres.

Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

100% CO2-reductie door inzet HVO100

Samen op weg naar 100% CO2-neutraal vervoer, dat was het uitgangspunt waarmee Vanderlande en Van Berkel Logistics dit duurzaamheidsproject zijn gestart in januari 2023. Na drie kwartalen zijn de eerste resultaten bekend en erg positief. We kunnen concluderen dat we 100% CO2-neutraal containers vervoerd hebben. De besparingen worden gerealiseerd door inzet van intermodaal transport en HVO-100 brandstof.Om de CO2-uitstoot van containervervoer te compenseren wordt de uitstoot die vrijkomt door inzet van schepen en trucks en het hijsen van containers op de terminals gecompenseerd. Dat gebeurt door inzet van vier trucks die volledig rijden op HVO100 brandstof. HVO staat voor Hydrotreated Vegetable Oil. Het is een 100% organisch alternatief voor fossiele dieselbrandstof.
 
Besparingen in kaart brengen
Beide bedrijven zetten hiermee een grote stap in de transitie naar 100% CO2-reductie. HVO100 is daarbij zeker niet het eindstation. Het project krijgt de komende tijd steeds meer vorm en wordt ook voor andere logistieke klanten verder uitgerold. Zo worden op een controleerbare en transparante manier alle besparingen inzichtelijk gemaakt en toegewezen aan klanten, zoals Van Berkel nu al doet voor Vanderlande. Naast het rijden op HVO100 worden ook andere mogelijkheden onderzocht, waaronder varen en rijden op elektriciteit en/of waterstof.
 
Duurzaamheid in het DNA
Dit duurzaamheidsproject sluit aan bij het streven van zowel Vanderlande als Van Berkel Logistics om voortdurend te zoeken naar duurzame initiatieven om hun CO2-uitstoot te verlagen. Beide bedrijven spelen in op vragen van de markt door dingen anders aan te pakken omdat het innovatiever of efficiënter kan. Samen met klanten en leveranciers worden duurzame oplossingen en diensten geïmplementeerd. Het project om 100% CO2-neutraal transport te realiseren was voor beide bedrijven dan ook een vanzelfsprekende stap.
 

Dit is een artikel van Van Berkel Logistics.

15 november 2023: Online Meet-up Duurzaamheid

Terugblik:

Duurzaamheid is een hot topic en dit zal de komende jaren alleen maar toenemen. Iedereen zal zijn steentje bij moeten dragen aan een duurzame toekomst.

Wat moet je regelen voor 2024 en wat is de tijdlijn daarna?
De EU Green Deal heeft als doel een netto uitstoot van broeikasgassen van nul in 2050. Er gelden vanaf 2024 een aantal nieuwe regels en in deze online meet-up van Vijfsterren Logistiek gingen we daarover in gesprek.

Na een korte introductie van Programma Manager Nicolien Hendrickx over Vijfsterren Logistiek en DDSZ, gaf zij het woord aan Onno Smits – Logistics Engineer bij Boostlogix.
Onno gaf toelichting op de wet en regelgeving waar bedrijven mee te maken krijgen, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De CSRD wetgeving schrijft voor hoe er gerapporteerd moet worden over niet financiële informatie van een bedrijf. De regels gaan niet voor iedereen op hetzelfde moment in, maar het is verdeeld in categorieën. Voor bv. grote bedrijven die nu de NFRD rapportageplicht hebben gaat de wetgeving vanaf 1 januari 2024 in, voor kleinere bedrijven/MKB pas in 2026, maar zij kunnen al wel eerder met CO2 rapportage te maken krijgen in de samenwerking met andere partijen. Het is belangrijk dat je kijkt onder welke van de 3 scopes jouw bedrijf valt en in welke scopes jouw partners vallen.

De roadmap wetgeving begint in 2024 met CO2 berekeningen (de beschikbaarheid van de juiste data, en het berekenen en analyseren van de uitstootgegevens). In 2025 krijg je te maken met de restricties van Zero Emissie zones (voor welke steden en voertuigen geldt dit, en wat zijn alternatieven). En in 2027 komt er een CO2 belasting, waarbij je gaat betalen per kg uitgestoten CO2.

Via de groene button hieronder klik je door naar de presentatie van Boostlogix, waarin je alle details vindt. Op de slides met ’tools’ kan je klikken op de logo’s van de verschillende aanbieders voor meer informatie.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Onno via onno.smits@boostlogix.com of 06-30852700.

Daarna was het de beurt aan Lette Vrijhof – Quality & Sustainability manager bij De Rooy die ons mee nam in hun praktijkaanpak. Zij begon haar verhaal met de geschiedenis van dit 100 jaar oude familiebedrijf. Sinds 2009 richt van Rooy zich volledig op het vervoer van trucks en tractoren, waarin zij een leidende marktpositie hebben. Daarnaast is de Dakar Rally hun passie.

Bij de Rooy zijn ze volop bezig met duurzaamheid, zowel in acties als het bestuderen van de theorie. Duurzaamheid vinden zij belangrijk omdat het loont, omdat het moet en omdat het hoort.
De tips van Lette zijn;
• Begin klein, maar begin nu, want er komt veel op je af
• Het is niet de taak van 1 persoon, maar je moet het samen doen
• CSRD hoeft niet in 1 keer perfect, als je maar documenteert en kan toelichten
• Besef dat het nieuw is voor iedereen

Via de groene button hieronder klik je door naar de presentatie van de Rooy met alle details.

Zoek je inspiratie en wil je meer weten over hoe de Rooy het aanpakt? Neem dan contact op met Lette via lette.vrijhof@derooy.com of 06-57258313.

Er was mooie interactie met de aanwezigen, er de urgentie om met deze uitdagingen aan de slag te gaan is wel doorgedrongen. Dus goed om alles nu zo op een rijtje te krijgen.

Meer informatie:
Mocht je nog vragen hebben over deze bijeenkomst of dit onderwerp, neem dan contact op met Nicolien Hendrickx via nicolienhendrickx@vijfsterrenlogistiek.nl.

 

 

Stapelen van warehouses als oplossing voor het ruimteprobleem

Hoe moeten we in logistiek Nederland omgaan met de schaarste aan grond, personeel en energie? Een handvol logistiek specialisten heeft onder de naam ‘Warehouse of the Future’ een toekomstvisie ontwikkeld waarin mogelijke oplossingen worden geschetst. Eén van de oplossingen die tijdens ICT&Logistiek werd geschetst: het stapelen van warehouses.

Nu distributiecentra meer en meer onder de loep liggen in het kader van de verdozing, is de hoofdvraag hoe we de weinig beschikbare vierkante en kubieke meters beter is de hoofdvraag kunnen benutten. Nu is het merendeel van de warehouses in Nederland ingericht als reachtruckmagazijn. Dat betekent dat slechts 10 tot 20 procent van de beschikbare kubieke meters wordt gebruikt voor opslag van goederen. “En ik durf te stellen dat de benuttingsgraad in de meeste magazijnen nog onder die 10 procent ligt”, stelt Eric Hereijgers, logistiek adviseur bij St. Onge en één van de initiatiefnemers van Warehouse of the Future.

Meerlaags distributiecentrum Istanbul
De oplossing is het bouwen van meerlaagse warehouses: warehouses met drie, vier of nog meer verdiepingen. Hereijgers noemt Istanbul als voorbeeld, de miljoenenstad in Turkije waar het bouwen van eenlaagse warehouses is verboden. Hij laat het voorbeeld zien van een warehouse met vier verdiepingen. De bovenste twee zijn uitgerust als smallegangenmagazijnen met een stuk dat gereserveerd is voor automatische opslag van pallets.

De verdieping daaronder is ingericht als reachtruckmagazijn met een deel waar een miniloadsysteem is geïnstalleerd. De onderste verdieping is gereserveerd voor verschillende vervoerders, die daar de goederen van de bovenste verdiepingen ontvangen en verdelen over de verschillende routes. Herijgers: “Dat is een oplossing voor extern transport. Een andere oplossing is het creëren van docks op elke verdieping.”

Automatisering
Hereijgers pleit daarnaast voor meer automatisering en mechanisering. Daarmee kan de benuttingsgraad van de beschikbare kubieke meters een stuk worden vergroot. “Met name AutoStore-systemen zijn populair. Ook zien we steeds meer toepassingen van autonome mobiele robots (AMR’s). Punt is alleen dat die systemen meestal niet hoger zijn dan 7 tot 8 meter. Dat betekent dat we ruimte daarboven nog steeds niet optimaal gebruiken. Daarom hebben we andere concepten nodig zoals meerlaagse warehouses.”

Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

Netbeheerders presenteren recordplannen: ‘Grootste verbouwing van Nederland’

Ruim 50.000 transformatorhuisjes, meer dan 120.000 kilometer ondergrondse kabels en 70 vierkante kilometer aan hoogspanningsnetten. Het is slechts een greep uit de grootse plannen die alle netbeheerders op 1 november presenteerden waarmee het Nederlandse energiesysteem in 2050 klaar moet worden voor de toekomst.

De komende decennia gaat ons land op de schop. Bijvoorbeeld voor het verzwaren en uitbreiden van het elektriciteitsnet, het aanleggen van warmtenetten of het ombouwen en verwijderen van het gasnet. Vanaf 2025 investeren de netbeheerders jaarlijks gemiddeld 8 miljard, cumulatief 60 miljard tot en met 2030 voor de realisatie van een duurzaam energiesysteem. Een ‘enorme en cruciale opgave’, aldus Netbeheer Nederland (de brancheorganisatie van alle netbeheerders).

Overal werkzaamheden
Niet voor niets spreken de netbeheerders over een flinke ‘ruimtelijke puzzel’. Tot 2050 komen er zo’n 10.000 voetbalvelden aan bovengrondse hoogspanningsnetten bij. Met die 120.000 kilometer kabel kun je 2,5 keer de wereld rond. Willen we er in 2050 50.000 transformatorhuisjes bij hebben, dan moeten er vanaf nu dagelijks vijf à tien gebouwd worden. En dat allemaal in een land waar de ruimte beperkt is. ‘Op zee, aan de kust, langs iedere snelweg, aan de rand van iedere stad, in iedere wijk, in iedere buurt, overal zijn werkzaamheden nodig. De ruimtelijke puzzel is vaak niet op te lossen op een manier waar iedereen blij mee is’, waarschuwt Netbeheerder Nederland in zijn rapport.

Niet altijd leuk, maar noodzakelijk
Het is een toon die door het rapport weerklinkt: de uitdaging is gigantisch, niet iedereen gaat dit leuk vinden, maar het is noodzakelijker dan ooit om een gezond en duurzaam energiesysteem in de toekomst te garanderen. “Er liggen heel ambitieuze plannen”, zegt Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie Netbeheer Nederland. “Maar de vraag naar transportcapaciteit groeit sneller dan het tempo waarin de netbeheerders het elektriciteitsnet kunnen uitbreiden. Zelfs met de aangekondigde recordinvesteringen kunnen we in de jaren ’24, ’25 en ’26 nog niet alle energie-infrastructuur bouwen die er nodig is.”

Energiekosten stijgen
De investeringskosten voor deze verbouwing zijn fors en komen uiteindelijk op de energienota van de eindgebruiker terecht, schrijft Netbeheer Nederland. De verwachting is dat de energierekening tot en met 2030 met gemiddeld 70 procent stijgt. Aardgas wordt steeds duurder en de elektriciteitsprijs zal blijven schommelen.

Stabiliteit is verleden tijd
‘De stabiele gemiddelde prijzen die we gewend waren van het fossiele systeem komen niet meer terug’, zeggen de onderzoekers uit het rapport. Overdag, wanneer de zon schijnt, is de vraag nihil, terwijl ’s avonds – als mensen massaal aan het koken en elektrisch laden slaan – de vraag en prijs omhoogschieten. Daarom wordt ‘flexibilisering de norm’. Dat betekent onder andere dat er meer geïnvesteerd moet worden in accusystemen, flexibele laadmogelijkheden voor warmtepompen en laadpalen en manieren om restcapaciteit beschikbaar te maken.

Tijd om te versnellen
De netbeheerders zijn ervan overtuigd dat de grote verbouwing haalbaar is, mits we niet langer wachten en in ‘de hoogste versnelling keuzes worden gemaakt’. De netbeheerders pleiten in dat kader dat het absoluut noodzakelijk is dat de plannen voorrang krijgen bij het verdelen van de stikstofruimte. Ook willen ze samen met gemeenten kijken hoe ze het vergunningstraject voor werkzaamheden kunnen versnellen. En samen met overheden en onderwijsinstellingen wordt gekeken naar kansen om het tekort aan technisch personeel op te lossen.

Bijna klaar in 2040
Als alles volgens plan gaat moet de grote verbouwing in de periode van 2035 tot 2040 voor 80 à 90 procent klaar zijn. Als we willen dat de nationale ambities en klimaatdoelstellingen voor 2050 gehaald worden, is het namelijk noodzakelijk dat de meeste sectoren dan al bijna geen CO2 meer uitstoten.

De komende periode gaan de netbeheerders met alle betrokken partijen in gesprek om de plannen verder vorm te geven. De investeringsplannen liggen nu ter consultatie en worden op 1 januari ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM).


Dit is een artikel van Change Inc.

A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven

Informatieavonden A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 26 oktober jl. het  Voorkeursalternatief vastgesteld. Het Voorkeursalternatief is de door de initiatiefnemers gekozen oplossingsrichting. Het Voorkeursalternatief gaat uit van een verbreding naar 2×3 rijstroken tussen de knooppunten Paalgraven en Ewijk. Van 2 november tot en met 13 december kan iedereen een zienswijze indienen op de Ontwerp- Structuurvisie A50 Ewijk- Bankhoef-Paalgraven. 

Het projectteam A50 organiseert daarom op 15 en 16 november twee informatieavonden om belangstellenden te informeren over het Voorkeursalternatief, de laatste stand van zaken en de Ontwerp- Structuurvisie. Ook kunt u op deze avonden een zienswijze indienen; een zienswijze is uw reactie op het besluit en daarin kunt u aangeven met welke punten u het wel of niet eens bent (en waarom).

Informatieavonden
Belangstellenden kunnen tussen 19.00 uur en 21.00 uur op elk gewenst moment binnenlopen :

Datum:
15 november 2023
19:00-21:00 uur

Locatie
:
VidiReo Ravenstein
Van Kesselplaats 2
5371 AX  Ravenstein

Datum: 
16 november 2023
19:00-21.00 uur

Locatie: 
Mijlpaal Hernen
Tunnelpad 3
6616 AM  Hernen

Het projectteam informeert u graag over de Ontwerp- Structuurvisie en over de mogelijkheden voor het indienen van een zienswijze. Ook kunt u ter plekke een zienswijze indienen, er zit een notulist voor u klaar. Tevens geven we informatie over de stand van zaken van het project, staan we klaar om te luisteren naar wat er leeft in de omgeving en om vragen te beantwoorden.

Indienen zienswijze
Het indienen van een zienswijze kan vanaf 2 november tot en met 13 augustus. Vanaf 2 november is hierover meer informatie te vinden op: www.platformparticipatie.nl/A50EBP De zienswijzen worden voorzien van een antwoord en vastgelegd in de Nota van Antwoord. De Nota van Antwoord beschrijft wat er met de zienswijzen is of wordt gedaan. De zienswijzen en antwoorden worden vervolgens meegegeven aan de minister, ter overweging bij de verdere besluitvorming. Op deze projectwebsite vindt u hierover later meer informatie.

MIRT-verkenning A50
De A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven staat al jarenlang in de nationale file-top 10. Ook gebeuren er veel ongelukken op dit traject. Het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant werken samen aan een oplossing voor het fileknelpunt op de A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven. In de verkenning is breed gekeken naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de problemen. Ook is verkend of er andere opgaven of wensen in het gebied zijn (bijvoorbeeld rond duurzaamheid of klimaat) die te koppelen zijn aan de oplossing. Hierbij is gebruik gemaakt  van kennis, ideeën en wensen van burgers, ondernemers, weggebruikers en andere belanghebbenden in de omgeving. Graag gaan we met u in gesprek over de gekozen oplossing.


Dit is een artikel van Mirt trajecten.

_____________

Harbers trekt €365 miljoen extra uit voor verbreding A50
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten om 365 miljoen euro extra beschikbaar te maken voor de verbreding van de A50 tussen de knooppunten Ewijk, Bankhoef en Paalgraven. Dat maakt de minister op maandag in een kamerbrief bekend. Het bedrag is bijna vijf keer zo hoog als de 75 miljoen euro die aanvankelijk voor het project werd gereserveerd. 

Het ministerie verwacht dat de weg in de komende jaren “ernstige capaciteitsproblemen” zal hebben als er niets aan de weg wordt gedaan, zegt Harbers in de kamerbrief. Daarom onderzochten het Rijk, de provincie Gelderland en de provincie Noord-Brabant in de afgelopen jaren samen welke werkzaamheden de doorstroming het beste kunnen verbeteren.

Inmiddels zijn de partijen het eens over een plan van aanpak, zegt de minister in de kamerbrief. Dit plan, de zogeheten ‘ontwerp-voorkeursbeslissing’, kost volgens Harbers naar verwachting 365 miljoen euro meer dan de 75 miljoen euro die in 2020 voor het project werd geraamd. De minister heeft besloten om het geld beschikbaar te maken, maakt hij in de kamerbrief bekend.

“De toename is zeer fors, maar gezien het belang van dit project, ook voor de Nederlandse economie, heb ik gezamenlijk met de regionale partners besloten toch het benodigde budget toe te voegen aan het projectbudget”, schrijft Harbers. Volgens de minister is de kostenstijging “door meerdere factoren beïnvloed”. De gekozen aanpassingen van de weg zouden “ingrijpender en complexer zijn dan in eerste instantie leek”.

Volledige verbreding en nieuwe kunstwerken
De aanpassingen vat de minister in de kamerbrief samen. Het plan is om de volledige A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven te laten verbreden met een extra rijstrook in beide richtingen. Aan de kant van het dorp Niftrik moet een nieuwe brug komen te staan met een rijstrook voor landbouwverkeer en een rijstrook voor fietsers.

Verder is het de bedoeling dat er meerdere kunstwerken worden vervangen, waaronder het viaduct over de spoorlijn Tilburg-Nijmegen. Ook beschrijft de minister de komst van een nieuwe rotonde, verbredingen van lokale wegdelen en de aanleg van extra parkeerplaatsen en verzorgingsplaatsen.

Startdatum onbekend
In de kamerbrief wordt niet vermeld wanneer het werk of de aanbesteding begint. Volgens de projectplanning op de website van Rijkswaterstaat duurt de uitwerking van het plan naar verwachting tot 2026. Volgens dezelfde planning begint de uitvoering in 2027, maar dat jaar trok Rijkswaterstaat afgelopen mei zelf nog in twijfel. Toen vertelde woordvoerder Bert Faber tegenover Infrasite dat er een vertraging van maximaal drie jaar werd verwacht als gevolg van stikstofproblemen.


Dit is een artikel van Infrasite.

Verduurzaming vrachtwagens moet sneller om aan EU-eisen te voldoen

Lidstaten van de Europese Unie hebben ingestemd met strengere emissienormen voor vrachtwagens. Hun klimaatministers zijn akkoord gegaan met een eerder door de Europese Commissie voorgestelde wetgeving. Die wetgeving schrijft onder meer voor dat vanaf 2040 nieuw verkochte vrachtwagens 90 procent minder CO2 moeten uitstoten (ten opzichte van 2019). De normen zijn ambitieus, stelt brancheorganisatie BOVAG, en vragen bovendien om snellere actie. “De benodigde infrastructuur van laadvoorzieningen moet in de EU bijvoorbeeld wel tijdig meegroeien.”

Eerder dit jaar stelde de Europese Commissie haar strengere emissienormen voor. Naast het 2040-doel kent de wetgeving ook normen voor 2030 en 2035. In die jaren moet de CO2-uitstoot van nieuwe vrachtwagens afgenomen zijn met respectievelijk 45 en 65 procent ten opzichte van 2019. Ook werd voorgesteld om de CO2-uitstoot van stadsbussen in 2030 terug te brengen naar nul.

“Om onze doelstellingen op het gebied van klimaat en nulvervuiling te bereiken, moeten alle onderdelen van de transportsector actief bijdragen”, zei toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans daar toen over. “In 2050 moeten bijna alle voertuigen op onze wegen emissievrij zijn. Onze klimaatwet vereist het, onze steden eisen het en onze fabrikanten bereiden zich erop voor.”

Nu hebben de klimaatministers van de EU-lidstaten ingestemd met de wet. Alleen de voorgestelde norm voor stadsbussen stellen ze enigszins uit; van 2030 naar 2035. Dit werd besloten nadat (onder andere) Frankrijk en Estland lieten weten de doelstelling onrealistisch te vinden.

Eisen van transporteurs
Stijn Oosterhoff van brancheorganisatie BOVAG ziet veel redenen om optimistisch te zijn over het halen van de aangescherpte emissienormen. “Door het per 2025 invoeren van lage-emissiezones in veel Nederlandse steden zal het wagenpark verder vergroenen. Het aanbod van schone voertuigen stijgt in de volle breedte van de verschillende merken en dat zal de komende jaren blijven toenemen. Daarnaast stellen grote klanten van transporteurs en verladers steeds meer eisen aan de wijze van vervoer. Zij zullen steeds meer aan de vraag van hun klanten gaan voldoen.”

Klus voor fabrikanten
Tegelijk noemt Oosterhoff het een hele opgave om een emissiereductie van 90 procent te realiseren. “Hoewel 2040 nog ver weg is en de haalbaarheid dus moeilijk in te schatten, is het wel een ambitieus doel. Er is een versnelling nodig om dit mogelijk te maken. Fabrikanten (van vrachtwagens, red.) moeten hun productie steeds meer op schone voertuigen gaan richten, en dat kost tijd en geld. Zo zal een groot deel van de huidige capaciteit voor de bouw van dieselvoertuigen vervroegd moeten worden afgeschreven. Maar vergeet niet dat dit alleen maar kan als ook de benodigde infrastructuur van laadvoorzieningen in de EU tijdig meegroeit.”

Geld vanuit kabinet
Vorige maand maakte staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) bekend dat het demissionaire kabinet 125 miljoen euro uittrekt voor de uitrol van nieuwe waterstoftankstations en -voertuigen. Die stations zijn ideaal voor bijvoorbeeld vrachtwagens, stelde ze: “Waterstof kan hiermee echt gaan doorbreken. De belofte van waterstof is er al jaren. Zeker voor ondernemers die over langere afstanden schoon willen rijden met een zwaardere auto, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan waterstof ideaal zijn”.


Dit is een artikel van Change Inc..

Stroomnet zit vol, daarom leggen deze bedrijven hun eigen netwerk aan

Steeds meer bedrijven komen in problemen doordat het Brabantse elektriciteitsnet vol zit. Bedrijven in Veghel willen dat probleem oplossen door een eigen energienetwerk aan te leggen op de vijf plaatselijke industrieterreinen. Dat gebeurt al op meer plekken in Nederland, maar volgens woordvoerder Jos van Asten nergens op zo grote schaal als in Veghel. Ze beginnen met bedrijven die veel energie verbruiken of opwekken en al concrete plannen hebben om te verduurzamen.

Het grootste probleem waar het Veghelse bedrijfsleven mee te kampen heeft, is dat het stroomnetwerk zo vol is dat er geen ruimte meer is voor uitbreiding. “De tijd waarin dit gemakkelijk ging, is echt voorbij”, zegt Jos van Asten van Platform Ondernemend Meierijstad (POM). “Vroeger kon je dit met één bericht regelen, maar nu moet je vijf tot tien jaar wachten op je aansluiting. Bedrijven kunnen daar niet op wachten.”

Veghel is een van de grootste industrieplaatsen in Brabant. Er zitten 450 bedrijven, waaronder grote namen als Mars, Jumbo, Sligro en Vanderlande. Al deze bedrijven verbruiken aanzienlijke hoeveelheden energie:

• 70 miljoen kubieke meter gas per jaar, wat overeenkomt met het gebruik van 60.000 huishoudens.
• 380.000 MWh stroom per jaar, vergelijkbaar met het verbruik van 152.000 huishoudens.
• Dagelijks rijden er 4500 vrachtwagens heen en weer, waarvan de meeste nog steeds op diesel rijden.

Het Veghelse bedrijfsleven wil voor 2040 voor een heel groot deel zelf de energie opwekken dat het nodig heeft. “Daar zijn veel verschillende maatregelen voor nodig, zoals zonnepanelen, batterijen, een warmtenet en waterstof bijvoorbeeld”, zegt Van Asten. Uiteindelijk moet het ertoe leiden dat nog maar 30 procent van de totale energiebehoefte van het elektriciteitsnet gehaald hoeft te worden. Daarnaast moet alle energie duurzaam zijn. Aardgas wordt bijvoorbeeld vervangen door onder andere waterstof.

Maar vervolgens zorgt het overbelaste Brabantse stroomnetwerk voor problemen. Sommige bedrijven produceren aanzienlijke hoeveelheden stroom met hun zonnepanelen, maar kunnen de overtollige stroom niet aan het net leveren. Tegelijk kunnen andere bedrijven geen laadpalen installeren voor elektrische vrachtwagens, omdat die niet op het net kunnen worden aangesloten. De twee bedrijven kunnen momenteel geen stroom met elkaar delen. Dat willen ze in Veghel oplossen met een eigen elektriciteitsnet.

Slimmer en duurzamer
Een van de bedrijven die al bezig is om minder afhankelijk te worden van het stroomnetwerk is VanderLinden Building Solutions. Dat bedrijf maakt gebouwen met technische oplossingen slimmer en duurzamer. Hun kantoorgebouw staat op industrieterrein De Dubbelen.

“We stappen helemaal over op duurzame energie”, zegt Alex Pols van het bedrijf. “De grote cv-ketels verdwijnen en worden vervangen door warmtepompen.” Het wagenpark van het bedrijf moet helemaal elektrisch worden, maar er is geen ruimte meer op het elektriciteitsnet om laadpalen te plaatsen.

“De stroom wordt geleverd door zonnepanelen op de overkapping van de parkeerplaats,” vertelt Pols. “Er staat ook een grote accu om overtollige stroom op te slaan voor later.” Op deze manier wil het bedrijf minder afhankelijk worden van het elektriciteitsnetwerk. Om de stroom die overblijft, te kunnen delen met andere bedrijven, wil het bedrijf het gezamenlijke netwerk gaan gebruiken.


Dit is een artikel van Omroep Brabant op NOS.

RNOB Ondernemerstafel over duurzame bedrijventerreinen

Om bedrijventerreinen te verduurzamen is samenwerken een absolute vereiste. Samenwerking tussen de ondernemers op de terreinen zelf én met de overheden. Dat werd nog een benadrukt tijdens de RNOB Ondernemerstafel die op 4 oktober jl. plaatsvond bij de Van Berkel Groep in Veghel.

Actuele thema’s
Meer dan 50 ondernemers, ondernemerscollectieven en beleidsmedewerkers van gemeenten en provincie gingen met elkaar in gesprek over actuele thema’s als circulariteit, wateropslag en -gebruik, netcongestie en lokale energieopwekking en -opslag. Dit alles onder leiding van Roel Schutten, directeur van AgriFood Capital.

Motor van de energietransitie
Jos van Asten inspireerde de aanwezigen met de verduurzamingsaanpak van Platform Ondernemend Meierijstad (POM). In het bijzonder in reactie op de huidige netcongestie. Bij POM zijn 900 bedrijven aangesloten, samen goed voor 30.000 werknemers. Veelal familiebedrijven actief in de food, maakindustrie en logistiek. “De grote mkb is de motor van de energietransitie”, aldus Jos.

Nieuwbouw met ontwikkelruimte
Van Berkel Group is anderhalf jaar geleden verhuisd naar een hypermodern nieuwbouwpand op het bedrijventerrein Doornhoek. CEO Hein van Berkel vertelde over de verduurzamingsacties die op de nieuwe locaties zijn doorgevoerd. Zoals groene energie, wateropslag via bassins, tuinen, digitalisering en opleidingen voor werknemers. “We hebben dit nieuwe pand zo ontworpen dat er de komende 15-20 jaar ruimte voor groei en ontwikkeling is.” Samen met POM werkt Van Berkel aan de ontwikkeling van een lokaal energienetwerk.

Mogelijke oplossingen
Globemilk uit Boxmeer is eveneens een grootverbruiker van gas en elektra. Het voedselbedrijf wekt deels eigen energie op via zonnepanelen. Directeur Joost van Boxtel besprak met aanwezigen onder andere oplossingen voor bedrijven voor de energiekrapte. Deze variëren van besparen en minder voedsel verspillen, tot het elimineren van piekverbruik, zelf energie opwekken en slim delen van energienetwerken samen met omliggende bedrijven.

Na de presentaties volgde een paneldiscussie. De Ondernemerstafel werd afgesloten met een rondleiding door het bedrijf.


Dit is een artikel van RNOB.

Generatie Z binden aan jouw organisatie: zo doe je dat!

Wist je dat bijna 3 miljoen Nederlanders behoren tot Generatie Z? Deze groep, ook wel Gen Z genoemd, bestaat uit mensen die geboren zijn tussen 1995 en 2010*. Een behoorlijke groep die unieke behoeften en overtuigingen heeft. Deze unieke behoeften en overtuigingen gaan vaak gepaard met een hoop vooroordelen. Hoe zit dat precies? Wat zijn die vooroordelen? En hoe kun je als werkgever juist inspelen op de behoeften van Gen Z? We vertellen je er meer over in dit artikel.

Gen Z in een notendop
Generatie Z staat ook wel bekend als de ‘bewuste’ generatie. Ze zijn zich sterk bewust van kwesties zoals duurzaamheid en inclusie en hechten veel waarde aan persoonlijke groei en zelfexpressie. Deze generatie is volledig opgegroeid in het digitale tijdperk en kan worden beschouwd als echte ‘digital natives’. Een intrigerende groep die de toekomst in handen heeft.

Een groep met veel vooroordelen
Zoals iedere nieuwe generatie, heeft ook Gen Z te maken met veel vooroordelen op de werkvloer. Bijvoorbeeld dat deze groep (te) gefocust is op salaris, een confrontatie liever uit de weg gaat of ‘niks gewend’ is. Maar zijn die vooroordelen wel terecht? Een voorbeeld: tegenwoordig is álles online vinden, – en voor deze digitale generatie is dat al helemaal een fluitje van een cent – zo ook over salaris. Jaren terug waren organisaties en mensen een stuk minder open over deze kwestie. Door de toegenomen transparantie, is het ook een stuk makkelijker om over dit soort informatie te beschikken.

Hoe speel je hierop in als werkgever? Een paar handige tips!
Het is belangrijk om je te verdiepen in de verschillende generaties van jouw organisatie. Ken de generaties én hun verschillen. Verder kun je als werkgever aan de slag gaan met:

1. Organiseer een goede onboarding
Door voor een goede onboarding te zorgen, voelen medewerkers zich snel goed in jouw organisatie. Vooral voor Gen Z – en in de huidige arbeidsmarkt waar de banen voor het oprapen liggen – is dit erg belangrijk. Door in te zetten op een goede onboarding, voorkom je dat jouw nieuwe medewerker in deze generatie snel afhaakt en vervolgens naar een andere baan zoekt. We publiceerden hier onlangs een podcastaflevering over, beluister ‘m hier.

2. Zorg voor ontwikkelmogelijkheden
Creëer mogelijkheden zodat werknemers zich kunnen blijven doorontwikkelen. Denk aan het aanbieden van interessante opleidingen, cursussen of trainingen. Geef Gen Z een doorkijkje in wat mogelijk is in de toekomst, zodat ze een beter beeld krijgen bij wat ze kunnen verwachten.

3. Wees flexibel
Denk aan flexibiliteit in vrije dagen, vakantie, werktijden of de mogelijkheden met betrekking tot thuiswerken. Gen Z wil namelijk graag beoordeeld worden op basis van de afronding (en de kwaliteit daarvan) van een klus, in plaats van op bijvoorbeeld aanwezigheid.

4. Speel in op onderwerpen als inclusie en duurzaamheid
Duurzaamheid en inclusie zijn onderwerpen die deze generatie bezighouden. Door als organisatie in te spelen op dit soort onderwerpen, is de kans groot dat jouw werknemers zich sneller gebonden voelen aan de organisatie. Zo vergroot je hun betrokkenheid enorm.

5. Ga voor transparante communicatie
Gen Z weet hoe ze razendsnel toegang hebben tot hele uiteenlopende informatie. Ze willen weten waar ze aan toe zijn, vergelijken graag en vinden onduidelijkheid niet prettig. Door goed op deze behoeften in te spelen, voorkom je dat deze groep werknemers zich niet gehoord voelt. Doe er je voordeel mee!

*Gen Z valt volgens het ene onderzoek onder andere jaartallen dan in het andere onderzoek. In dit artikel zijn we uitgegaan van mensen geboren tussen 1995 en 2010.


Dit is een artikel van WSP Noordoost-Brabant.

Sector slecht voorbereid op zero-emissie stadslogistiek

Met ingangsdatum 2025 komen de zero-emissie zones in Nederlandse steden snel dichterbij. Tijdens het congres Zero-emissie Stadslogistiek bleek dat het overgrote deel van de logistiek dienstverleners hier slecht op is voorbereid. Belangrijkste boodschap die werd meegegeven aan de sector was: omdenken, samenwerken en vandaag beginnen!

Organisator NT had vooraf aan het congres een onderzoekje gedaan onder haar lezers. Daaruit bleek dat 75% van de respondenten nog niet of nauwelijks voorbereidingen heeft getroffen voor de zero-emissie zones die over anderhalf jaar in diverse gemeenten officieel een feit zijn. Belangrijkste reden daarvoor: het gebrek aan laadinfra.

Nog eens 32% van de ondervraagden liet weten ook niet van plan te zijn te investeren in uitstootvrije voertuigen. Niet verassend dat ook het aantal armen, dat in de zaal omhoog ging, op één hand te tellen was, toen werd gevraagd wie van de aanwezigen klaar was voor de zero-emissie zones. Toen vervolgens ook nog werd geïnformeerd naar wie er gebruik heeft kunnen maken van de Aanzet-subsidie, was het commentaar dat slechts een kwart van de vervoerders zo’n tegemoetkoming kan krijgen. Er zit namelijk onvoldoende geld in de pot. “Het overgrote deel van de vervoerders die in elektrische (zouden) willen investeren, krijgt niks. Dat creëert oneerlijke concurrentie’’, was de conclusie. Afijn, dus binnen vijf minuten na de start van het congres lagen de grote problemen al op tafel.

Ongelijk speelveld
Ook Walther Ploos van Amstel, lector City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam, deed nog een duit in het zakje. In een pitch van een paar minuten moest hij een beeld schetsen van hoe de stadslogistiek er over tien jaar, dus in 2033, uit zou zien. Zijn betoog stemde niet bepaald vrolijk.

Eén van de ontwikkelingen die hij ziet, is dat de overheid het onmogelijk gaat maken de stad in te komen. “Er is immers geen zelfrespecterende gemeente die niet autoluw of autovrij is over tien jaar. Dat betekent dat we te maken krijgen met keiharde fysieke beperkingen. De sector gaat enorme pech krijgen de komende vijf jaar. Er gaat een ongelijk speelveld ontstaan tussen ondernemers. Met diesel was er een gelijk speelveld, maar dat gelijke speelveld is er niet als het gaat om energie, ruimte, mensen, faciliteiten en toegang tot geld. Bedrijven zullen enorm worden gediscrimineerd en ik voorspel dat de kleine bedrijven zullen verdwijnen. Wil je als onderneming kans maken, dan zul je moeten gaan samenwerken in stadshubs waar je capaciteit, data en energie gaat delen. Zo ziet de toekomst eruit, een toekomst die gaat van zero-emissie naar zero impact.”

Diverse stadshubs
Minder somber maar wel eenzelfde boodschap gaven Hans Quak, senior scientist bij TNO en Bart Banning, sector banker transport en logistiek bij ABN Amro. Ook Quak ziet de stadshub als een manier om de stadslogistiek te reorganiseren. “Logistiek moet veranderen, want het één op één vervangen van de bestaande dieselvloot gaat niet werken vanwege de kosten, beschikbaarheid en een ontoereikend elektriciteitsnetwerk. De stedelijke distributiecentra (SDC’s) waarover nu wordt gepraat, zijn niet de oplossing. Een SDC is een van de antwoorden. Er moeten allerlei soorten hubs komen om de diversiteit aan goederen en diensten emissieloos de stad in te krijgen. Er moeten hubs verschijnen voor general cargo, temperatuurgecontroleerde goederen, pakketjes en express, faciliterend voor retour- en afvallogistiek. Dit alles om de vervoersstromen te verminderen.”

Gedeelde hubs
Banning is ervan overtuigd dat schaarse ruimte vervoerders dwingt tot het delen van stadshubs, als gevolg van onder meer de nog hoge drempels die elektrificatie van het stadsvervoer belemmeren. “Stadshubs betekenen een betere benutting van de ruimte en ze geven minder vervoersbewegingen en een hogere beladingsgraad. Samenwerking maakt gedeelde stadshubs rendabel.”

Ook pleit hij voor het extra ruimte geven aan koplopers om te investeren. Volgens Banning gaat 70% van de vervoerders in de stadslogistiek het logistieke proces aanpassen door de komst van de zero-emissie zones. “Daarbij wil 43% een gedeelde of eigen stadshub inzetten voor stadsdistributie. Vervoerders zien echter beschikbaarheid en betaalbaarheid van geschikte locaties als belemmering. Ruim 40% van de vervoerders geeft aan niet op tijd klaar te zijn voor de invoering van zero-emissie zones.”


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Voortgang Heesch West

Oktober 2023
Beroepsprocedure bestemmingplan Heesch West
Er is helaas nog steeds geen inzicht in de planning voor de behandeling van de beroepsprocedure op het bestemmingsplan bij de Raad van State. De verwachting van onze advocaat, die ervaring heeft met deze procedures, is dat het nog zeker tot het voorjaar van 2024 zal duren voordat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak doet.

De verkoopprocedure start pas als het bestemmingsplan onherroepelijk is en daarna is er ook nog bouwplanontwikkeling nodig. Dat betekent waarschijnlijk dat er op zijn vroegst in 2026 bedrijfsgebouwen in gebruik kunnen worden genomen. Mede door het ontbreken van vestigingsalternatieven voor bedrijven hopen we verdere vertraging zoveel mogelijk te beperken.

Voorbereidende werkzaamheden en onderzoek
De meeste gronden en gebouwen in het ontwikkelgebied zijn (meer of minder recent) aangekocht en worden zoveel mogelijk tijdelijk verder geëxploiteerd. Door de langlopende planvoorbereiding gaat de kwaliteit van de huidige gebouwen in het gebied achteruit. Als er op het gebied van openbare orde, veiligheid en/of milieu noodzaak is, kunnen sanerings- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd vooruitlopend op de definitieve vaststelling van het plan. Verder zullen ook regelmatig inmetingen en onderzoeken plaatsvinden. Omdat de beroepsprocedure tegen het bestemmingsplan nog loopt, worden er nog geen grootschalige werkzaamheden uitgevoerd.

Energieconcept Heesch West
Het energienetwerk in onze regio is nog niet goed ingericht op de hoeveelheden stroom die nodig zijn als bedrijven meer elektriciteit gaan gebruiken en er meer duurzame energie wordt opgewekt. Tennet, beheerder van het hoogspanningsnet in Nederland, en de netbeheerders staan voor grote investeringen.

Heesch West zet bij de ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein in op slimme oplossingen op het gebied van elektriciteit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan individuele en/of collectieve optimale duurzame opwekking, opslag van energie en beheersing van de energiebehoefte. We werken toe naar een smart energy hub. Hierin worden verschillende energiestromen optimaal benut in een zoveel mogelijk decentraal netwerk. Een oplossing voor de volle elektriciteitsnetten die onder andere ontstaan zijn door de toename van de productie van duurzame energie. Door inzet van slimme energieoplossingen borgen we een innovatieve én robuuste energievoorziening. Een belangrijke opgave die goed aansluit bij de duurzame ambities van Heesch West.

_____________

April 2023
In eerdere berichtgeving is gemeld dat verschillende partijen beroep hebben ingesteld tegen het bestemmingplan Heesch West dat in 2022 door de gemeenteraden is vastgesteld. Het zal naar verwachting nog zeker tot voorjaar 2024 duren voordat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State tot een uitspraak komt.

De verkoopprocedure start pas als het bestemmingsplan onherroepelijk is en daarna is er ook nog bouwplanontwikkeling nodig. Dat betekent waarschijnlijk dat er op zijn vroegst in 2026 bedrijfsgebouwen in gebruik kunnen worden genomen. Mede door het ontbreken van vestigingsalternatieven voor bedrijven hopen we verdere vertraging zoveel mogelijk te beperken.

Voorbereiden
De Gemeenschappelijk Regeling bereidt zich verder voor op de beoogde realisatiefase. In de afgelopen maanden zijn er bijvoorbeeld weer een aantal verwervingen gerealiseerd die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein met het oog op de infrastructuur.

Een andere belangrijke stap is dat er werk gemaakt wordt van het ontwikkelen van een robuust en duurzaam ‘slim’ energieconcept, waarmee op een passende manier kan worden omgegaan met de ook in de provincie Noord-Brabant actuele netcongestie (meer vraag naar elektriciteit dan het netwerk aan kan). Tegelijkertijd krijgen de duurzame ambities van Heesch West zo concrete invulling.

Landschapsinrichting
Verder is de Gemeenschappelijke Regeling aan de slag met het ecologisch activiteitenplan als aanvulling op doorlopende inventarisaties. Hierin wordt geregeld hoe met de voorgestelde landschapsinrichting en aanvullende ecologische maatregelen de aanwezige natuurwaarden zoveel mogelijk worden behouden, gemitigeerd en mogelijk ook kunnen worden versterkt. Het activiteitenplan beschrijft maatregelen voor de uitvoeringsaanpak en -planning en is de basis voor ontheffingen in het kader van de Wet Natuurbescherming. Naast de formele afstemming met de Omgevingsdienst als bevoegd gezag biedt het plan ook handvatten om met Heesch West en mogelijk belangstellende (landschaps-)partijen inrichting en beheer verder te bepalen.

Inzet is om in de tweede helft van het jaar zowel de omgeving als bedrijven meer inzicht te kunnen geven en te consulteren in de concrete uitvoeringsaanpak en planning van de gebiedsontwikkeling.

Planontwikkeling Cereslaan-West
De gemeente Bernheze publiceerde in januari het ontwerpbestemmingplan Cereslaan-West. Het gaat hier om een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein van in totaal 5 hectare. De Gemeenschappelijke Regeling Heesch West geeft hier 3 hectare van uit. De maximale milieucategorie is 3.2. Het kavelaanbod varieert van 1.000 tot 5.000 m2.

Inloopavond
Tijdens een drukbezochte inloopavond in De Pas op 31 januari kwamen veel bewoners en ondernemers uit de omgeving om zich te laten informeren over de plannen en de effecten van de uitbreiding op bijvoorbeeld het verkeer. Daarnaast waren er veel (lokale) ondernemers die concreet geïnteresseerd zijn in vestiging op het bedrijventerrein. Het betreft vaak ondernemers uit de omgeving die willen doorgroeien naar een eigen bedrijfskavel. Veelal betreft het ondernemers die nu in een krappe en soms onzekere huursituatie gevestigd zijn en perspectief zoeken op een eigen kavel. De belangstelling overstijgt het beperkte aanbod dat met het plan beschikbaar komt ruimschoots. De Gemeenschappelijke Regeling Heesch West moet prioriteren en ontwikkelt hiervoor een uitgiftstrategie die aanvullend is op de uitgiftestrategie van het regionale bedrijventerrein.  

Vervolg
Op de publicatie van het ontwerpbestemmingsplan zijn in totaal 4 zienswijzen ontvangen. De gemeente Bernheze en de Gemeenschappelijke Regeling Heesch West stemmen dit voorjaar de reacties, met mogelijke aanpassingsvoorstellen, af. Het streven is om de vaststelling van het bestemmingsplan Cereslaan-West na de zomer bij de gemeenteraad Bernheze op de agenda te hebben.

_____________

Januari 2023
Na goedkeuring van het bestemmingsplan Heesch West in de gemeenteraden Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss en publicatie van het plan, volgde een beroepstermijn. Deze eindigde op 28 april van dit jaar en er zijn 30 beroepschriften ingediend. Door capaciteitsproblemen, het complexe plan en het aantal beroepschriften is er bij de Raad van State vertraging opgetreden bij de behandeling.

De Crisis- en herstelwet is van toepassing op de procedure van dit bestemmingsplan, maar de termijn van 6 maanden die hiervoor staat wordt niet gehaald. De verwachting is dat de Raad van State pas in het voorjaar van 2024 uitspraak zal doen. De betrokken gemeenten waren eind september pas op de hoogte van het aantal en de inhoud van de beroepschriften. De vertraging houdt in dat het bestemmingsplan ook pas op een later moment onherroepelijk kan worden en dus ook de verkoop van kavels wordt vertraagd.

De provincie Noord-Brabant heeft ook een beroep ingediend dat zich richt tegen de uitsluiting van een mestfabriek op het bedrijventerrein. De betrokken gemeenten zullen zich hiertegen verweren bij de Raad van State. Gezien die procedure is het nu niet wenselijk om hier inhoudelijk verder op in gegaan. Wel benadrukt de GR dat ze het betreurt dat de provincie dit beroep heeft ingediend. Dit leidt begrijpelijk tot zorgen bij omwonenden en geïnteresseerde bedrijven.

Praktisch verandert het beroep niets aan de beoogde grondverkoop voor het bedrijventerrein. De gronden zijn in het bezit van de GR en het uitgiftebeleid van de GR komt tot stand in afstemming met de gemeenten. Er wordt geen grond aangeboden aan een mestfabriek, ook niet als  het beroep van de provincie bij Raad van State zou slagen.

Belangstelling
De belangstelling voor kavels is groter dan het aanbod. Het gaat vooral om regionale bedrijven die zich op Heesch West willen vestigen. In de regio zijn verder nauwelijks alternatieven voor middelgrote en grote bedrijven.

_____________

Ontwerp bestemmingsplan Cereslaan-West
Cereslaan-West betreft de uitbreiding tussen A59 en het huidig bedrijventerrein / de Bosschebaan. Het Ontwerp bestemmingsplan voor deze uitbreiding ligt nu ter inzage. De totale uitbreiding betreft 5 hectare. Hiervan is ruim 3 hectare door de Gemeenschappelijke Regeling Heesch West uit te geven. Er komen kavels die variëren van 1.000 tot 5.000 vierkante meter.

Het plan
Het ontwerpbestemmingsplan voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Cereslaan-West is gepubliceerd. De uitbreiding sluit direct aan op het bestaande bedrijventerrein. De grens aan de noordkant van het terrein wordt gevormd door de verlengde Bosschebaan (deze nieuwe wegverbinding wordt aangelegd vanwege de ontwikkeling van regionaal bedrijventerrein Heesch West). Dit is tussen de Cereslaan (ter hoogte van de afrit A59) en de bestaande Bosschebaan richting het regionaal bedrijventerrein en verder.

Met deze uitbreiding krijgt het bedrijventerrein een modern en duurzaam gezicht naar de A59. Het terrein biedt vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige, lichte bedrijvigheid (tot maximaal milieucat. 3.2). Ook voorziet het plan in een zorgvuldige inpassing en aansluiting van bestaande verkeersroutes (ook voor langzaam verkeer als fietsers) en inritten aan de randen van het bedrijventerrein.

Waterstructuur
Met het plan wordt een toekomstbestendige waterstructuur voor zowel de voorgenomen terrein uitbreiding als voor het bestaande bedrijventerrein Cereslaan-West geborgd. Verder is er aandacht voor inpassing en deels versterking van aanwezige groenelementen.

Gemeenschappelijke Regeling Heesch West
Initiatief en realisatie van het voorliggende uitbreidingsplan voor Cereslaan-West wordt verzorgd door de Gemeenschappelijke Regeling Heesch West (het samenwerkingsverband van de gemeente Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss, die ook verantwoordelijk is voor het regionaal bedrijventerrein Heesch West en hiermee samengaande ontwikkelingen).

Officiële documentatie
Het ontwerpbestemmingsplan en onderzoeken die betrekking hebben op Cereslaan-West zijn op de website ruimtelijkeplannen.nl opgenomen, zoals het beeldkwaliteitsplan voor het terrein.

Inloopavond 31 januari
Wilt u meer weten over de plannen en effecten van bedrijventerrein Cereslaan- West? Op 31 januari vindt een inloopavond plaats bij De Pas in Heesch. Deze start om 19.00 uur en zal duren tot 21.00 uur. Er is onder andere aandacht voor het plan, de vestigingsmogelijkheden, het proces en omgevingsthema’s zoals verkeer en geluid. Belangstellenden zijn van harte uitgenodigd om hun vragen te stellen bij de verschillende informatietafels.

Vragen
Heeft u vragen naar aanleiding van de publicatie van het bestemmingsplan dan kunt u die via info@heeschwest.nl stellen.

_____________

Ontwerpbestemmingsplan Cereslaan-West in januari
De Gemeenschappelijke Regeling Heesch West bereidt, als zelfstandig plan, de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Cereslaan West voor. Het betreft een uitbreiding tussen A59 en het huidig bedrijventerrein/de Bosschebaan. Voor dit plan wordt een ontwerpbestemmingsplan opgesteld, waarbij verschillende omgevingsonderzoeken worden uitgevoerd. In verschillende omgevingsonderzoeken die eerder voor Heesch West werden gehouden, is al rekening gehouden met deze ontwikkeling. Verwacht wordt dat het plan na de zomervakantie voor bestuurlijke behandeling in de gemeente Bernheze wordt aangeboden. Op basis van het planvoorstel wordt ook de nabije omgeving verder geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld zienswijzen op het plan in te dienen.   

_____________

Anticiperen op energieschaarste
Netbeheerders Tennet (landelijk) en Enexis (regionaal) maakten in juni bekend dat er energieschaarste is in de provincies Brabant en Limburg. Met betrekking tot Heesch West is er al langere tijd afstemming met Enexis en het plan zit ook in de investeringsplannen van de regionale netbeheerder.

Deze schaarste vraagt om investeringen in het net en goede afstemming als het gaat om oplossingen als duurzame lokale opwekking. Belangrijk in verband met de duurzame ambities en mogelijkheden van Heesch West. De afstemming over de aanpak en uitwerking hiervan is in volle gang en samen met betrokken partijen wordt gewerkt aan passende oplossingen. Als het nodig is, zal de Gemeenschappelijke Regeling dit verder uitwerken in de uitgiftevoorwaarden en het parkmanagement.

Dit zijn artikelen van Heesch West.

Nicolien Hendrickx: ‘Samen de grote transities toekomstbestendig realiseren’

In ‘De Barometer’ van Bedrijvig Online beoordelen vertegenwoordigers van overkoepelende brancheorganisaties het ondernemersklimaat in Noordoost-Brabant. In deze editie het oordeel van Nicolien Hendrickx, programma manager van Vijfsterren Logistiek.

Hoe gaat het met het ondernemersklimaat in NO-Brabant?
“De regio kenmerkt zich door hardwerkende en zelfredzame ondernemers. Het is een roerige en wat onzekere tijd en toch blijven ondernemers kansen zien en naar de lange termijn kijken. Met name de diversiteit aan bedrijven en sectoren zorgt ervoor dat mindere resultaten in de ene sector, gecompenseerd kunnen worden door betere resultaten in andere sectoren. Dit zorgt voor een redelijk stabiele economische situatie. Ook de aanwezigheid van het grote aantal familiebedrijven die echt naar de lange termijn kijken en minder ‘van slag raken’ door de dynamiek van alle dag draagt hieraan bij.”

Wat zijn de grootste uitdagingen die jullie zien?
“Met de beschikbare mensen en middelen een zo goed mogelijke logistieke dienst vervullen tegen acceptabele kosten en zo min mogelijk uitstoot is de uitdaging. Dit vraagt onder andere om digitalisering van processen, verduurzaming van panden en vervoersmiddelen, sterke samenwerking, maar ook een goed vestigingsklimaat. Voldoende personeel dat ook in de regio kan werken en ruimte voor ontwikkeling van hier reeds gevestigde logistieke bedrijven is daarvoor van groot belang. Een belangrijke externe factor is de spanning tussen het imago van de sector en de druk en de veeleisendheid die consumenten hebben ten aanzien van product beschikbaarheid en leveringen.”

Waar liggen de kansen?
“Er is ontzettend veel kennis beschikbaar bij partners, collega’s, klanten en concurrenten. Als we die kennis bij elkaar brengen, is het veel eenvoudiger om tot oplossingen te komen op het gebied van duurzaam vervoer, personeel en nieuwe investeringen. We hebben elkaar nodig en kunnen samen de grote transities toekomstbestendig vormgeven, inrichten en realiseren.”

Welk advies geven jullie ondernemingen in onze regio?
“Denk niet dat je er alleen voor staat. Vrijwel alle ondernemers worstelen met dezelfde uitdagingen. Zoek elkaar op, stel een hulpvraag, deel kennis, laat je inspireren en ga samenwerken. Samen kennen we heel veel mensen met heel veel oplossingen en goede praktisch uitvoerbare ideeën.”


Dit is een artikel van Bedrijvig Online.
Je vind het artikel ook in Bedrijvig Magazine (Oss/Maashorst/Meierijstad) op pagina 9.

15 november 2023: Online Meet-up Duurzaamheid

Duurzaamheid is een hot topic en dit zal de komende jaren alleen maar toenemen. Iedereen zal zijn steentje bij moeten dragen aan een duurzame toekomst. En daar gaan wij graag met jou over in gesprek!

Wat moet je regelen voor 2024 en wat is de tijdlijn daarna?
CSRD-plichtige bedrijven moeten in Europa vanaf 1 januari 2024 transportemissies rapporteren als gevolg van het klimaatakkoord. Voor kleine bedrijven volgt deze regeling een jaar later. Dit geldt ook voor bedrijven die transport uitbesteden. En voor bedrijven met meer dan 100 werknemers komt de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM). En dit zijn nog maar 2 van de regelingen die in 2024 al starten.

Verlader bepaalt?! Of samen aan de lat voor een juiste rapportage?
Het goed in kaart brengen en registreren van de CO2 uitstoot in de hele keten en wie voor welk deel hiervan verantwoordelijk is, is van groot belang.
Welke keuzes maak jij? En wat gaat je klant jou vragen? Hoe kom je samen tot de beste oplossingen?

In deze online meet-up:
• Een introductie van de achtergrond binnen DDSZ & Boostlogix door Onno Smits
• De wet- en regelgeving in het kort
• De tijdlijn in beeld; wat komt er nu al op je af, wat moet je er de komende jaren mee en hoe ga je dat doen?
• Wat is de rol van data is bij verduurzaming
• De dialoog met de klant (waar landen de kosten?)


Een voorbeeldslide van de scan van Boostlogix.

• Voorbeelden van bedrijven die net gestart zijn met verduurzaming en bedrijven die al geruime tijd bezig zijn;
Lette Vrijhof – Quality & Sustainability manager bij De Rooy ons mee zal nemen in hun praktijkaanpak. Welke stappen heeft De Rooy al gezet en hoe gaan zij om met de wensen & eisen van klanten?

Laat je inspireren en praat mee tijdens deze online meet-up!

Datum:
Woensdag 15 november 2023
8:00-9:30 uur
 
Locatie:
Online via Teams
 
Aanmelden:
Je kan je aanmelden via onderstaande groene button.
 


Heb je je aangemeld? dan kan je via deze link het event in Teams bijwonen.

Meer informatie:
Mocht je nog vragen hebben over deze bijeenkomst of dit onderwerp, neem dan contact op met Nicolien Hendrickx via nicolienhendrickx@vijfsterrenlogistiek.nl.

Logistieke optimalisatie als antwoord op structurele personeelstekorten

De structurele personeelstekorten bezorgen ondernemers veel hoofdpijn. En een oplossing op de korte termijn hiervoor lijkt allerminst eenvoudig. Maar er is ook een andere manier om tegen de factor ‘arbeid’ aan te kijken. “Misschien focussen we ons te veel op het missen van medewerkers, terwijl we ook naar de bron van arbeid kunnen kijken. Dit kan interessante inzichten bieden”, tipt bedrijfsadviseur Arjen Lagerweij van evofenedex.

Terwijl de waan van de dag regeert, worden ondernemers bijna dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van de personeelstekorten, de vergrijzing, een hoog ziekteverzuim en een hoge werkdruk. Daarbij realiseren steeds meer bedrijven zich dat harder roepen om personeel geen duurzame oplossing is.

Volgens Lagerweij is het een kwestie van ‘en-en’: “Daarom kan het raadzaam zijn om op de korte termijn anders tegen de factor ‘arbeid’ aan te kijken. Hier zitten veel quickwins waar je vaak direct van kunt profiteren. Denk hierbij aan het efficiënt organiseren van het werk of aan het implementeren van technologische middelen om de productiviteit te verhogen.”

Omdenken
Volgens Lagerweij vraag het een staaltje ‘omdenken’ om slimmer te werken. “De klantvraag is de bron waaruit arbeid ontstaat. Als de klantvraag duidelijk is, kun je zoeken naar een oplossing om de vraag naar arbeid aan te passen. Of kijken hoe je taken anders kunt organiseren. Daarna kan er gekeken worden wat digitalisering en robotisering daaraan kunnen bijdragen.”

8 verspillingen
Om omdenken te activeren in een bedrijf, is het nodig om op afstand te gaan staan van de huidige wijze van het bedienen van klanten en van de wijze waarop dit georganiseerd wordt. Om bedrijven hierbij te helpen, hebben we vanuit de ‘lean agile-gereedschapskist’ 8 verspillingen gekozen die hen daarbij kunnen helpen. Dit zijn verspillingen waarmee veel winst te behalen is om de factor ‘arbeid’ te verminderen. Enkele voorbeelden hiervan:

Wachttijden reduceren. Denk hierbij aan het wachten van een orderverzamelaar op een inruimer die het magazijn aanvult. Of medewerkers die op elkaar wachten op dat drukke punt in je magazijn. Bijvoorbeeld waar alle snellopers staan, waar de orderbonnen moeten worden opgehaald of waar de foliewikkelaar staat. Meer voorbeelden om wachttijden te verminderen.

Bewegingen reduceren. Denk hierbij aan het verkorten van bewegingen op de werkplek bij het verpakken. En aan zo min mogelijk lopen of rijden om de orders te verzamelen (meerdere orders tegelijk, juiste stapelvolgorde en ABC-indeling). Meer voorbeelden om bewegingen te verminderen.

Je zult versteld staan van de besparing op arbeidsuren die te realiseren is door anders te kijken naar de processen en naar de organisatie daaromheen.

Digitalisering als hulpmiddel
Naast efficiënter inrichten van processen en verminderen van verspillingen, kan digitalisering ook een handig hulpmiddel zijn om arbeidsuren te besparen. Nu zijn er natuurlijk ook tekorten in de ICT-wereld, dus niet alle digitaliseringswensen kunnen direct vervuld worden. Toch zitten de meeste bedrijven op bergen van data en hebben ze slimme software in huis die ze onvoldoende gebruiken om kostbare arbeidsuren slimmer in te zetten.

Om het wat concreter te maken, geven we enkele voorbeelden van ontdekkingen die je kunt doen door gebruik te maken van de beschikbare data uit je logistieke operatie:
• Je kunt achterhalen of bijvoorbeeld bepaalde klanten, waar je weinig omzet en winst mee behaalt, artikelen bestellen uit het ‘langzaamloper’-assortiment. Dit geeft een enorme druk op de operatie en vraagt veel aandacht van de inkoopafdeling om de voorraad van dit assortiment op peil te houden.
• Je kunt ontdekken dat bepaalde klanten soortgelijke bestelpatronen hebben. Waarom dan niet in 1 ronde meerdere soortgelijke orders verzamelen?
• Je kunt via informatie over interntransportopdrachten erachter komen dat veel afstanden worden gereden zonder daadwerkelijk producten te verplaatsen (lege kilometers). Dat proces kun je slimmer aansturen.
• Je kunt onderzoek doen naar de vulgraad van rolcontainers, pallets, containers en vrachtauto’s. Slimme planning- en stack/stapelinstrumenten kunnen helpen om een hogere beladingsgraad te realiseren.
• Je kunt erachter komen in welke processen medewerkers administratieve handelingen uitvoeren, terwijl de informatie ook in systemen staat. Hier zijn nog vele slimme koppelingen te maken.
• Zet data die uit je scanners komen slim in, zodat je onnodige controles kunt vermijden en processen kunt versnellen.

Wacht ook niet met kijken naar slimme digitaliseringsoplossingen waarbij met kunstmatige intelligentie, slimme algoritmen of met bijvoorbeeld zogeheten twin-technieken (verbeteringen testen, opleiden en simuleren in een realtime, virtuele omgeving) optimalisaties te behalen zijn.

Technieken voor het mkb
Tot slot zijn er voor het mkb steeds meer interessante technieken beschikbaar, die ervoor kunnen zorgen dat taken voor het transport van de goederen overgenomen worden door autonome mobiele robots (AMR’s). Deze robots verminderen het rijden en lopen. Er zijn ook slimme verpakkingsoplossingen die zorgen dat er minder menselijke handelingen nodig zijn.

Functies veranderen en verdwijnen
Door te digitaliseren, automatiseren of te robotiseren kunnen bestaande functies veranderen of zullen nieuwe functies ontstaan. Daarbij zijn andere vaardigheden van medewerkers gewenst. Zij moeten onder andere datagedreven kunnen werken en probleemoplossend kunnen denken.

Volgens Lagerweij is het goed om daar nu al over na te denken: “Misschien staan de plannen voor digitalisering en automatisering over een paar jaar pas op de planning. Maar het is toch goed om hier nu al mee aan de slag te gaan. Bekijk het huidige personeelsbestand en onderzoek of de kritische functies bij deze innovaties zijn in te vullen. Als je pas begint met werven en opleiden als het innovatieproject gestart is, is de kans groot dat je achter het net vist.”

Efficiëntie
Zoals je hebt gelezen, kun je een oplossing voor het personeelstekort op veel manieren aanpakken. Naast de focus op goed werkgeverschap kan het ook raadzaam zijn de oplossing te zoeken in anders kijken naar arbeid in het logistieke proces. “Dit vraagt wellicht wat creativiteit en ‘omdenkcapaciteit’, maar levert vele nieuwe inzichten en efficiëntieslagen op. Dat kan ik je verzekeren”, besluit Lagerweij.


Dit is een artikel van evofenedex.

Miljoeneninvestering om positie Osse haven te versterken

Oss gaat 7,6 miljoen euro investeren om de concurrentiepositie van de Osse haven te verbeteren. Ongeveer de helft daarvan komt uit een subsidiepot van het ministerie.

Dat geld was al in 2012 ontvangen maar er was nog geen goed plan om het aan uit te kunnen geven. Er stond wel druk op, omdat het subsidiegeld niet op de plank mocht blijven liggen.

De afgelopen jaren is er uitgebreid overlegd tussen de gemeente en de twee belangrijkste partijen in het havengebied: grondeigenaar BMC en OOC Terminals. In 2019 leek er al een deal te zijn maar die liep mis omdat er onenigheid was over de uitgangspunten. Dat leidde zelfs tot een gang naar de rechter, maar inmiddels lijken alle plooien weer te zijn gladgestreken.

Meer capaciteit
Begin dit jaar kwam er namelijk een nieuw plan op tafel dat wel haalbaar lijkt. Daarin wordt de overslagcapaciteit voor vervoer over weg, spoor en water uitgebreid door nieuwe opstelsporen aan te leggen. In plaats van twee treinen per dag kunnen er dan vier tot vijf per dag worden afgehandeld. Ook komt er een nieuwe kade in de haven waardoor wachtende schepen meer ruimte krijgen.

Volgens de gemeente wordt de Osse haven hierdoor economisch gezien een stuk aantrekkelijker. De subsidie van het Rijk die wordt ingezet, bedraagt 3,8 miljoen euro. Oss moet zelf 3,2 miljoen euro investeren. De Osse gemeenteraad wordt nu gevraagd om in te stemmen met het plan.


Dit is een artikel van Dtv Nieuws.

Wat de Osse haven een parel maakt

Aflevering negen van Ondernemen in Oss, de podcast! Met deze keer: Michel van Dijk, directeur bij Van Berkel Logistics.

“Oss heeft één van de mooiste havens van Brabant: hier kunnen de grootste schepen varen”, vertelt Michel aan tafel bij Damian van Essen en Frank den Brok in de video hieronder.

Goederenvervoer Meierijstad duurzaam & bereikbaar

Onlangs is een onderzoek uitgevoerd naar duurzame mobiliteit en bereikbaarheid in Meierijstad. POM heeft -mede namens de gemeente en provincie- BCI gevraagd om vanuit het ondernemersperspectief te onderzoeken waar de kansen en knelpunten liggen in de gemeente om emissies veroorzaakt door transport en congestie op de weg te verminderen. Door middel van gesprekken met bedrijven en uitkomsten van een survey die is uitgezet bij bedrijven is dit in kaart gebracht.


Uit het onderzoek blijkt onder andere dat bedrijven bereid zijn te investeren in duurzaamheid, maar onzekerheid over beleid en belemmeringen zoals netcongestie werken remmend. Daarnaast is er een duidelijke rol weggelegd voor de klant in het verduurzamingsproces. Congestie op de weg is een probleem, maar slechts een klein deel van de ondernemers heeft top op heden concrete maatregelen genomen.

Benieuwd naar de uitkomsten en maatregelen die tot oplossingen kunnen leiden? Download dan hier het onderzoeksrapport en de voorgestelde verbetermaatregelen.


Dit is een artikel van POM.

Test met ongevaldetectie op N279

De zogenaamde toepassing ‘SmartRoads’ stelt ongevallen vast op basis van locatiegegevens uit navigatiesystemen en smartphones. Hierdoor krijgen wegverkeersleiders sneller een melding van een ongeval en kunnen hulpdiensten meteen in actie komen. Gedurende 3 maanden, van begin september tot eind november 2023, wordt deze toepassing getest op de N279 ter hoogte van ‘s-Hertogenbosch, bij Veghel en richting Helmond.
SmartRoads is een project van Scenwise en Bureau Onderweg, met ondersteuning van het mobiliteitsprogramma SmartwayZ.NL en de provincie.

De toepassing moet in de toekomst bijdragen aan een betere veiligheid en bereikbaarheid. Immers, hoe sneller een ongeval gemeld wordt, hoe sneller de weg weer vrijgemaakt kan worden. En dus ook: meer veiligheid, minder files en minder uitstoot. 

Verkeersveiligheid
Tot op vandaag gebeurt de coördinatie van incidenten op provinciale wegen vooral reactief. De politie meldt eerst een incident aan de wegverkeersleider, die het ongeval moet vaststellen. De weginspecteur moet daarvoor regelmatig nog fysiek ter plaatse gaan. Daarna worden de hulpdiensten en berger ingeschakeld. Vaak moeten rijstroken helemaal dicht, waardoor het verkeer een tijdlang stilstaat en kop-staartbotsingen meer voorkomen. De toepassing ‘SmartRoads’ moet dit proces sneller en accurater maken en daarmee de verkeersveiligheid vergroten. 

Camera’s langs provinciale wegen
Voor de test worden op 3 locaties langs de provinciale weg N279 tijdelijk camera’s geplaatst: ter hoogte van de aansluiting met de A2 (bij ‘s-Hertogenbosch), de aansluiting met de A50 (bij Veghel) en  de aansluiting met de N615 op de rotonde (richting Helmond). 
De camera’s zijn bedoeld om de meldingen van SmartRoads te kunnen controleren. Vond er inderdaad een ongeval plaats op het moment van de melding? Heeft het programma elk incident juist vastgesteld? En werkt het effectief sneller dan het huidige systeem? 
Voorlopig test Scenwise enkel of het programma goed werkt. De coördinatie van de incidenten op de N279 gebeurt nog steeds volgens de huidige methode. De test loopt van begin september tot eind november 2023. In december vindt de evaluatie plaats.

Privacy
De camerabeelden van de test worden anoniem verwerkt en uitsluitend gebruikt voor dit onderzoek. De slimme camera’s analyseren de beelden real time en maken een tabel van alle vastgelegde gebeurtenissen. De beelden zelf worden ter plekke geanonimiseerd en naar een beveiligde omgeving gebracht.

Voordelen
Een succesvolle werking van het algoritme kan op termijn bijdragen aan filevermindering. Door het sneller vaststellen van ongevallen kunnen weginspecteurs, bergers en hulpdiensten sneller ter plekke zijn om het incident af te handelen en de weg weer vrij te maken. Dit zorgt voor minder vertraging voor het overige verkeer, zowel op lokaal als op netwerkniveau. Er zullen ook sneller alternatieve routeadviezen beschikbaar komen. Daarnaast moet het project bijdragen aan een betere verkeersveiligheid. De kans op kop-staartbotsingen zal afnemen omdat de ongevalslocaties sneller beveiligd kunnen worden en onverwachtse files worden vermeden. Tot slot zal de reductie in files zorgen voor minder CO2-uitstoot en daarmee bijdragen in milieuwinst. 

Over SmartRoads
Het SmartRoads detectiesysteem is een innovatievoorstel dat in 2021 geselecteerd werd voor Mobility Lab, een startup-programma voor mobiliteitsoplossingen in de regio’s Brabant, Limburg, Rotterdam en Utrecht. De proef wordt nu uitgevoerd als onderdeel van SmartwayZ.NL, het innovatief mobiliteitsprogramma van Zuid-Nederland. Het camerabeheer gebeurt door het bedrijf ViNotion. 
Meer informatie vindt u op SmartwayZ.NL. Heeft u vragen over de proef? Neem dan contact op met het projectteam via info@smartwayz.nl.


Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

Imagocampagne ‘Het lukt alleen met logistiek’

De logistieke sector is onmisbaar in het dagelijks leven en voor de Nederlandse economie. Dit staat centraal in de brede publiekscampagne van Transport en Logistiek Nederland (TLN): ‘Het lukt alleen met logistiek.’ De onmisbaarheid van logistiek bleek tijdens de coronaperiode overduidelijk. Maar het belang dreigt bij het grote publiek weer snel vergeten te worden. Bedrijven in de transport- en logistieke sector laten graag zien welke onmisbare bijdrage ze leveren aan de samenleving. Daarbij biedt de bedrijfstak nog onbekende interessante loopbaanmogelijkheden. Daarom start branchevereniging TLN eind augustus de driejarige campagne ‘Het lukt alleen met logistiek.’ Vanaf 28 augustus zijn landelijke televisiespots te zien, later gevolgd door radioreclame en prominente aandacht op de grote reclamemasten langs de snelwegen.

Niet vanzelf
In Nederland werken 875.000 mensen in logistieke functies. Dat betekent dat de transport- en logistieke sector goed is voor zo’n 10% van het totale aantal banen in Nederland. “Iedereen vindt het heel gewoon dat allerlei spullen op het juiste moment op de juiste plaats komen, maar dat gaat niet vanzelf”, aldus Elisabeth Post, bestuursvoorzitter van TLN. “Dat is het resultaat van grote inzet, iedere dag weer, van al onze bedrijven en hun medewerkers. We zijn onmisbaar voor ieders dagelijks leven en voor de economie. Die rol kreeg in de coronatijd alle aandacht, maar dat lijkt al weer snel vergeten.” Weinig mensen zien de uiteenlopende loopbaanmogelijkheden in de bedrijfstak, blijkt uit recent onderzoek van de Reputatiegroep, in opdracht van TLN.

Medewerkers
Logistiek is veel meer dan alleen transport. Het werk achter de schermen is vaak nog onbekend. De actie moet dat gaan veranderen. Daarbij zet de campagne ‘Het lukt alleen met logistiek’ vooral de medewerkers in de schijnwerper. De transport- en logistieke sector is van cruciaal belang voor de Nederlandse economie en internationale concurrentiepositie. Dat geldt ook voor de toekomst. Daarom zijn bedrijven bezig met verduurzaming, digitalisering en innovaties. Transport en Logistiek Nederland (TLN) ondersteunt en verbindt 5000 ondernemers in de transport- en logistieke sector daarbij. De vereniging vertegenwoordigt ze op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau.

Meer informatie vind je hier.
Check voor meer sectorverhalen de campagne-website: www.hetluktalleenmetlogistiek.nl


Dit is een artikel van TLN.

We maken ons op voor de transitie naar zero-emissie energieleverancier

Ondernemers in de omgeving van Nieuwegein kunnen sinds 2021 met hun personenauto’s en bestelwagens waterstof tanken bij Van Kessel. Niet alleen ‘launching customer’ Jos Scholman maakt er gebruik van, merkt Stan van Kessel, vierde generatie in familiebedrijf Van Kessel, op. Meer dan de helft van het aantal tankbeurten komt voor rekening van andere bedrijven.
“Het gaat stap voor stap. Logisch, want de aanschaf van werkmaterieel of auto’s met een brandstofcel is op dit moment drie- tot zesmaal duurder dan een dieselvariant.”

Ruimte beschikbaar
Van Kessel exploiteert een netwerk van Greenpoint tankstations in Nederland. Op logistieke knooppunten wil hij daarmee tanklocaties realiseren waar bedrijven terecht kunnen voor HVO fossielvrije diesel, snelladers voor elektriciteit en groene waterstof. “We hebben er de ruimte voor beschikbaar en voor een aantal locaties zijn de vergunningen voor plaatsing van een waterstof-pomp aanwezig,” vertelt hij in de hoofdvestiging in Milheeze. “We starten in gebieden waar een verlader en vervoerder, of een groep van bedrijven, de transitie naar batterijelektrisch of waterstof wil maken. Het gaat om een grote investering en we komen er niet door enkel aan de kant te blijven applaudisseren.”
 
Geschiedenis van transities
Van Kessel bestaat 102 jaar en terugblikkend bestaat de historie uit een aaneenschakeling van energietransities. Stan vertelt dat het begon met de handel in lampolie en dat later steenkool, huisbrandolie en centrale verwarming in het geschiedenisboek zijn gekomen. “We zijn nu leverancier van smeermiddelen, benzine en diesel. De vraag naar smeermiddelen blijft, maar de vraag naar benzine en diesel zal afnemen. Nu maken we ons op voor de transitie naar zero-emissie energieleverancier en dan speciaal voor bedrijven.”“We leveren momenteel al laadpalen aan bedrijven, maar we verwachten dat elektrische trucks ook vaak onderweg even snel moeten kunnen bijladen. Daarnaast zal waterstof tanken toch vooral op tankstations gaan gebeuren. Een station inrichten met laadpalen en waterstofpompen vraagt grote investeringen en heel veel ruimte, met veiligheidscontouren ten opzichte van omliggende woningen en bedrijfsgebouwen.”
 
Nieuwe locaties
Met de ingebruikname van een waterstofpomp bij de Greenpoint in Dordrecht heeft Van Kessel nu twee locaties. Stan zegt serieuze gesprekken te voeren met bedrijven in Veghel, Asten, Ede en Haps. “Maar ook in Bleiswijk, Sliedrecht en Zeewolde bestaat belangstelling.”Voor de bevoorrading van de tankstations met waterstof heeft Van Kessel geïnvesteerd in vijf opleggers. Met een zesde die door een afleverinstallatie aan boord als mobiele afvulinstallatie dienst doet voor materieel in grond- water- en wegenbouw. “Een graafmachine met een waterstoftank werkt zero-emissie en daarmee zijn werkzaamheden in de buurt van natuurgebieden uit te voeren. Wij zorgen ervoor dat die graafmachine kan blijven draaien. Nog wel met een trekker voor de oplegger die op HVO rijdt, want de ADR verbiedt het gebruik van elektrische of waterstoftrekkers voor transport van gevaarlijke stoffen. Dat zal bij de komende herziening van het ADR wel veranderen, hoop ik.”
 
Zelf produceren
Transport verminderen door zelf bij tankstations waterstof te produceren is iets dat wat Van Kessel betreft ook tot de mogelijkheden behoort. “Maar we moeten dan wel groene waterstof kunnen maken. We zijn nu met projecten bezig in Oude-Tonge en Nieuwegein om zelf groene waterstof te kunnen produceren.”

Interview en foto door Ed Coenen. Dit interview met Stan van Kessel verscheen eerder in Evofenedex magazine.


Van Kessel gaat elektrische truck inzetten voor distributie van smeermiddelen en AdBlue

Groot nieuws: wij hebben een elektrische truck besteld! Het gaat om een Volvo FM Electric 4×2 trekker met een vermogen van 490 kW en een actieradius van 300 kilometer. De truck zal ingezet worden voor de distributie van smeermiddelen en AdBlue.

Stan van Kessel geeft meer uitleg: “We hebben besloten tot aanschaf van deze truck enerzijds omdat we erg bezig zijn de het verlagen van de CO2 voetafdruk van ons transport. Maar de belangrijkste reden is dat we zelf ervaring op willen doen met wat er allemaal komt kijken bij de inzet van een elektrische truck, en dan met name op gebied van laadinfrastructuur en het kostenmodel.”

Ervaring opdoen met opladen en HBE’s
“We gaan deze truck zowel ’s nachts thuis opladen als onderweg bij de fastchargers op onze Greenpoint locaties om zoveel mogelijk ervaring op te doen”, aldus Stan van Kessel. “Daarnaast gaan we ook HBE’s genereren en kijken wat dat met de kilometer kostprijs doet.”

De truck is besteld bij BAS Trucks in Veghel, één van de grootste leveranciers van elektrische trucks in Nederland. Hij wordt naar verwachting in Q1 2024 uitgeleverd. Op onze Linkedin pagina zullen we regelmatig updates posten over onze ervaringen. Wordt vervolgd!


Dit zijn artikelen van Van Kessel.

Openstelling SDE++ 2023

De Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) geeft subsidie aan bedrijven en non-profitorganisaties die grootschalig hernieuwbare energie opwekken of de CO2-uitstoot verminderen. Oriënteer u op de achtergrond en werking van deze regeling. Of ga direct door naar de aanvraagfase, de realisatiefase of de productiefase.

Na eerder uitstel is de regeling van 5 september tot en met 5 oktober 2023 weer open voor aanvragen.

Ga voor alle informatie naar de website van RVO.

Er is een cybercrimineel voor iedereen

Zijn logistieke bedrijven opgewassen tegen hackers? Lees hier de visie van Frank Breedijk, chief information security officer bij IT-consultant Schuberg Philis.

‘De dieven specialiseren zich. Er is een cybercrimineel voor iedereen’
‘De digitalisering is in de logistieke sector inmiddels overal behoorlijk doorgedrongen, maar het besef dat je een digitaal bedrijf aan het worden bent loopt soms nog wat achter. Veel transportbedrijven zien hun kernproces nog steeds in de assets die rondrijden, maar als de IT uitvalt wordt dat wel een heel stuk moeilijker om aan te sturen. Transporteurs onderschatten soms nog het belang van weerbaarheid in hun digitale processen. Er worden steeds meer data gedeeld tussen bedrijven en als het mis gaat, gaat de impact daardoor veel verder dan alleen je eigen bedrijf. Een bekend voorbeeld is de kaas-hack bij Bakker Logistiek. Het grootste gevolg daarvan was dat bij Albert Heijn de schappen leeg raakten.

De impact van DDoS-aanvallen – zoals laatst die op de havenbeheerders – valt vaak mee. De website, de ‘digitale folder’, is even niet beschikbaar, en dat is het. Tegen DDoS kun je jezelf in principe wel wapenen, maar het is altijd een afweging hoeveel geld en energie je daarin steekt ten opzichte van hoe erg het is als je website er even uit ligt. Je moet goed kijken naar de scheiding tussen vitale en niet-vitale processen. Als een systeem als Portbase eruit ligt, heeft de hele sector een probleem. Zet deze processen dus niet bij elkaar op hetzelfde netwerk.

Het risico op een cyber security-incident is groot. Een op de vijf ondernemers heeft weleens met een cyberaanval te maken. Ondernemers moeten zich daar zorgen over maken. Cybercrime is het domein geworden van georganiseerde misdaad. Als ze eenmaal binnen zijn, heb je een professionele organisatie als tegenstander. Dit zijn geen gelegenheidsdieven. Iedereen loopt risico. Sommige partijen specialiseren zich juist in het digitaal afpersen van kleine bedrijven. Er is een cybercrimineel voor iedereen.

Vaak vragen ze 5% van de omzet of de maximale hoogte van de verzekeringspolis. Ze leggen niet alleen je IT plat, wat te verhelpen is met goede backups, maar dreigen ook je data te verkopen. Probleem is dat wanneer je betaalt, je het risico loopt op internationale sanctielijsten te komen terwijl de data alsnog door de hackers verkocht worden aan derden.

Preventie begint met de basismaatregelen, zoals twee-factor-authenticatie en het regelmatig updaten van IT-systemen. Koppel geen apparaten – printers, thermostaten – aan hetzelfde netwerk als je kritieke infrastructuur. En weet dat veel aanvallen uitgevoerd worden via phishing waarbij ze inloggegevens buitmaken.

De logistieke sector zal toenemende druk ondervinden van ketenpartners om de cyberveiligheid in orde te brengen. Ook komt er nieuwe regelgeving aan waarbij extra eisen en certificering op dit gebied voor vitale ketens gaan gelden.’


Dit is een artikel van Nieuwsblad Transport.

TLN vraagt aandacht voor logistieke belangen in aanloop naar Tweede Kamer verkiezingen

Op 22 november gaat Nederland naar de stembus voor een nieuwe regering. Ter voorbereiding daarop heeft TLN een verkiezingsmanifest opgesteld, waarin wij de politiek oproepen om in hun verkiezingsprogramma’s en tijdens de coalitieonderhandelingen aandacht te hebben voor de logistieke belangen van Nederland.

Transport en Logistiek vormen een belangrijke pijler onder de Nederlandse economie en samenleving. Het is onmisbaar voor het waarmaken van de maatschappelijke ambities en de logistieke ketens zijn cruciaal voor onze internationale concurrentiepositie. Om onze sector te verduurzamen en tegelijkertijd Nederland draaiende te houden hebben we de overheid hard nodig. Om bijvoorbeeld laadcapaciteit te realiseren voor ondernemers met Zero Emissie (ZE) trucks. Maar ook om genoeg geld vrij te maken voor beheer, onderhoud en aanleg van infrastructuur, en een éénduidige aanpak op ondermijnende criminaliteit te voeren. Er moet ruimte zijn voor logistiek ondernemerschap. En er moet fysiek ruimte zijn in Nederland voor distributie en Zero Emissie Hubs en in de digitale wereld moet ruim baan worden gemaakt voor de transitie naar een digitale vrachtbrief en een veilige manier van data delen.

Het manifest roept politieke partijen op om te staan voor de logistieke sector. Deze standpunten kunnen de politieke partijen overnemen in hun partijprogramma en meenemen in hun politieke besluitvorming.
Je leest er alles over in ons manifest.


Dit is een artikel van TLN.

Een investering in de toekomst

Van Berkel Logistics werd tweede bij de verkiezing Beste Leerbedrijf Transport en Logistiek 2023. Michelle van Schijndel (29), HR-adviseur: “We zijn vereerd dat STL ons heeft opgegeven voor de verkiezing beste leerbedrijf. Dat we ook nog eens bij de laatste drie horen, is een heel mooi compliment.” Het opleiden van leerlingen ziet Michelle als een investering in de toekomst van het bedrijf. “Onze insteek is om BBL’ers en zij-instromers aan te nemen die passen bij ons bedrijf. We hopen uiteraard dat ze bij ons blijven.”

De praktijkopleider werkt samen met de leerlingen. Voordat ze zelfstandig aan de slag gaan, lopen ze eerst een periode met hem mee. Daarna is hij er voor de dagelijkse begeleiding. “Vanaf de eerste werkdag rijden leerlingen die een tractorrijbewijs hebben met een terminaltruck op het bedrijventerrein. Ze rijden dan met containers en doen veel ervaring op met bijvoorbeeld het aandocken op locatie bij de klant. Een belangrijk onderdeel van het werk is ook het leren omgaan met klanten.”

Van Berkel heeft veel persoonlijke aandacht voor de leerlingen, zegt Michelle: “We bekijken wat de leerling nodig heeft en passen het werk daar op aan. Zo ontwikkelen de leerlingen zich op de best mogelijke manier. Ieder op zijn of haar eigen tempo.”


Dit is een artikel van Ton Magazine.

8-9 november 2023: ICT & Logistiek 2023

Niemand kan voorspellen hoe de toekomst in transport en logistiek eruitziet. Het enige wat we kunnen doen, is onze operaties weerbaarder, wendbaarder en efficiënter maken. Kortom: fit for the future.

Kom naar ICT&Logistiek 2023 en laat je inspireren voor concrete oplossingen voor de vraagstukken van vandaag en morgen. 8 en 9 november 2023 bij Jaarbeurs, Utrecht.

Ook DDSZ is aanwezig op 9 november.

Ga voor alle informatie naar de website van ICT & Logistiek.

Meierijstad wil waterstof-aftak van toekomstig ondergronds buizenstelsel

Het duurt nog wel even en het zijn voorlopig voornemens, maar het Rijk is van plan om tussen pakweg 2026 en 2028 een soort van ondergrondse snelweg door Brabant aan te leggen van Rotterdam naar Limburg en Duitsland. Niet voor auto’s, maar voor buizen waar vloeistoffen doorheen gaan. Meierijstad hoopt ervan mee te profiteren…

Zie onderstaande video.


Dit is een artikel van Omroep Meierij.

Monitor Arbeidskrapte Noordoost-Brabant

In deze vierde monitor Arbeidskrapte brengt Noordoost Brabant Werkt jou als partner in hun arbeidsmarktsamenwerking graag op de hoogte van de stand van zaken rondom de arbeidskrapte in onze regio.
 
Huidige situatie
We zien dat de krapte op de arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant iets afneemt, maar nog steeds op ongekend hoog niveau is. In onze regio is er voor de meeste beroepen nog steeds sprake van grote personeelstekorten.
Deze arbeidskrapte geldt ook voor andere regio’s in Nederland, maar in onze regio houden we meer krapte dan landelijk. Op pagina 3 van deze Arbeidskrapte monitor zie je de laatste cijfers en ontwikkelingen in onze regio. Daarnaast geven we hier ook een inzicht in de prognoses richting 2030 voor onze arbeidsmarkt.
 
Bekijk de monitor Arbeidskrapte op de website van Noordoost Brabant Werkt.

Jumbo zet in op voertuigen met stekker

Bij Jumbo is duurzaamheid een vast onderdeel van de bedrijfsvoering. Het streven is vóór 2030 volledig CO2-neutraal te zijn. Ook in de logistieke processen wil Nederlands supermarktketen het energieverbruik zo veel mogelijk verminderen. In 2018 werd de eerste volledig elektrische vrachtwagen in gebruik genomen en een jaar geleden volgde de tweede. “Onze ambitie is om 40% van de dieselvloot voor 2030 te vervangen door voertuigen met een batterij.”

Deze transitie is niet de eerste uitdaging waar Wilko Maas, verantwoordelijk voor alles wat transport aangaat, in de tijd dat hij bij Jumbo werkt voor staat. Na de overname van winkelformules C1000 en Super de Boer negen jaar terug was hij verantwoordelijk voor het stroomlijnen van de verschillende wagenparken. En de afgelopen jaren explodeerde de home delivery service, die in 2016 was opgezet. Het gevolg was een enorme groei van de bestelwagenvloot naar 650 eenheden. Nu ziet hij zijn functie veranderen van vloot- naar transitiemanager. “Al die jaren dat ik in de branche werk, tanken we diesel en praten we over pk’s en koppel. Straks gaat het alleen nog over vermogens en beschikbaarheid.”

Ervaring opgedaan
Om toe te werken naar de emissievrije bevoorrading van de 722 supermarkten in Nederland en België zet Jumbo in op voertuigen met een stekker. Met de komst van een DAF CF electric ruim vier jaar geleden en een Scania BEV vorig jaar zijn de eerste stappen gezet. “Het verschil tussen de eerste en de tweede generatie is gigantisch”, vertelt Maas over de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan. “De actieradius is groter, het verbruik is lager en mede daardoor is ook de bereidheid van chauffeurs toegenomen. Toen we in 2018 startten met het project, waren we bang dat we regelmatig stil zouden komen te staan met storingen. In de praktijk blijkt dat helemaal niet het geval.”

Toch leven er bij Maas en zijn team nog veel vragen. Met name over het opladen van de voertuigen, wat een compleet andere manier van plannen met zich meebrengt. “Er komt een nieuwe dynamiek bij: batterijmanagement. Hoe vol zit de accu en kan de volgende rit nog gemaakt worden? Waar blijft de chauffeur in de tussentijd? In het routeschema moeten we laadmomenten inbouwen en hier moeten we aan de voorkant van het proces al rekening mee houden. Gelukkig wordt dit, naarmate de actieradius groter wordt, steeds makkelijker.”

Enorm onderschat
Om de schappen gevuld te krijgen, heeft Jumbo dagelijks 600 trucks op de weg. Daarvan is ruim een derde eigen vervoer. Om de instroom van meer elektrische voertuigen mogelijk te maken, richt Jumbo zich eerst op het uitbreiden van de stroomcapaciteit en het inrichten van laadpleinen. “De stroombehoefte die de hele transitie met zich mee brengt, onderschat iedereen enorm”, zegt Maas. “Als we alle dieseltrucks die in Veghel gestationeerd zijn vervangen door elektrische, heeft Jumbo meer stroom nodig dan 10.000 huishoudens bij elkaar.”

De vlootmanager legt uit dat de benodigde netcapaciteit verschilt per distributiecentrum en dat Jumbo prioriteit geeft aan de DC’s die winkels in milieuzones bevoorraden. Waar technisch mogelijk zijn de centra voorzien van zonnepanelen, maar de energie die daarmee opgewekt wordt, is hard nodig voor het koelen van de panden. “We zijn aan het aftasten wat er gebeurt op industrieterreinen en praten met gemeenten, brandstofleveranciers en investeerders over hun plannen. We ontkomen er niet aan om hierin samen op te trekken, want er zitten nog best wat haken en ogen aan deze transitie.”  

Naast batterij-elektrisch heeft Jumbo ook een aantal hybride trucks in gebruik. Om versneld te elektrificeren in milieuzones, zou Maas er hiervan graag meer in gebruik nemen. “Het voordeel is dat je emissievrij kunt rijden wanneer dat nodig is, zonder op actieradius te hoeven inleveren. We hebben hier de afgelopen jaren hele goede ervaringen mee opgedaan. Helaas erkent de overheid hybride voertuigen niet als zero-emissie en dat maakt het een lastige investering.”

Alles in één voertuig
In de tussentijd doet Jumbo er alles aan om de uitstoot tijdens het transport zoveel mogelijk te beperken,  bijvoorbeeld door routes slimmer te plannen en beladingsgraden te optimaliseren. Met de komst van een control tower en een nieuw transport management systeem slaagt de supermarktketen er in het transport steeds efficiënter en minder milieubelastend te organiseren. Dat alle trucks zijn uitgerust met meerdere koelzones waarmee verschillende temperatuurstromen in één rit kunnen worden vervoerd, en chauffeurs waar mogelijk afvalstromen uit de winkels mee terug nemen, draagt hier ook aan bij.

Geen gedeelde stadshubs
Kijkend naar de toekomst ziet Maas, los van de transitie-uitdaging waar hij voor staat, niet veel veranderen voor Jumbo’s transportmanagement. In het terugbrengen van vervoerstromen door gedeelde stadshubs gelooft hij niet. “Dat kan interessant zijn voor pakketbezorgers, maar wij rijden met volle trailers naar de winkels. Het heeft niet veel zin om die lading eerst over te hevelen op een aantal kleinere voertuigen. Los van milieu leg je dan ook meer druk op het stadsverkeer.”

Maas sluit af met een duidelijk uitspraak: “Links- of rechtsom, transport zal duurder worden. Met de ervaringen die we hebben opgedaan, en kijkend naar de kosten van een elektrisch rijden vandaag de dag, is dat een ding wat zeker is.”


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Kabinet wil 170 miljoen euro trucktol eerder terugsluizen

Het kabinet werkt aan het naar voren halen van de zogenoemde terugsluis vanuit de trucktol om extra inkomsten van de vrachtwagenheffing eerder terug te laten vloeien naar de sector. In plaats van in 2027 zouden dan al volgend jaar vele tientallen miljoenen beschikbaar komen voor verduurzaming van het wegvervoer.

Dat blijkt uit het concept-meerjarenprogramma ‘Verduurzaming en Innovatie Vervoerssector’, dat minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De terugsluisregeling
Vanaf 2026 voert Nederland de vrachtwagenheffing in. Het is de bedoeling dat de extra inkomsten die deze nieuwe regeling oplevert, teruggaan naar de vervoerssector. De netto-opbrengst ervan, het bedrag dat hoger is dan wat wordt gegenereerd door de huidige motorrijtuigenbelasting en Eurovignetten, vloeit terug naar de vervoerssector. Dit bedrag wordt geschat op ongeveer 250 miljoen euro per jaar.

Positief effect
Uit een doorrekening van de plannen door adviesbureau Panteia blijkt dat er een positief effect is op de verduurzaming van het wegvervoer in Nederland. De voorkeursvariant van de vrachtwagenheffing voor het verminderen van CO2-uitstoot stimuleert de instroom van elektrische/ZE truck. Dat maakt facilitering van laadinfra extra belangrijk.

Het voorstel bevat dan ook een regeling voor de aanschaf van laadinfrastructuur voor elektrische trucks. Naarmate het aantal elektrische trucks op de weg toeneemt, wordt het belangrijker om niet alleen voldoende laadmogelijkheden te hebben, maar moet ook het elektriciteitsnetwerk de toename in de vraag aankunnen.

Snelladen
Een goede netwerkcapaciteit is van groot belang om de groeiende vraag naar elektriciteit voor het opladen van voertuigen te ondersteunen. Het opladen van elektrische voertuigen vergt aanzienlijke hoeveelheden energie, vooral bij snelladen. Het elektriciteitsnetwerk moet voldoende capaciteit hebben om deze vraag aan te kunnen en dit is een harde randvoorwaarde voor succes.

De overheid speelt hierbij een belangrijke rol door het stimuleren van investeringen en het vaststellen van normen en regelgeving, maar het zijn de energienetbeheerders die moeten investeren in het versterken en uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk om aan de toenemende vraag te voldoen.

Tekst: Machiel Bode (Sectorspecialist Transport, Logistics and Mobility) ING Sector Banking

Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Supplychain van de toekomst: digitale wedloop

De supplychains van 2040 zien er anders uit. Maar hoe precies, daar zijn deskundigen het nog niet over eens.
Is Europa klaar voor de ‘Supplychain van de toekomst’? Waar Amerika en China toeleverketens in rap tempo digitaliseren en automatiseren, loopt Europa iets achter. Het is nog niet te laat, maar er moeten wel stappen worden gezet om ook in de toekomst slagvaardig te kunnen zijn. Dit concluderen experts die de afgelopen tijd om de tafel zaten bij evofenedex om te praten over de toekomstige ketens.

Hoe de toekomst van de supplychains er precies uitziet, dat is kijken in een glazen bol. Toch valt er wel wat te zeggen over de richting waar we met zijn allen naartoe gaan. De afgelopen tijd gingen diverse deskundigen onder leiding van evofenedex het gesprek aan over die richting, met daarbij het vizier op het jaar 2040.

Wat zeker is, is dat de wereld steeds onvoorspelbaarder wordt. Wie vijf jaar geleden had geroepen dat er een coronacrisis zou komen en dat Rusland een oorlog zou beginnen tegen Oekraïne, was gek aangekeken. Toch hebben deze crisissen gezorgd voor een wereldwijde schok als het gaat om de toevoer- en distributieketens. Veel bedrijven moesten zich in allerlei bochten wringen om door te kunnen blijven draaien of enorme pieken in de vraag te kunnen opvangen, en vele gingen op zoek naar alternatieven of mogelijkheden om de supplychains om te leggen.

Geopolitiek
De geopolitiek staat mede door de oorlog in Oekraïne onder spanning. Amerika en China vliegen elkaar regelmatig in de haren en leggen elkaar sancties op, waar ook Nederlandse bedrijven last van hebben. Denk bijvoorbeeld aan het uitvoerverbod van bepaalde machines van chipmaker ASML. Maaike Okano-Heijmans, senior onderzoeker bij instituut Clingendael en gespecialiseerd in geopolitiek van technologie en digitalisering, denkt dat de Amerikanen nog veel verder willen gaan dan ingrijpen via chipfabrikanten. “Dit is een voorbeeld van de bredere discussie over de verhouding met China. De houding van Amerika verschilt van hoe wij in Europa omgaan met China. In Amerika pakken ze de grote lijnen en zeggen ze: wij vinden China een bedreiging voor de veiligheid, zowel nationaal als economisch. Het gevolg van die stellingname is dat je dingen sneller verbiedt of dat je een sfeer creëert die China het moeilijk maakt.” Nederland en Europa staan daar volgens Okano fundamenteel anders in. “Daartoe zijn wij niet bereid. We willen wel de nationale veiligheid waarborgen, maar willen China niet als actor wegzetten op economisch vlak omdat concurrentie er mag zijn. Daar zitten vooral de verschillen, de bereidheid om verregaande maatregelen te nemen. Als je de exportbeperking (voor China) concreet bekijkt, controleer je dus het gebruik en de eindgebruiker van een technologie of dienst. Maar met kunstmatige intelligentie, hoe ga je dat ooit controleren?”

“In Amerika pakken ze de grote lijnen en zeggen ze: wij vinden China een bedreiging voor de veiligheid, zowel nationaal als economisch.”
Maaike Okano-Heijmans, senior onderzoeker van instituut Clingendael

Samenwerking
Waar Amerika dus de confrontatie zoekt, zoekt Europa nog steeds ook de samenwerking. Juist omdat de wereld steeds digitale wordt, is samenwerken en elkaar vertrouwen steeds belangrijker aan het worden. Dat strookt niet met de geopolitieke ontwikkelingen. Want Europa wil wel samenwerken, maar volledig vertrouwen op China gaat ook Europa te ver. Volgens Okano moet op dat gebied dan ook worden gezocht naar een tussenweg. “We delen nu al veel met de Chinezen op papier, veel daarvan kan ook digitaal. Maar we moeten wél opletten dat we niet alle data over de schutting gooien en dat data veilig zijn. Data moeten niet zomaar met iedereen gedeeld worden. Soms worden data gevraagd die nergens voor nodig zijn. Eventueel zou je met vertrouwde Maaike Okano-Heijmans, partners wel iets meer data kunnen delen, afhankelijk van je relatie.”

Volgens Tom van Woensel, professor Goederentransport en Logistiek van onder meer TU Eindhoven, is dat nog best lastig. “Als je in een samenwerkingsmodel zit, zul je altijd vanuit vertrouwen dingen met elkaar moeten delen. Anders ga je trouwen zonder dat je elkaar iets vertelt.” Johan Kerver, lid van het managementteam van evofenedex en in die rol belast met supplychainmanagement, ziet dan ook twee wegen naar 2040. “Of het wordt een beetje delen, waarbij platforms uit Europa en China met elkaar communiceren via een connector waarbij de data bij de eigenaar blijven en alleen de transactie wordt vertrouwd. Of we gooien alles open, waarbij we naar een platform gaan. Maar dan moet je elkaar wel vertrouwen tot in het diepste van de ziel. Dan vertrouw je niet alleen de transactie, maar ook alles wat erachter zit. Dat laatste is binnen Europa al een uitdaging, laat staan op wereldschaal. Toch hebben we een dergelijke stip op de horizon wel nodig.”

“Die paar keer dat ik bedrijven data heb zien delen, kwamen tot stand omdat bepaalde personen elkaar al kenden op interpersoonlijk vlak en beslissingsbevoegdheid hadden.”
Tom van Woensel, professor van TU Eindhoven

Privacy
Daarnaast is er volgens Okano ook nog een verschil in hoe de overheden in Europa en Azië tegen data aankijken. “In China en Taiwan gaat de overheid heel anders om met data. In beide landen vinden burgers privacy minder een issue dan dat wij dat hier vinden, al is dat om verschillende redenen. De rol van de overheid is dus een belangrijke om vertrouwen te krijgen in platforms. Je wilt weten wat je moet delen, je wilt dat iedereen hetzelfde deelt en je wilt weten hoe die data vervolgens worden gebruikt.”

Van Woensel vraagt zich dan ook af of samenwerking wel echt een haalbare optie is. “Die paar keer dat ik bedrijven heb zien samenwerken en echt data heb zien delen, kwamen tot stand omdat bepaalde personen elkaar al kenden op interpersoonlijk vlak en beslissingsbevoegdheid hadden. Denk bijvoorbeeld aan familiebedrijven.” Okano ziet nog een reden waarom samenwerking moeilijk is. “Ik denk dat bedrijven ook terughoudend zijn, omdat ze niet aan concurrenten willen laten weten waar ze zich bevinden. Veel informatie kan natuurlijk concurrentiegevoelig zijn.”

Europa
Los van de zojuist beschreven richting is er in Europa nog een hoop werk te verrichten, concluderen de experts. Van Woensel: “Neem bijvoorbeeld financiële stromen. Die zijn vaak niet duidelijk binnen bedrijven. Ook liggen de beslissingsbevoegdheden over het delen van data vaak op verschillende niveaus. En op welk niveau zitten bedrijven qua digitale maturiteit? Veel bedrijven zijn nog niet volwassen genoeg om intern alles zichtbaar te hebben op basis van data, laat staan om met externe partijen data te delen. Binnen veel bedrijven zijn er ook nog steeds veel silo’s die niet met elkaar samenwerken.”

“Bedrijven zeggen: los het op. Zorg ervoor dat er een duidelijke visie komt en creëer standaarden. Maar niemand durft zich te branden aan de infrastructuur.”
Johan Kerver, lid van het managementteam van evofenedex en in die rol belast met supplychainmanagement

Privacy
Toch zullen bedrijven uiteindelijk een digitale transitie moeten ondergaan, denkt Kerver. “Europa stevent in de toekomst af op physical internet, dan zal er bij al die bedrijven toch echt wat moeten gaan gebeuren.” Maar ook binnen Europa moeten de overheid en het bedrijfsleven stappen zetten. 

Kerver: “We beconcurreren elkaar binnen Europa door allerlei verschillen initiatieven en standaarden te introduceren. Voor bedrijven is dat niet werkbaar, gezien het feit dat ketens door heel Europa zitten. Dat is geen perspectief. Bedrijven zeggen: los het op. Zorg ervoor dat er een duidelijke visie komt en creëer standaarden. Maar niemand durft zich te branden aan de infrastructuur.”

Niet te laat
In China en de Verenigde Staten lijken ze op het gebied van digitalisering al verder te zijn. Europa heeft wat dat betreft een inhaalslag te maken, maar volgens de experts is het nog niet te laat. Daarbij is het van belang om op het gebied van automatisering en robotisering niet te sterk afhankelijk te worden van niet-Europese technologie. Okano ziet op dat punt nog wel wat hindernissen. “De strijd om talent is mondiaal. Ook in China hebben ze 800.000 techneuten nodig. Daarnaast is acceptatie van robots bij ons nog een ‘probleem’, in een samenleving als Japan zijn robots veel beter ingeburgerd. In Japanse verzorgingshuizen worden mensen al geholpen door robots.”

Door bijvoorbeeld op dat vlak samen te werken met Japan en níet met China, kan een deel van de robotiseringsvraag worden opgelost door middel van friendshoring. Hierbij doe je zaken met een land dat je vertrouwt. “De wereld is groter dan China. Over tien jaar zit er in Peking misschien weer een nieuwe leider met wie beter samen te werken valt. Maar daar kun je het op dit moment niet van laten afhangen. Dus verken andere landen die grote potentie hebben en die we nog niet hebben geprobeerd”, aldus Okano. De wereldwijde digitale wedloop is dan ook volop gaande en het bedrijfsleven moet stappen gaan zetten, zo menen alle experts. Daarbij moet de overheid vooral gaan faciliteren om bedrijven en onderwijsinstellingen daarop voor te bereiden. “Denk aan zaken als herscholing”, zegt Van Woen-sel, “maar ook aan het kritisch kijken naar de ketens. Want hoeveel bedrijven zijn nu echt gegaan voor nearshoring of friendshoring na al deze crisissen? Ik vermoed dat het resultaat bedroevend is.”

Okano hoopt vooral dat Europa een grotere rol krijgt om het digitaal delen van data te versterken. “Een Europees platform zou, om te beginnen, een goede stap zijn. Als de Europese Unie de kans krijgt, is dat een stuk efficiënter dan wanneer iedere lidstaat zelf aan de slag gaat. Maar zoals we allemaal zien, gaat dat nog weleens mis. Dan zegt ‘Den Haag’ dat het Europees moet worden geregeld. Maar als dat proces dan verder gaat, willen we het toch weer in Nederland regelen.”


Dit is een artikel van LCB.

Dít is waarom een goede outboarding zo belangrijk is

Werkgevers richten zich vaak op het aantrekken en onboarden van nieuwe medewerkers. We willen dat ze zich snel thuis voelen, productief zijn en bijdragen aan het succes van de organisatie. Maar is het niet nét zo belangrijk om (genoeg) aandacht te besteden aan de uitdiensttreding? Oftewel: het outboardingsproces. In dit artikel leggen we uit waarom het van cruciaal belang is om hier aandacht aan te besteden als werkgever. Lees snel verder.

Wat is outboarding?
Outboarding verwijst naar het proces wanneer een medewerker het bedrijf verlaat. Of het nu gaat om een vrijwillig vertrek, iemand die met pensioen gaat of een ontslag. Het omvat de laatste fasen van de medewerkerservaring. Jij als werkgever hebt hier een belangrijke rol in. In het belang van de vertrekkende medewerker, maar óók voor jouw organisatie. Een goede outboarding kan bestaan uit uitgebreide exitgesprekken met een leidinggevende of een georganiseerd afscheid.

Het belang van een goede outboarding
Dat een goede outboarding van belang is, hebben we nu hopelijk duidelijk gemaakt. Maar waarom precies? Wat levert aandacht besteden aan de outboarding concreet op? We zetten vijf punten op een rij:

1. Creëer een positieve laatste indruk
De manier waarop een medewerker afscheid neemt van een organisatie laat een blijvende indruk achter. Een goede outboarding zorgt voor een fijne laatste indruk bij de vertrekkende medewerker. Dit draagt bij aan het behoud van een positieve reputatie voor het bedrijf, zowel intern als extern.

2. Zorg voor kennisbehoud
Bij het overdragen van werk gaat helaas vaak informatie verloren. Je wilt er te allen tijde voor zorgen dat de kennis en expertise van de vertrekkende medewerker zoveel mogelijk behouden blijft. Door het inrichten van een goed outboardingsproces heb je daar als werkgever invloed op. Door een gestructureerde kennisoverdracht te faciliteren, wordt essentiële informatie doorgegeven aan collega’s. Het resultaat? Continuïteit van het werk én productiviteit!

3. Focus op goede relatie
Een goede outboarding kan bijdragen aan het opbouwen van sterke relaties. Voormalige medewerkers kunnen waardevolle ambassadeurs van jouw bedrijf worden en potentiële nieuwe talenten aantrekken. Door de vertrekkende medewerker te blijven betrekken en te ondersteunen, versterk je de band. Wellicht volgt er nog een mooie samenwerking uit! 😉

4. Maak de outboarding persoonlijk
De ideale outboarding is gestructureerd, goed voorbereid én persoonlijk. Stel de medewerker in kwestie centraal: wat vindt hij of zij belangrijk of leuk? Zo laat je zien dat je als organisatie waarde hecht aan jouw medewerkers. Zelfs wanneer ze het bedrijf verlaten. Dat werkt goed voor de werkcultuur en vergroot de medewerkerstevredenheid. Werknemers voelen zich gewaardeerd en zijn eerder geneigd om positieve feedback te geven over hun ervaringen, zowel binnen als buiten de organisatie.

5. Versterk jouw employer brand
De manier waarop jouw organisatie medewerkers behandelt, kan een enorme impact hebben op jouw employer brand. Potentiële nieuwe medewerkers kunnen de manier waarop jij het uitdiensttredingsproces inricht, meenemen in hun beslissingsproces. Een goede outboarding toont aan dat je investeert in jouw mensen en hun welzijn. Dit resulteert in een sterke aantrekkingskracht op nieuw talent.


Dit is een artikel van Werkgeverswerk Servicepunt.