30 mei 2024: Agri & Food Logistiek Congres

In de hedendaagse verslogistiek staan we voor complexe uitdagingen, waarbij zero emissie zones de toegang van koelwagens tot stadscentra beperken, waardoor de druk toeneemt om duurzamere transportoplossingen toe te passen. Tegelijkertijd wordt het belang van circulaire processen in de verslogistiek steeds duidelijker. Het vinden van evenwicht tussen deze eisen is essentieel om een toekomstbestendige verslogistieke sector te creëren.
 
De weg naar zero-verspilling

Op donderdag 30 mei ontmoeten beslissers en professionals uit de agri & food sector elkaar om deze complexe uitdagingen te verkennen en te tackelen. Ontdek innovatieve oplossingen, netwerk met toonaangevende experts en deel jouw ervaring binnen deze dynamische sector.

Ben jij erbij? Schrijf je vandaag nog in!

Datum:
Donderdag 30 mei 2024
12:00-18:00 uur
 
Locatie:
KAS
De Bleek 13
3447 GV  Woerden
Bekijk hier de route.
 
Alle informatie en aanmelden:
Ga voor alle informatie en aanmelden naar de website van Agri & Food Logistiek Congres.

23 mei 2024: Online DialoogSessie met Arbeidsdeskundigen UWV

Heeft u ook wel eens vragen over verzuim en begeleiding, langdurige arbeidsongeschiktheid bij een van uw werknemers wachttijd regeling, deskundigenoordeel, WIA aanvragen etc.? Ofwel, de Wet Verbetering Poortwachter

Bespreek uw casuïstiek met UWV op donderdag 23 mei 2024 tijdens deze online sessie “met elkaar en voor elkaar”, met deelname van arbeidsdeskundigen van UWV Noordoost-Brabant, afdeling Sociaal Medische Zaken.
 
Voor wie?
Voor medewerkers binnen uw organisatie die zich bezighouden met de Wet Poortwachter en ziektewet in het algemeen.
Wees welkom om met elkaar het gesprek aan te gaan!
Let op: houd het anoniem. Noem dus GEEN namen of persoonsgegevens van de werknemers die het betreft.
Let op: Dit betreft een sessie expliciet voor werkgevers en niet voor commerciële doeleinden (acquisitie) of vaktechnische vragen.
 
Datum:
23 mei 2024
9:00-10:30 uur
 
Locatie:
Online via MS TEAMS
 
Aanmelden:
Je kunt je hier aanmelden.
De inschrijving is geopend tot en met 20 mei. Schrijf dus tijdig in, het aantal beschikbare plaatsen is beperkt.
 
Voor vragen/opmerkingen mail naar vraag DialoogSessie.

15 mei 2024: Bitterballentafel: Wat is de waarde van gedeelde data voor het optimaliseren van je planning?

Graag nodigt Vijfsterren Logistiek in samenwerking met Logistiek Digitaal jou uit voor de bitterballentafel over slim (her)doseren op 15 mei in Den Bosch.

Kan je operationele voordelen halen als je pre-trip planningsdata van verschillende bedrijven in de regio over elkaar heen legt? Met deze vraag gaan we deze middag aan de slag.

Wat gaan we doen?
• Allereerst gaan we in op de waarde van data delen en het eigenaarschap. Hoe zit dit en hoe kan het veilig en zonder gedoe. (ongeacht of je een TMS hebt of met Excel werkt).

• We gaan in op enkele voorbeelden van succesvol data delen en bekijken de invloed die dit heeft op de bereikbaarheid van een stad of regio.

• Vervolgens verkennen met jullie hoe het delen van pre-trip data in onze regio kan helpen de bereikbaarheid te verbeteren. Zo kan je beoogde planningen over elkaar heen leggen en daarmee drukte-voorspellingen doen, zodat je beter kan anticiperen op verkeerspieken en filedruk waarmee we bijvoorbeeld op de N279 te maken hebben. Samenwerking zou minder file (minder voertuigverliesuren), een betere planbaarheid, dus betrouwbaarheid en mogelijk zelfs andere voordelen op kunnen leveren. Deze (en andere) aannames gaan we met jullie bespreken en in een volgende stap toetsen.

Deze middag benoemen we gezamenlijk welke voordelen we van deze vorm van datadelen voor jullie kunnen verwachten. We vragen jullie luisterend oor én je actieve inbreng, zodat we deze verwachting met jullie kunnen gaan toetsen.
Dit doen we in het kader van een te ontwikkelen living-lab waarbij we met operationele (pre-trip) data willen verkennen welke voordelen we in de praktijk kunnen behalen.

Naast het informatieve programma is er volop gelegenheid om met elkaar te brainstormen over hoe we samen de regio beter bereikbaar kunnen maken. Dit alles natuurlijk onder het genot van een hapje (bitterballen) en een drankje.

Sprekers en experts bij deze bijeenkomst:
• Wout van den Heuvel – TLN
• Robbert Janssen – Ministerie IenW / TransportBeat
• Ruud Arts – Logistiek Digitaal
• Deelnemende ondernemers

Deze bijeenkomst is in principe op uitnodiging. Heb je geen uitnodiging ontvangen, maar is dit onderwerp wel relevant voor jou en wil je actief bijdragen, meld je aan via onderstaande groene button.
We zien je graag op 15 mei!


Datum:
Woensdag 15 mei 2024
15:30-18:30 uur
 
Locatie:
F @degruyter
Veemarktkade 8 (ingang F)
5222 AE ‘s-Hertogenbosch
 
Meer informatie:
Mocht je nog vragen hebben over deze bijeenkomst of dit onderwerp, neem dan contact op met Nicolien Hendrickx via nicolienhendrickx@vijfsterrenlogistiek.nl.
 
In samenwerking met:

14 mei 2024: Netwerkborrel Logistics Management

Graag nodigen wij u als partner van de opleiding uit voor onze netwerkborrel op dinsdag 14 mei 2024 van 15:00-18:00 uur in ons restaurant op de Ruitenberglaan 31 in Arnhem.

Wij organiseren deze middag om u en uw bedrijf in contact te brengen met onze logistieke studenten. We vinden het belangrijk dat onze studenten zo veel (en zo vroeg) mogelijk in contact komen met relevante bedrijven in het logistieke werkveld en middels deze contacten kennis nemen van wat er speelt binnen deze bedrijven op het gebied van logistieke ontwikkelingen, trends en innovaties. Onze netwerkborrels en bedrijven(mid)dagen bieden u als bedrijf de gelegenheid om al in een vroegtijdig stadium contact te leggen met eventuele toekomstige werknemers. Contacten die tot een stage leiden komen zeer regelmatig voor. Vanuit onze ervaring over de afgelopen jaren met dit soort bijeenkomsten, weten wij dat het zelfs meer dan eens is voorgekomen dat contacten die gelegd werden tijdens netwerkborrel of bedrijven(mid)dag en die tot een stage leidden, daarna zelfs werden gevolgd door een arbeidsovereenkomst.

We starten de middag met de presentatie van een (door ons geselecteerd) logistiek bedrijf. Vervolgens gaan we speeddaten! In 4 rondes van elk 15 minuten pitcht u aan wisselende groepjes studenten uw bedrijf, wat uw bedrijf doet, nieuwe ontwikkelingen en trends in de logistieke wereld en wat dat voor uw bedrijf betekent. Studenten hebben na de pitch gelegenheid u met vragen te bestoken.

Programma:
• 15:00-15:30 uur: Ontvangst met koffie/thee en inrichting bedrijfstafel 
• 15:30-15:40 uur: Welkomstwoord en opening door praktijkcoördinator Fokke Steenhuisen 
• 15:40-16:00 uur: Presentatie door een logistiek bedrijf 
• 16:00-17:00 uur: Speeddaten  (4 rondes van 15 min.) 
• 17:00-18:00 uur: Borrel 

Faciliteiten:
U krijgt de beschikking over een eigen tafel die door u zelf ingericht kan worden met promotiemateriaal. Ook een bedrijfsachterwandje of staande banner naast de tafel is mogelijk. Er zijn voldoende stopcontacten aanwezig. Rondom de tafel plaatsen wij stoelen waarop studenten plaats kunnen nemen. Voorafgaand aan de bijeenkomst ontvangen de studenten een lijst met de deelnemende bedrijven. U kunt vrij parkeren op de HAN campus.

Aanmelden:
U kunt zich t/m 19 april aanmelden door het online formulier in te vullen. Wees er snel bij, want er is slechts plaats voor 15 bedrijven. Heeft u nog vragen, mail naar praktijkbureau.LM@han.nl of bel (06) 11957348. Graag tot ziens!

14 mei 2024: Actualiteit Sociale Verzekeringen

Het terrein van werk en inkomen is ingewikkeld en veranderingen zijn vaak ingrijpend. Denk hierbij aan nieuwe wet- en regelgeving waarbij de maatregelen de relatie tussen werkgever en werknemer raken, maar die ook van belang zijn voor het vaststellen van het recht, hoogte en duur bij werknemersverzekeringen.

Bij dit onderwerp neemt UWV Noordoost- en Midden-Brabant je mee in de wijzigingen/voorstellen in de sociale verzekeringen die voor jou en jouw organisatie relevant kunnen zijn. Denk aan regelgeving rondom langdurig verzuim en veel gestelde vragen ten aanzien van Wet Verbetering Poortwachter. Uiteraard is er mogelijkheid tot het
stellen van vragen. Onder andere wordt besproken: actualiteiten omtrent de WIA en het eindrapport van
de commissie OCTAS.

Datum:
14 mei 2024

Programma:
Den Bosch (Locatie UWV Den Bosch)

09:30 uur:  Inloop
10:00 uur:  Start programma
11:30 uur:  Afsluiting

Tilburg (Locatie UWV Tilburg)
14:30 uur:  Inloop
15:00 uur:  Start programma
16:30 uur:  Afsluiting

Deze sessies zullen door UWV experts, Rebecca Geerts en Monique van de Pas, worden gepresenteerd.

Aanmelden:
Je kunt je hier aanmelden voor één of meerdere sessies. Let op, er zijn twee locaties!
Uit ervaring weet UWV dat er veel ondernemers zijn die hierbij willen aansluiten. Daarom het verzoek om maximaal 2 personen per bedrijf aan te melden. Als je je aanmeldt, verwachten zij wel dat je daadwerkelijk komt. Zeker gezien het aantal te vergeven plaatsen.
Deelname aan deze bijeenkomst(en) is/zijn kosteloos. 

Heb je vragen? Mail deze dan naar: communicatienob@uwv.nl

Trans-Imex Warehouse biedt nu ook opslag als Douane-Entrepot

Binnenkort gaat Trans-Imex van start als Douane-Entrepot in hun warehouse, ook wel een bonded warehouse genoemd. Maar wat betekent dat eigenlijk? Simpel gezegd slaan ze producten tijdelijk op waar nog geen invoerrechten en andere heffingen zoals BTW over zijn betaald. Zolang die voorraad tussen hun vier muren staat, dragen zij de verantwoordelijkheid.

Klanten kunnen de goederen voor onbepaalde tijd opslaan totdat de goederen worden geplaatst onder een volgende douaneregeling, worden vernietigd of het douanegebied van de Unie verlaten. Natuurlijk kunnen de goederen ook in het vrije verkeer van de Unie worden gebracht, op dat moment worden de invoerrechten en andere heffingen alsnog betaald.

Het is weer een nieuwe uitdagende dienst voor Trans-Imex, waarmee ze hun klanten nog completer kunnen bedienen. Zij kunnen niet wachten!

Interesse in de mogelijkheden? Neem dan contact op via info@trans-imex.nl / 0413-350588.

Dit is een artikel van Trans-Imex.

Digital Data Square Zuid-Nederland

Met het project ‘Digital Data Square Zuid-Nederland’ gaat Logistics Community Brabant, samen met haar regiopartners REWIN West-Brabant, Midpoint Brabant, Vijfsterren Logistiek en Supply Chain Platform Zuidoost-Brabant, aan de slag om de digitaliseringsgraad van het Supply Chain werkveld in Zuid-Nederland verder te verhogen. In samenwerking met 17 deelnemende bedrijven zijn recent vier proeftuinen gestart rondom de data- en digitaliseringstechnieken: AVS (Augmented reality – Virtual reality – Serious gaming), SSCC (Smart Supply Chain Contracts), robotisering en Digital Twin. 
 
Het consortium hoopt hiermee: slimme oplossingen en toepassingen te kunnen realiseren voor proces- en ketenoptimalisatie; een kennisintensief supply chain werkveld te realiseren; toegevoegde waarde te creëren voor het supply chain werkveld op het gebied van data- en digitaliseringstechnieken én generieke tools en oplossingen te ontwikkelen. 
 
Bas Holland (LCB-Business Developer): “Er liggen veel uitdagingen op ons logistieke bordje. Factoren zoals klimaatverandering, vergrijzing en supply chain verstoringen, benadrukken het belang van een innovatieve en toekomstbestendige supply chain. DDSZ verstrekt de basisconditie en het aanpassingsvermogen van bedrijven in de supply chain. Dit doen we niet op papier, maar op de werkvloer en niet alleen voor het groot bedrijf, maar juist ook voor het MKB.”
 
4 proeftuinen
Omdat digitalisering meerdere specialismes bevat, is het project onderverdeeld in 4 proeftuinen:
• AVS (Augmented reality – Virtual reality – Serious gaming) waarbij de laatste AVS-technieken worden doorontwikkeld, getest en in de praktijk toegepast.  Met name inzet van AVS voor het onboarden en trainen van medewerkers krijgt hierbij de aandacht. 
• Robotisering en data-driven robotiseringstechnieken worden in de proeftuin doorontwikkeld en getest zodat bijvoorbeeld complexe multitask pick & pack processen gecombineerd en gekoppeld kunnen worden. 
• SSCC (Smart Supply Chain Contracts) combineert Artificial Intelligence, Internet of Things, blockchain en identifying (SSI/DID’s) technieken in cloud-oplossingen zodat deze werkbaar in te zetten zijn voor zelfregulerende supply chain processen. 
• Digital Twin waarbij de Digitale Atlas verder doorontwikkeld wordt. Hiermee is met één druk op de knop realtime de bereikbaarheid van Zuid-Nederland beschikbaar.
Op 21 september 2021 was de kick-off van het project.
 

Subsidie
Het project ‘Digital Data Square Zuid-Nederland’ is mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van OPZuid én door een bijdrage van de Provincie Noord-Brabant. De subsidieperiode loopt tot en met 31 december 2023. 

Ga voor alle informatie naar de website van LCB/DDSZ.

Zuid-Nederland spint garen bij nieuwe data- en digitaliseringstechnieken

Onlangs werd het subsidieproject Digital Data Square Zuid-Nederland (DDSZ) succesvol afgerond. 2 jaar lang werkten zo’n 20 bedrijven samen om de digitaliseringsgraad van het Supply Chain werkveld in Zuid-Nederland verder te verhogen.

Nicolien Hendrickx, projectleider DDSZ: “Het was fantastisch om met deze ondernemende bedrijven innovaties in de praktijk te realiseren. Met de begeleiding van Logistics Community Brabant en haar regiopartners REWIN West-Brabant, Midpoint Brabant en Vijfsterren Logistiek, zijn deze bedrijven echt een stap verder gekomen met digitalisering. In 4 proeftuinen (AVS, robotisering, smart supply chain contracts en digital twin) zijn de deelnemers aan de slag gegaan en zijn bruikbare innovaties ontwikkeld.

Zo hebben Frigo Breda en VDL Automated Vehicles onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van autonoom transport
op semi-openbaar terrein. Pharox, Collect+Go en Sentors ontwikkelden een app waarmee chauffeurs hun lading ontime kunnen registreren. Alba Concepts heeft op innovatieve wijze vormgegeven aan verduurzaming op basis van data binnen de bouwsector, waar carbon credits het uitgangspunt zijn. Deze, maar ook alle andere innovaties, komen beschikbaar voor de markt.”

Onderzoek waar het werkveld écht om vraagt
Het DDSZ-project is niet het enige project waar LCB kartrekker van is. Inmiddels zijn er al vele succesvolle projecten afgerond en er gaan er nog veel meer komen. “Dat is juist de kracht van onze organisatie, zegt LCB-directeur Leo Kemps*. Wij zitten aan tafel bij Brabantse MKB-ers en weten zodoende welke vragen er spelen. Ons doel is om partijen bij elkaar te brengen en zo samen toe te werken naar nieuwe innovaties op logistiek gebied. Met name digitalisering en verduurzaming worden steeds belangrijker. Daarom zijn dat ook de twee speerpunten waar wij de komende jaren mee aan de slag gaan.”
Ons doel is om partijen bij elkaar te brengen en zo samen toe te werken naar nieuwe innovaties op logistiek gebied.

Nieuwe koers
Met een nieuw strategisch plan gaat LCB een nieuwe koers varen. “Er gebeurt in Noord-Brabant ontzettend veel op logistiek gebied en tegelijkertijd snakken bedrijven naar vernieuwingen en logistieke oplossingen”, zegt Leo Kemps. “Daarom zijn wij nú met onze achterban in overleg over onze maatschappelijke bijdrage voor de toekomst. Wij blijven een neutraal platform en zijn continu op zoek naar mogelijkheden om de logistiek in Brabant ‘future proof’ te ontwikkelen.

*Sinds februari 2024 is Leo Kemps met pensioen. Zijn functie is in december 2023 overgenomen door Daan Quaars.

Dit is een artikel van Brabant in Business.

Echte problemen oplossen, niet achter hypes aanrennen

Wat zijn de grote maatschappelijke problemen en hoe kan logistiek daarin een bijdrage leveren? Daar heeft TKI Dinalog zich over gebogen met als resultaat de Nationale Kennisagenda Logistiek. Directeur Niels Agatz zou graag minder focus op technologie willen zien, en meer missiegedreven handelen.

Om in de wirwar van innovatieprojecten en onderzoeksprogramma’s wat meer helderheid te bieden, komt TKI Dinalog met een nieuw initiatief, de Nationale Kennisagenda. Wat opvalt is dat de maatschappelijke relevantie als uitgangspunt is gekozen, niet datgene wat verladers en vervoerders zelf het meest denken nodig te hebben om hun processen te optimaliseren. Minder achter technologische hypes aanrennen, maar meer zoeken naar oplossingen voor de echte problemen in de samenleving en welke rol de logistieke sector daarin kan leveren.

Samen bepalen waar onderzoek over moet gaan
Wetenschappelijk directeur van TKI Dinalog, Niels Agatz, denkt dat dit de manier is om zowel het bedrijfsleven als de overheid en de kennisinstellingen op één lijn te krijgen. “We hebben afgelopen zomer veel sessies gehouden en rond de vijftig mensen uitgebreid gesproken in ronde tafelsessies om te horen wat er precies leeft. Wat zijn de topics die voor hen en voor de samenleving van belang zijn? Niet dat we die de komende paar jaar even gaan oplossen, maar wel om samen te bepalen waar we vooral in moeten investeren om vanuit de logistiek een bijdrage te leveren aan het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen. Laten we daar dan aan gaan werken in plaats van ons steeds weer te laten afleiden door wat er aan technologie op ons afkomt.”

Wat hebben jullie voor ogen met deze agenda?
“Het doel van deze nieuwe kennisagenda is om voor de komende jaren het kompas te zijn voor het ontwikkelen van uitvragen voor onderzoek en het beoordelen van onderzoeksvoorstellen binnen TKI Dinalog. Tot nu toe was dat vaak technologie gedreven. Er komt iets op ons af, dat gepresenteerd wordt als de oplossing van veel problemen. In de praktijk komt daar niet zoveel van terecht. Natuurlijk is het goed om te kijken wat technologie kan betekenen, maar dan wel met het doel om de echte problemen op te lossen in plaats van oplossingen te verzinnen voor een probleem, dat niet als probleem wordt ervaren.”

Heb je daar een voorbeeld van?
“Nou blockchain is zo’n voorbeeld. Dat blijkt dan toch niet de oplossing voor alle vraagstukken in de logistiek te zijn. De toepassing van drones is dat evenmin. Kijk ook naar AI. Iedere technologie kan een bijdrage leveren. Maar laten we eerst het probleem centraal stellen en dan kijken of en dan vervolgens welke technologie de beste oplossing biedt. Of dat er andere, goedkopere oplossingen zijn. Ik vind overigens ook dat AI een heel grote bijdrage kan leveren. Laten we dat de komende jaren vooral in onze onderzoeken betrekken. Maar niet als de enige oplossing.”

Hoe moet het dan wel?
“Het liefst zie ik dat we innovatieprojecten optuigen met uitdaging als uitgangspunt: hoe kunnen we de zichtbaarheid in de keten vergroten? Hoe kunnen we ketens duurzamer maken? Niet blijven hangen in een verkokerde visie op technologie. Vooral ook kijken naar zaken als gedrag, omgaan met elkaar. Minder hijgerig achter trends aanlopen in ieder geval. Overigens er zijn nog steeds programma’s die lopen en dat moet ook gewoon doorgaan, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering. Maar dan toch graag wat minder vanuit een mogelijke oplossing, meer vanuit het probleem.”

Sluit dit ook beter aan bij de financieringsvoorwaarden?
“We proberen met de kennisagenda de drie partijen waar het om gaat – bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen en overheid – bij elkaar te brengen. De vijf punten zijn voor iedereen van belang. Natuurlijk zijn er andere onderwerpen die voor bedrijven net zo goed belangrijk zijn. Maar met deze agenda brengen we de cirkeltjes bij elkaar. Niet omdat dit is wat de overheid specifiek wil, maar het is wel waar de overheid financieringsmogelijkheden voor heeft ontwikkeld.”

Voelen bedrijven zich wel aangesproken met deze topics?
“Dat denken we zeker. Neem bijvoorbeeld bevolkingsgroei en demografie. Dat komt voort uit schaarste op de arbeidsmarkt waar bedrijven tegenaan lopen. Het zijn concrete thema’s waar ondernemers mee te maken hebben. Wellicht dat een mkb-ondernemer andere termen gebruikt, maar hij zal zeker de achterliggende problematiek herkennen.”

Het maatschappelijk verdienvermogen, waar doel je dan op?
“Dat gaat over de vraagt in hoeverre logistiek in de Nederlandse samenleving niet alleen waarde creëert maar ook schade aanbrengt. Daar willen we de ogen niet voor sluiten. Als bepaalde activiteiten niet meer kunnen, dan is dat zo. Alleen, waar gaan we dan wel ons geld mee verdienen? Welke keuzes moeten we daarin maken? Willen we Nederland Distributieland nog overeind houden? Nogmaals, misschien dat ondernemers dit ervaren als ambtelijke terminologie, maar het is wel voor de hele sector relevant.”

Dit zou aanleiding kunnen zijn tot veel discussie
“Het zou inderdaad kunnen dat de uitkomsten van door ons geïnitieerd onderzoek inzichten opleveren die indruisen tegen het huidige of toekomstige overheidsbeleid. Dat levert zeker discussie op en dat is ook wat wij willen en wat de overheid zelf ook wil. Feedback ontvangen op basis van gedegen onderzoek, niet op basis van een gevoel dat we alles moeten behouden wat er is.”

Gaat het lastiger worden om onderzoek gefinancierd te krijgen?
“Daar moeten we wel rekening mee houden inderdaad; dat is zeker zorgelijk voor ons als sector. Aan de andere kant, alles is logistiek en ook de overheid beseft dat je niet kunt ophouden met logistieke activiteit in dit land. In allerlei stuurgroepen proberen we daar steeds weer aandacht voor te vragen en logistiek hoog op de agenda te houden. Anders lopen we het gevaar dat de overheid afhaakt. Vandaar dat we ons blijven inzetten binnen het ‘missiegedreven’ innovatiebeleid, zoals de overheid dat heeft geformuleerd. Zeker in de circulaire economie waar we naar op weg zijn. Er wordt heel vaak gewezen naar de overheid. Wij vinden dat we beter samen met de overheid kunnen nadenken over nieuwe regulering en dat zoveel mogelijk meenemen in onze onderzoeksprogramma’s.”

Dit is een artikel van TKI Dinalog.

Transport en Logistiek Nederland omarmt digitaliseringsscan

Transport en Logistiek Nederland (TLN) en Logistics Community Brabant (LCB) gaan samen aan de slag om de digitaliseringsgraad bij Nederlandse transportbedrijven te verhogen. Dit gaan zij doen aan de hand van de digitaliseringsscan; een tool die bedrijven inzicht geeft in hun digitaliseringsstatus. Onlangs ondertekenden Stephanie Wagenaar (TLN) en Daan Quaars (LCB) de overeenkomst.

De ontwikkelingen op het gebied van automatisering en data gedreven werken in de logistieke- en transportsector nemen een enorme vlucht. Voor (mkb)bedrijven is niet of nauwelijks nog bij te houden welke acties genomen moet worden om in te kunnen spelen op de veranderingen uit de markt, eisen en wensen vanuit klanten en regelgeving en optimalisatie van eigen processen. De digitaliseringsscan geeft bedrijven een helder beeld van alle aspecten die een rol spelen bij digitalisering in hun bedrijfsvoering.

De digistaliseringsscan, ontwikkeld in het innovatieproject Data Science voor Logistieke Innovatie (DALI), is de voorbije twee jaar door LCB al succesvol uitgevoerd bij zo’n 70 transportbedrijven in Zuid-Nederland. De samenwerking met TLN biedt mogelijkheid om nog eens 100 bedrijven in heel Nederland te ondersteunen met een digitaliseringscan.

Bas Holland, business developer bij LCB: “Deze scan brengt  in kaart waar ondernemingen staan als het gaat om digitalisering. De scan richt zich op data en ICT bij bedrijven met warehousing en transport operaties. Met behulp van een status dashboard en een praktisch actieplan gaan wij in gesprek over de uitkomsten en implementatie.”

Stephanie Wagenaar: “Digitalisering is één van de speerpunten in de strategie van TLN. Deze scan is een belangrijk hulpmiddel voor bedrijven om ze bewuster te maken maar vooral om ze op weg te helpen om stappen te zetten naar een data gedreven onderneming. Mooi dat we de scan nu ook landelijk aan bedrijven kunnen aanbieden.”

Naast LTN en LCB hebben ook Midpoint Brabant en Rewin West-Brabant toegang tot de scan om toe te passen in hun eigen regio. De scans worden uitgevoerd in de periode maart t/m augustus 2024. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Wout van den Heuvel (wvdheuvel@tln.nl) of Bas Holland (holland.b@lcb.nu).


Dit is een artikel van TLN.

Bedrijven hebben groot belang bij regionale samenwerking

Hoe houd je je als ondernemer staande in deze zeer dynamische wereld? De consument is kritisch, veeleisend en veranderlijk, de concurrentie groot. Gelukkig telt onze regio Noordoost-Brabant veel goede ondernemers en diep gewortelde ondernemingen die voor onderlinge kruisbestuiving zorgen. Dat betekent echter niet dat we achterover kunnen leunen, waarschuwt Fleur de Best, regiomanager Noordoost-Brabant van VNO-NCW Brabant Zeeland.

Bijna de helft van de ondernemers vindt Nederland namelijk geen aantrekkelijk land meer om te ondernemen. Eén op de vijf bedrijven overweegt zelfs te vertrekken uit Nederland, blijkt uit de jaarlijkse peiling die VNO-NCW en MKB-Nederland uitvoerden. Dat geldt ook voor bedrijven in Brabant. Dat zijn schokkende cijfers. Fleur benadrukt dat daardoor het belang van samenwerken alleen maar groter wordt, ook regionaal. “De opgaven zijn té groot, niemand kan het alleen.”

Het belang van een goed ondernemersklimaat
VNO-NCW Brabant Zeeland is een ondernemingsnetwerk dat ondernemers versterkt, verbindt en vertegenwoordigt. Zij bieden een platform om kennis en ervaringen uit te wisselen en dragen via lobby en belangenbehartiging bij aan het verbeteren van het vestigingsklimaat. Over dat vestigingsklimaat maakt Fleur zich juist zorgen. En niet alleen Fleur, ook de ondernemers.

“Uit de laatste peiling is gebleken dat meer dan 75 procent van de ondernemers vindt dat het ondernemingsklimaat de afgelopen vijf jaar is verslechterd. Een kwart geeft aan de komende twaalf maanden niet meer te investeren. Zorgelijk want die investeringen zijn juist de motor van ons verdienvermogen. Bedrijven en ondernemers zorgen voor de innovatie en houden de motor van de regio draaiende. Dankzij hen kunnen we ook onder andere politie, zorg en onderwijs blijven financieren. Daarom is een goed ondernemersklimaat van cruciaal belang, voor ons allemaal.”

Wat maakt een regio aantrekkelijk? 
“Het totaalplaatje moet kloppen”, stelt Fleur. “De uitdagingen in de regio Noordoost-Brabant, die we al voelen en die de komende jaren nog meer voelbaar worden, liggen nu vooral op het gebied van arbeidsmarkt en energietransitie. Maar ook de beschikbaarheid en kwaliteit van water worden een steeds groter probleem.” 

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat vraagt een integrale aanpak volgens Fleur. “Het gaat ook om een goede bereikbaarheid, voldoende passende huisvesting en faciliteiten, zoals scholen, sportvoorzieningen, cultuur, winkels, horeca. De overheden hebben daarin vooral een faciliterende rol, zoals het op tijd verlenen van vergunningen zodat er geen vertraging ontstaat. Daarnaast is het goed dat er in de regio samen met AgriFood Capital aan versterking van het startup ecosysteem wordt gewerkt.”

Goed in samenwerken
“De samenwerking tussen lokale overheid en ondernemers gaat in onze regio steeds beter. Partijen zoeken elkaar steeds meer op, waar ze vroeger soms tegenover elkaar stonden. Mooie voorbeelden zijn de Economic Board in Oss en de duo-aanpak in Meierijstad waar wethouders en ondernemers samenwerken aan belangrijke thema’s. Er ontstaat meer vertrouwen en besef dat we elkaar nodig hebben. Zo richtte Koning Willem I College vorg jaar de Omgevingsraad op waarin bedrijven kunnen meedenken over de koers van het regionale opleidingscentrum.  Vanuit VNO-NCW Brabant Zeeland probeer ik aan deze en andere initiatieven mijn steentje bij te dragen, onder andere door het delen van best practices.” 

Er ontstaat meer vertrouwen en het besef dat we elkaar nodig hebben voor een goede toekomst voor inwoners, ondernemers en werknemers
De regio Noordoost-Brabant loopt voorop als het gaat om regionaal samenwerken, vindt Fleur. “We waren de eerste arbeidsmarktregio in Nederland die het 1werkcentrum oprichtte. Hier kunnen werkgevers, werknemers en werkzoekenden terecht met al hun vragen over werk en personeel. Een initiatief van gemeenten, UWV, VNO-NCW Brabant Zeeland, Noordoost Brabant Werkt, onderwijs, ontwikkelbedrijven, vakbonden, SBB, LeerwerkLoket en Werkgeversservicepunt Noordoost-Brabant. Een echte gezamenlijke inspanning!”

RNOB Ondernemerstafels
In 2022 is RNOB gestart met Ondernemerstafels. Hier delen ondernemers en lokale overheid, zowel ambtelijk als bestuurlijk, kennis met elkaar over onder andere de maatschappelijke opgaven. Tegelijkertijd biedt het gelegenheid om te laten zien welke ondersteuning ondernemers in Noordoost-Brabant kunnen krijgen voor bijvoorbeeld innovaties.

Fleur is vanuit VNO-NCW als klankbord betrokken bij de organisatie van deze Ondernemerstafels. “Het idee van de Ondernemerstafels is goed: elkaar opzoeken en kennis delen. Zo leren we elkaar en elkaars werelden beter kennen. Maar het is niet eenvoudig om een programma aan te bieden dat voor een bredere doelgroep relevant is en om er dan voldoende deelnemers voor te krijgen. Wat voor de een interessant en verrijkend is, kan voor de ander gesneden koek zijn of misschien juist wel te ingewikkeld. Dat vind ik echt wel een aandachtspunt. Mijn advies is daarom om vooral ook aan te haken bij wat er al is, zoals bij de klankbordgroepen van VNO-NCW Brabant Zeeland. Wij organiseren klankbordgroepen met ondernemers op de vier belangrijke thema’s, waaronder Milieu & Duurzaamheid en Arbeidsmarkt & Onderwijs.”

Eén boodschap richting Den Haag
Ook richting het Rijk ziet Fleur verandering. “Het Rijk maakt het momenteel extra uitdagend voor ondernemers. Ze schuiven beslissingen voor zich uit, passen gemaakte regelgeving aan en ook de vertraging in de kabinetsformatie werkt niet mee. Het is frustrerend dat bedrijven die willen verduurzamen dat niet kunnen, omdat er onvoldoende elektriciteit of ruimte is. Dit komt niet ten goede aan het ondernemersklimaat, dat al zo kwetsbaar is. Als regio is het daarom nog belangrijker dan ooit tevoren om samen op te trekken. Niet alleen als gemeenten onderling, maar ook met bedrijven en met provincie, zodat we met één gezamenlijke boodschap richting het Rijk kunnen gaan.”

Al met al vindt Fleur dat we het als regio goed doen. “Laten we de ingeslagen weg vervolgen, koers houden, elkaar blijven opzoeken en samen ervoor zorgen dat Noordoost-Brabant aantrekkelijk blijft voor inwoners, ondernemers en werknemers.” 

Dit is een artikel van RNOB.

Kabinet moet fors investeren in logistieke innovatie

Ronald Paul, boegbeeld voor de Topsector Logistiek, heeft in een brief aan informateur Ronald Plasterk aangedrongen op het investeren in logistieke innovatie om maatschappelijke en economische uitdagingen in beweging te brengen.

Nederland is een handelsnatie bij uitstek. Ons hoogwaardige logistieke systeem is hierin altijd een drijvende kracht geweest, ook voor ons vestigingsklimaat. Een drijvende kracht die vaak voor lief wordt genomen, met veel aandacht voor de lasten en niet de lusten. Want zonder logistiek blijven de schappen leeg, komen er geen pakketjes thuis en bouwen we minder snel duurzame woningen.

“Logistieke activiteiten dragen bij aan 14% van het BBP. Het verbeteren van slimme logistiek draagt bij aan veerkracht, strategische autonomie, duurzaamheid en betere benutting van bestaande infrastructuur. Daarmee draagt logistiek significant bij aan het oplossen van onze economische en maatschappelijke uitdagingen”, stelt Ronald Paul.

In de brief roept hij het kabinet op te investeren in logistieke innovatie, betere benutting van het mobiliteitssysteem en oplossingen in het ruimtelijke- en energiedomein. “Investeer in de publiek-private samenwerking, zoals die plaatsvindt binnen de Topsector Logistiek, waar door middel van innovatie en opschaling, verdere verduurzaming, vergroting van veerkracht, en een efficiënter gebruik van het mobiliteitssysteem en de schaarse ruimte wordt bereikt.”

Ook roept hij op te investeren in schone, duurzame en veilige modaliteiten en het gebruik van goederenvervoercorridors om Nederland bereikbaar te houden. Ten slotte benadrukt hij de noodzaak om mobiliteit, zowel goederen- als personenvervoer, goed mee te wegen bij beslissingen over ruimtelijke planning, zoals woningbouw.

De voorgestelde maatregelen zijn ontworpen om de Nederlandse economie te versterken, de internationale handelspositie te verbeteren en bij te dragen aan de wereldwijde duurzaamheidsdoelstellingen. De Topsector Logistiek nodigt het kabinet uit om de krachten te bundelen en gezamenlijk te werken aan een toekomstbestendige logistieke positie van Nederland.

Bekijk hier de brief aan de informateur.


Dit is een artikel van de Topsector Logistiek.

Netcongestie blijft een probleem: hoe omzeil je het?

Het elektriciteitsnet is overvol. Netwerkbedrijf Alliander verwacht
dat er nog zeker tien jaar files op het net zullen zijn. Netcongestie is voorlopig dus nog niet verholpen, maar er zijn wel manieren om het tegen te gaan.

De energietransitie is in volle gang. Afstappen van fossiele brandstoffen betekent vaak overstappen op elektriciteit, bijvoorbeeld van benzine- naar elektrische auto’s. Alleen kan het elektriciteitsnet de rap toenemende vraag naar en aanbod van duurzame stroom niet aan. Er ontstaat netcongestie, wat ervoor zorgt dat bedrijven, windmolenparken en nieuwe woonwijken niet kunnen worden aangesloten op het stroomnet.

Net uitbreiden
Netbeheerders investeren fors in het verzwaren van het fysieke elektriciteitsnet, maar dat vergt veel tijd, materieel en technisch personeel. Zo ook Alliander, dat het afgelopen jaar 1,4 miljard euro in de verbouwing van energienetten stak. Een nieuw record, zegt CEO Maarten Otto. “Wij bouwen zo snel als we kunnen om het energienet uit te breiden. Daarmee kunnen we de komende tien jaar 23.000 transformatorhuisjes plaatsen, gaat tienduizenden kilometer kabel de grond in en worden honderden elektriciteitsstations aangepast of nieuw gebouwd. Tot 2050 gaat één op de drie straten open om het energienet van de toekomst te realiseren.”

Wat kan er nu al?
Aan oplossingen wordt dus hard gewerkt, laat Alliander weten. Maar de organisatie loopt tegen zijn grenzen aan, en het resultaat van alle investeringen zal nog een paar jaar op zich laten wachten. Wat zijn mogelijkheden om netcongestie op dit moment tegen te gaan?

1. Energieopslag
Duurzame stroom uit zon en wind is afhankelijk van de weersomstandigheden. Wanneer de zon fel schijnt, gaat de elektriciteitsproductie door het dak. Op andere dagen wordt er veel minder zonnestroom opgewekt. Een batterij kan helpen om het elektriciteitsnet in balans te houden. Op de momenten dat er een overschot is aan zon- of windenergie, slaat de accu stroom op om het vervolgens later te gebruiken. Zo kunnen batterijen pieken opvangen en het elektriciteitsnet ontlasten. Naast batterijen zijn er meer manieren om energie op te slaan, bijvoorbeeld met waterstof of een warmtebuffer.

2. Energiehubs
Het bedrijfsleven ondervindt nu al de negatieve gevolgen van netcongestie. Ondernemers die willen uitbreiden en verduurzamen, kunnen vaak geen grotere aansluiting op het net krijgen. Wanneer bedrijven verenigd zijn in een energiehub, lukt dit vaak wel. In een energiehub wisselen diverse bedrijven stroom aan elkaar uit. Dit kan omdat bedrijven vaak niet alle stroom gebruiken waar ze op papier recht op hebben. Daar komt bij dat de bedrijven niet allemaal op hetzelfde moment dezelfde hoeveelheid stroom nodig hebben. In een energiecollectief wordt de beschikbare energie onderling verdeeld, waardoor er minder aansluitingen nodig zijn. Dit vermindert de druk op het toch al volle elektriciteitsnet. De overheid heeft 166 miljoen euro vrijgemaakt om deze energiehubs te stimuleren.

3. Anders met energie omgaan
Bedrijven en huishoudens kunnen netcongestie tegengaan door hun energiegebruik aan te passen. Energiebesparing is daar één onderdeel van. Hoe minder energie er wordt verbruikt, hoe minder er over het elektriciteitsnet hoeft te worden vervoerd. Ook doen flexibele energiecontracten hun intrede. Bedrijven die tijdens de piekuren geen of minder stroom afnemen, worden beloond met een gunstiger tarief. Daarnaast worden huishoudens gestimuleerd om op drukke momenten het net te ontlasten. Dit kan al door de auto niet ’s nachts op te laden, maar overdag.

4. Kabel delen
Naast nieuwe kabels aanleggen, kunnen de huidige kabels ook efficiënter worden gebruikt. Dat gebeurt met cable pooling. Het houdt in dat meerdere projecten op één aansluiting worden geplaatst, waardoor over eenzelfde kabel meer energie kan worden getransporteerd. Cable pooling werkt bijvoorbeeld goed voor zon- en windparken. Wanneer de zon schijnt, is er meestal weinig wind. En wanneer de wind waait, is er vaak geen zon. In dat geval loont het om een kabel te delen. Het scheelt aansluitingen op het net, ondergrondse ruimte en de nodige aansluitkosten.

Dit is een artikel van Change Inc.

Vrouwen in de sector transport en logistiek

Goed en genoeg personeel vinden blijft voor de sector transport en logistiek een uitdaging. Een belangrijke groep voor de instroom zijn vrouwen. Het aandeel vrouwelijke werknemers neemt toe. De instroomcijfers van vrouwen liggen boven de uitstroom. Hieronder een greep uit onze Arbeidsmarktrapportage 2023.
 
Aandeel vrouwen in de sector transport en logistiek
Eind 2022 is 13% van de werknemers in de sector vrouw (bijna 22.000 vrouwen).
Het aantal vrouwelijke werknemers neemt toe en zal naar verwachting de komende jaren ook verder toenemen. Het aandeel vrouwen dat werkt (vrouwelijke beroepsbevolking) groeit. De meeste vrouwen in de sector zijn werkzaam in finance/sales/ administratie/ICT. Daarna volgen de functies vrachtwagenchauffeur en manager/directeur/verantwoordelijke voor de vestiging.
 
Aandeel vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs neemt toe
In het tweede kwartaal van 2023 is bijna 5% van de chauffeurs in de sector vrouw. Het aandeel vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs neemt de laatste jaren steeds verder toe. Onder logistiek medewerkers en transportplanners (werkzaam binnen en buiten de sector transport) is het aandeel vrouwen 25%.

In bijna twee derde van bedrijven in de sector werken vrouwen
In 63% van de bedrijven in de sector zijn vrouwen werkzaam. Bij bedrijven met vrouwen werken gemiddeld 3 vrouwen. Bij kleine bedrijven (max. 20 werknemers) met vrouwen werkt gemiddeld 1 vrouw, bij middelgrote bedrijven werken gemiddeld 3 vrouwen en bij grote bedrijven (101+ werknemers) gemiddeld 29 vrouwen.

Personeels- en baankenmerken vrouwen in sector
• Bijna een derde van de vrouwen die werken als vrachtwagenchauffeur heeft een flexibel contract. Voor mannen is dit bijna ongeveer een vijfde. Zij hebben dan een tijdelijk contract, zijn oproepkracht of uitzendkracht.
• Van de vrouwen werkzaam als transportplanner of logistiek medewerker is ongeveer een vijfde laag opgeleid. Een derde van de vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs is laag opgeleid. Van de mannelijke vrachtwagenchauffeurs is dit ruim de helft.
• De helft van vrouwelijke chauffeurs en logistiek medewerkers of transportplanners werkt parttime. 16% van de mannelijke vrachtwagenchauffeurs en 17% van de mannelijke logistiek medewerkers werkt in 2023 parttime.
• 45% van de vrouwen die werken als vrachtwagenchauffeur is jonger dan 35 jaar. Bij de mannelijke chauffeurs is dit minder dan een derde. Het aandeel 55+ is bij de chauffeurs een stuk hoger onder de mannen.

Voordelen van vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs volgens werknemers: meer aandacht voor het privéleven en tevredener klanten
Aan werknemers in de sector is gevraagd welke voordelen het heeft voor het bedrijf om vrouwelijke chauffeurs te hebben. De helft van de werknemers vindt dat er geen voordeel is van het in dienst hebben van vrouwelijke chauffeurs. Mannen en vrouwen staan dus op dezelfde voet. Werknemers die wel voordelen zien, noemen het vaakst meer aandacht voor het privéleven en meer persoonlijke aandacht.

Bekijk hier het thema vrouwen in de sector van de Arbeidsmarktrapportage 2023.



Dit is een artikel van STL.

Oplopende magazijnkosten? Bespaar met deze quickwins

De torenhoge inflatie en stijgende energie- en personeelskosten bezorgen handels- en productiebedrijven veel hoofdpijn. De kostenstijgingen drukken enorm op de – toch al kleine – marges. Ga je deze kosten direct doorberekenen aan de klant of is dit een kans om besparingsmogelijkheden te bekijken op grote kostenposten? In dit artikel geeft bedrijfsadviseur Arjen Lagerweij een aantal mogelijke oplossingen.

Er zijn veel verschillende kostenposten in het magazijn. Een van de belangrijkste daarvan is de voorraad. De hoogte van de voorraadkosten worden mede bepaald door de servicegraad naar de klanten, de verkrijgbaarheid van de producten en het inkoopbeleid. Allemaal factoren waar een logistiek manager niet altijd veel invloed op heeft. Wel heeft hij of zij zicht en inspraak op de kosten voor bijvoorbeeld arbeid, intern transport, magazijninrichting, ICT, verpakkingsmachines inclusief materiaal en het energieverbruik. Deze kosten zijn veelal aan elkaar verbonden en in dit artikel kijken we vooral naar arbeid en energie.

Een efficiënt logistiek proces
“Over het algemeen focussen ondernemers zich voornamelijk op het reduceren van de prijsstijging  van arbeid, leveranciers en energie”, zegt Arjen Lagerweij. “Naar mijn mening kijken we te weinig naar de bron van waaruit de behoefte aan arbeid en energie ontstaat. Zo’n ‘bronaanpak’ biedt interessante inzichten en ook kansen om arbeid en energie kunnen besparen. Daarnaast is het natuurlijk altijd goed om te onderzoeken of je niet te veel betaalt.”

Omdenken
Door op een andere manier naar bepaalde uitdagingen te kijken zul je volgens Lagerweij merken dat er veel quickwins te vinden zijn als het gaat om besparingen op arbeid en energie. “Maar daar is wel een staaltje ‘omdenken’ nodig. Om dat ‘omdenken’ te activeren in een bedrijf is het nodig om een beetje afstand te nemen van ‘zoals we het altijd gedaan  hebben’. Dat doe je door te kijken naar de losse onderdelen van het logistieke proces. Neem bijvoorbeeld ‘het bedienen van klanten’ en kijk naar de wijze waarop dit georganiseerd wordt: van binnenkomst van de goederen tot de daadwerkelijke verzending van de order.”

Een paar voorbeelden van quickwins
• Als je het aantal leveringen en leveranciers kunt reduceren, dan bespaar je meteen op vrachtkosten, transportbewegingen, open deuren voor het lossen, inboekingen en rijafstanden bij het inruimen van de goederen.
• Als je bij goederenontvangst de goederen slim sorteert op zone of gangpad kun je in één ronde meerdere artikelen efficiënt wegrijden. Dat bespaart je tijd en rij-afstanden.
• Als je alle handelingen waar medewerkers vrijwel stilstaand werken samenvoegt in één ruimte, dan hoef je alleen deze ruimte te verwarmen. Medewerkers kunnen dan ook makkelijker elkaars taken overnemen.
• Wanneer klanten meerdere keren op een dag bestellingen plaatsen is het raadzaam om te wachten tot het eind van de dag en dan in één orderverzamelronde alles uit het magazijn te halen. Dit bespaart loop-/rijafstanden en tijd.
• Als klanten vaker dezelfde artikelen bestellen in verschillende hoeveelheden per order is het interessant om in gesprek te gaan met de klanten om te gaan werken met een aantal artikelen per omverpakking. Op die manier reduceer je het aantal orderregels en aantallen verzamelhandelingen.

Digitalisering
Naast het efficiënter inrichten van processen en het verminderen van verspillingen kan digitalisering ook een handig hulpmiddel zijn om arbeid en energie te besparen in het magazijn. Digitalisering kan er voor zorgen dat je de handelingen efficiënter uitvoert, omdat de informatiestroom immers voor de goederenstroom uitgaat. Daarnaast zijn er makkelijker koppelingen te maken met systemen binnen en buiten het bedrijf. Dit maakt bedrijven wendbaar en toekomstbestendig, zegt Lagerweij. “Met digitalisering kun je bijvoorbeeld bij orderontvangst al meteen berekenen hoeveel pallets met goederen er klaar staan voor de vervoerder op een bepaalde tijd. Je kunt bovendien een goede inschatting maken van het aantal medewerkers dat nodig is om de orders te verwerken.”

Beschikbare data
Zonder grote investering in digitalisering is het binnen de meeste bedrijven goed mogelijk om quickwins te behalen. Denk bijvoorbeeld aan de grote hoeveelheden beschikbare data en software die nog onvoldoende gebruikt worden om de kostbare arbeidsuren slimmer in te zetten.

Een paar voorbeelden:
• Door digitale koppelingen en platforms in te richten met je klanten is het niet meer nodig om orders handmatig in het eigen orderverwerkingssysteem te zetten.
• Ga op zoek naar klanten die soortgelijke bestelpatronen hebben. Je kunt dan in één ronde meerdere soortgelijke orders verzamelen. Tip: Plaats deze artikelen in dezelfde pick-zone.
• Door software goed in te richten kunnen er in het magazijn vaak ‘dubbelspelen’ worden gemaakt. Een interntransportvoertuig kan dan op slimme wijze worden aangestuurd, zodat het aantal keren ‘leegrijden’ (lees: rijden zonder last op de vorken) verminderd kan worden.
• Er zijn steeds meer slimme apps (zoals Robotic Process Automation) die helpen met het automatisch afhandelen van repeterende processen. Dit bespaart enorm op het aantal kliks en het telkens moeten invullen van verschillende schermen.
• Door slimme dockplanning kan het laden en lossen efficiënter en meer gelijkmatig worden 

Let op: Met de huidige hardware- en personeelstekorten zullen niet alle digitaliseringswensen direct vervuld kunnen worden.

Betaal ik te veel?
Naast alle mogelijke manieren om kosten bij de bron aan te pakken, blijft het interessant om te berekenen of je niet te veel betaalt. In het Panteia rapport ‘Kostenontwikkelingen in transport aanverwante activiteiten’ kun je hierover informatie vinden. Let hierbij wel op dat de kostenontwikkelingen in deze rapportage voornamelijk van toepassing zijn op transportbedrijven die – naast het feitelijk vervoeren van goederen – zich bezig houden met aanverwante transportactiviteiten (inslag, opslag, uitslag, orderpicken).  

Het kan interessant zijn om je magazijnkosten te benchmarken met dit rapport. Zorg er dan wel voor dat je het vergelijkt met de specifieke processen in je eigen operatie en met de arbeidskosten die gelden in je eigen branche.

Hoe verder
De bronaanpak is vaak de meest effectieve wijze om de kostenverhoging niet onnodig hoog te laten oplopen. Echter, de verhoging zelf is niet af te wenden. Aanpak bij de bron vraagt creativiteit en omdenkcapaciteit, maar het levert een schat aan nieuwe inzichten en efficiëntieslagen op.

Quickwins
Wil je meer quickwins ontvangen? In de serie ‘Optimaliseren zonder investeren’ heeft Arjen Lagerweij tientallen quickwins verzameld aan de hand van acht belangrijke onderdelen van het logistieke proces. Vraag ze hier aan: Rustige tijden? Tijd om het magazijn te optimaliseren.


Dit is een artikel van evofenedex.

25 april 2024: Online Kickoff: InnovatieLab regionale voedselsystemen

Hoe vergroten we het aandeel van regionale voedselsystemen in een internationaal georiënteerd en geoptimaliseerd systeem?

Graag nodigen wij jou uit om deel te nemen aan het InnovatieLab regionale voedselsystemen. Met een groep van 20-22 deelnemers gaan we bouwen aan regionale voedsel systemen, toekomstige logistiek en distributie. Om daarmee ook te werken aan een volhoudbaar landelijk gebied.

Door wie word je uitgenodigd?
Het Missieteam Toekomstbestendige duurzame mobiliteit (missie D+) is een samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de Rijksoverheid gericht op strategische innovatie voor mobiliteit en goederenvervoer. Het team is zich bewust van de economische transformatie die in de samenleving gaande is, op weg naar brede welvaart, circulaire economie en naar het halen van klimaat- en energiedoelen. Toch is de implicatie van de transitie voor de inrichting van het mobiliteitssysteem en voor het logistieke systeem nog niet altijd even helder. Nieuwe regionale voedselsystemen komen ook
lastig van de grond. In dit lab komt de nieuwsgierigheid van Topsector Logistiek (onderdeel van Missie D+) samen met de nieuwsgierigheid van het Ministerie van LNV en van IenW. We worden hierbij ondersteund door het Maatschappelijk-Verantwoord Innoveren programma van Topsector Energie. Het Lab wordt gefaciliteerd door de Oogst van Morgen (Commonland).

Wat gaan we doen?
We nodigen je uit voor een actie leertraject met een groep van 20-22 stakeholders en rightholders:
• Gebiedscoalities van lokale ondernemers, boeren en supermarkten die met hulp van lokale beleidsmakers en kennispartners regionale voedselsystemen aan het opbouwen zijn;
• Logistieke partijen die in het huidige, internationaal georiënteerde voedselsysteem een belangrijke rol spelen en willen onderzoeken hoe ze kunnen bijdragen aan een groter aandeel van regionale voedselsystemen in het gehele voedselsysteem;
• Nationale beleidsmakers met zicht op het huidige internationaal georiënteerde voedselsysteem;
• Kennispartners die nationale en provinciale beleidsmakers ondersteunen bij de transitie naar regionale voedselsystemen.

Doe mee als:
• je aan een regionaal voedselsysteem aan het bouwen bent en nieuwe stappen wil zetten;
• je aan logistieke vernieuwing en distributie werkt en enkel samen met andere partijen/in de keten verder komt;
• je werkt aan nieuwe circulaire businessmodellen in de regionale voedselketen of logistieke sector en merkt dat er nog barrières zijn om echt snelheid te maken.

Praktisch
• 25 april: online kickoff (15:30-17:00)
• 23 mei: Lab dag 1 (9:30 – 17:00)
• 20 juni: Lab dag 2 (9:30 – 17:00)
• 3 oktober: Lab dag 3 (9:30 – 17:00)
• tussendoor: leerreis (halve dag)

Hoe aanmelden?
Meld je voor 19 april aan via deze link. Mocht je niet op alle data kunnen, maar wel graag mee willen
doen, laat dit dan weten. En ook als je andere vragen hebt, neem contact op met:
karlijn.fidder@commonland.com

25 april 2024: Community Of Practice: Artificial Intelligence

Hoe start je met Artificial Intelligence en datascience in jouw bedrijf? Om je op weg te helpen starten LCB, Universiteit Twente en Deltago met een Community of Practice. We gaan met elkaar in gesprek over digitalisering, AI, en datascience en vergelijken nieuwe en bestaande initiatieven en leren van elkaars ontwikkelingen. Na twee succesvolle edities met 15 logistieke bedrijven, starten we nu een derde groep.
 
Deze AI-bijeenkomsten hebben me geleerd dat ik weet welke eerste stappen er moeten worden gezet om met een AI-project bezig te gaan en hoe de slagingskans van zo’n project hoger wordt.”
Arjen Kruimer – Data analyst Pultrum 
 
Achtergrond:
De afgelopen jaren zijn er diverse projecten uitgevoerd rondom datascience en artificial intelligence in de logistiek en supply chain. 
• Sebastian Piest en Marcel Wouterse hebben experimenteel en industrieel onderzoek verricht in de TKI-Dinalog projecten Industry 4.0 gedreven Supply Chain Coordination for Small- & Medium-sized Enterprises en Reinforcement Learning Platform voor Logistieke MKB. 
• In het DALI-project zijn kennisevents en design workshops georganiseerd rondom data science en artificial intelligence in de logistiek & supply chain.
• Sebastian Piest heeft voor de NL AI Coalitie bijgedragen aan de online AI-awareness cursus voor Logistiek en Maritiem (www.logistiekmaritiem.ai-cursus.nl).
 
Doelgroep:
De Community of Practice richt zich primair op het MKB in transport en logistieke dienstverlening, die meer uit data willen halen. Om van idee naar implementatie te komen, gaan we in duo’s aan de slag. Een duo bestaat idealiter uit logistiek professional of manager en IT’er met kennis van data analytics  en/of data science. Dit kan ook je externe IT-partner zijn. In duo’s werken we aan een product en de implementatie binnen de organisatie. Idealiter betrekken we hierbij een student.

“We hebben de eerste stappen weten te zetten naar het volgende volwassenheidsniveau op het gebied van data analytics. Ook heeft het de samenwerking met onderwijsinstellingen versterkt. Inmiddels liggen er op diverse plekken connecties voor verdere samenwerkingen.”
Jordi Lenselink – Nijhof Wassink

Doelstelling:
Samen met de deelnemende bedrijven bouwen we verder aan een praktijkgerichte toolbox voor AI-projecten en moderne leeromgeving. We werken aan concrete vraagstukken en projecten vanuit de bedrijven rondom data science en artificial intelligence in de logistiek. Daarnaast bouwen we aan generieke algoritmes die we als plug & play toepassingen voor het logistieke MKB beschikbaar kunnen maken.

“Het traject brengt inzicht om snel te kunnen beoordelen of een project of nieuwe technologie haalbaar is, het tijdspad waarin het haalbaar is, de kosten en bijbehorende bottlenecks. Hierdoor is het mogelijk om van tevoren al goed in te kunnen schatten welke projecten door moeten gaan en welke nog op de plank moeten blijven liggen.”
Niek Stroeve – Wessels & Zn. Transport
 
Aanpak:
De Community of Practice werkt vraaggestuurd met een actieve inbreng en bijdrage van de deelnemers. We starten met een kick-off bijeenkomst op 22 februari, wat tevens een terugkomdag is voor eerdere deelnemers, en de presentatie van twee concrete toepassingen.
• Sessie 1: 21 maart 12:30 – 17:00 uur – Design canvas workshop (locatie DesignLab University of Twente)
• Sessie 2: 25 april 12:30 – 17:00 uur – Design sprint ( locatie Breda University of Applied Sciences)
• Sessie 3: 23 mei 12:30 – 17:00 uur – Business case, Project planning CRISP-DM (locatie DesignLab University of Twente)
• Sessie 4: 20 juni 12:30 – 17:00 uur – Pitches deelnemers en projectplan voor volgende fases (locatie Breda University of Applied Sciences)
 
We werken interregionaal, door bedrijven uit de regionale netwerken van Port of Twente en Logistics Community Brabant samen te brengen.
 
Er wordt een online leeromgeving ingericht waarin praktische tools, voorbeelden en artikelen gedeeld worden, met input van de facilitators en deelnemers. Denk hierbij aan een Design canvas met workshop materialen, een sjabloon voor een projectplan om je idee uit te werken tot een AI project en concrete code templates/voorbeelden van AI algoritmes.
 

Initiatiefnemers:
De Community of Practice is een initiatief van Logistics Community Brabant (Bas Groot), Port of Twente (Sebastian Piest) en DeltaGo (Marcel Wouterse). Er wordt vraaggestuurd expertise en ondersteuning ingeschakeld om per bijeenkomst invulling te geven aan de behoeftes van deelnemers. De start van deze Community of Practice wordt gefinancierd met bijdragen en inzet vanuit de Topsector Logistiek, Logistics Community Brabant en Port of Twente.

Deelnemen aan de workshop/Community of Practice?
We starten deze community met een selecte groep bedrijven die het AI-idee om willen zetten naar concrete acties. Hiervoor vragen we twee activiteiten ter voorbereiding:
Bekijk de NL AI Coalitie online AI-cursus voor Logistiek en Maritiem. 
• Beschrijf je AI-idee in de use case description template. Heb je al informatie of vragen over de andere velden, noteer deze dan ook. De uitwerking van de use case gebruiken we voor een eerste online intake.
 
Samen leren en toolboxen:
Om effectief en efficiënt te werk te gaan, worden bedrijven met een zelfde vraagstuk of soortgelijke case bij elkaar gebracht (denk aan: fuel-besparingen, planoptimalisatie, volume voorspellingen). We hebben datamodellen, sjablonen en een groeiende toolbox en een flinke ervaring opgebouwd om organisatieverandering met digitalisering een stap verder te brengen. Je kunt hierbij op een dataplatform experimenteren met AI.
Kortom: in de Community of Practice ga je leren met en van elkaar en je werkt samen aan herbruikbare AI-toepassingen.
 
Datum:
22 februari 2024
13:30-17:00 uur
 
Locatie:
Breda University of Applied Sciences
Mgr. Hopmansstraat 2
4817 JS Breda
 
Kosten:
De kosten voor deelname aan de CoP bedragen € 500,-, excl. btw per bedrijf, ter dekking van de gemaakte onkosten. Bij aanmelding wordt verwacht dat deelnemers aanwezig zijn bij de 4 workshops.
 
Vragen en aanmelden:
Je kunt je aanmelden via de website van LCB. Heb je nog inhoudelijke vragen, stuur dan een email naar: Sebastian Piest: j.p.s.piest@utwente.nl, Marcel Wouterse: marcel@deltago.nl of Bas Groot: groot.b@buas.nl
 

16-19 april 2024: Intertraffic Amsterdam

Van dinsdag 16 t/m vrijdag 19 april 2024 vindt de Intertraffic plaats in de RAI Amsterdam. Intertraffic Amsterdam moet je bijwonen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur, veiligheid, parkeren, slimme mobiliteit en verkeersmanagement, met zo’n 900 exposerende bedrijven en bezoekers uit meer dan 100 landen wereldwijd. Ook Connekt (stand 02.210) is aanwezig op de Intertraffic!
 
De toonaangevende vakbeurs voor mobiliteitsprofessionals
Door verbindingen en inzichten te bieden aan exposanten, bezoekers en andere leden van de community helpen we hen uit te blinken in hun commerciële en professionele inspanningen.

Intertraffic verbindt professionals op het gebied van verkeerstechnologie op wereldschaal. Al onze initiatieven zijn gericht op het vergroten van expertise en netwerkuitbreiding.

We creëren en faciliteren het hele jaar door B2B- en B2G-betrokkenheid, waardoor innovatie, zakendoen en het delen van oplossingen en knowhow mogelijk worden gemaakt om de mobiliteitsuitdagingen van vandaag en morgen aan te pakken.
Wij streven naar veilige, duurzame en efficiënte mobiliteit over de hele wereld.
Door mobiliteitsexperts en professionals live en online bij elkaar te brengen, helpen we mobiliteitsvraagstukken die de leefbaarheid beïnvloeden, op te lossen, te beheersen en te voorkomen.

Neem deel aan de meest toonaangevende vakbeurs ter wereld op het gebied van mobiliteit en verkeerstechnologie. Ontdek de nieuwste trends op het gebied van infrastructuur, verkeersmanagement, slimme mobiliteit, verkeersveiligheid en parkeren. Grijp deze kans om meer dan 35.000 gelijkgestemde collega’s uit meer dan 140 landen te ontmoeten. En met meer dan 900 exposerende bedrijven om te netwerken, van te leren en door geïnspireerd te worden!

Datum:
16-19 april 2024
 
Locatie:
RAI Amsterdam
Europaplein 24
1078 GZ  Amsterdam
 
Ga voor alle informatie en aanmelden naar de website van Intertraffic Amsterdam.

De verdozing van Nederland: stoppen of niet?

Iedereen vindt er wat van: de grote blokkerige distributiecentra die op veel plekken in Nederland inmiddels te zien zijn. Maar hoeveel zijn er, wat voor ruimte nemen de centra nu feitelijk in en hoe verhoudt zich dat tot de economische bijdrage en duurzaamheid? Angela Acocella deed samen met Frans Cruijssen en Jan Fransoo onderzoek naar de argumenten op basis van data over onder andere voorraadniveaus, afzetmarkten en locaties. De onderzoekers doen vier aanbevelingen.

Over de ‘verdozing’ van het landschap is veel te doen. Tegenstanders vinden dat de distributiecentra het landschap en de leefomgeving verpesten. Voorstanders zeggen dat ze juist economische kansen en banen bieden en de logistiek duurzamer maken door kortere afstanden. Distributiecentra zelf kampen met een groeiend aantal orders, problemen met de opslag en tegenwerkende regelgeving. 

De onderzoekers deden met behulp van financiering van TKI Dinalog onderzoek naar de ‘verdozing’ van Nederland en komen met concrete aanbevelingen voor beleidsmakers en de politiek. Ze verzamelden hiervoor data van 81 grote distributiecentra.

‘Cluster alle grote magazijnen in 20 tot 25 logistieke parken’
“Ons voorstel is dat de overheid 20 tot 25 logistieke parken aanlegt. De bedrijven in elk park kunnen dan gebruikmaken van gedeelde faciliteiten zoals parkeerplaatsen, beveiliging en huisvesting voor flexibele arbeidskrachten. Er zou specifieke regelgeving kunnen komen voor de parken om de huisvesting te regelen, of wetgeving om bijvoorbeeld hogere magazijnen mogelijk te maken. De grote daken van de XXL-magazijnen zijn ook zeer geschikt voor zonnepanelen. Deze kunnen genoeg energie produceren om de hele vloot van vrachtwagens in Nederland van stroom te voorzien.”

‘Doe meer met bestaande magazijnruimte door verdichting en gezamenlijke opslag’
“Zelfs in magazijnen met een volle capaciteit is nog veel lege ruimte, blijkt uit ons onderzoek. Magazijnen zouden rekken en verpakkingen dichter bij elkaar kunnen plaatsen, smallere doorgangen kunnen creëren en lege ruimtes boven het hoofd kunnen gebruiken voor opslag. Ook zouden bedrijven meer kunnen samenwerken, door bijvoorbeeld in piekseizoenen leegstaande ruimtes van andere magazijnen te huren.”

‘Beperk de voorraadgroei door prioriteit te geven aan specifieke industrieën’ 
“Om ruimte te besparen kan het de moeite waard zijn om prioriteit te geven aan industrieën die bijdragen aan de strategische autonomie van Nederland, ofwel er het meest voor zorgen dat Nederland geen speelbal wordt van geopolitieke grootmachten. Te denken valt bijvoorbeeld aan gezondheidszorg, lucht- en ruimtevaart en defensie. Het is onze verwachting dat logistieke bedrijven gedwongen zullen worden om te denken in termen van ‘toegevoegde waarde per kubieke meter’: hoeveel waarde creëert de voorraad voor de economie en de maatschappij en is het de (maatschappelijke) kosten om het op te slaan waard?”

‘Verzamel en gebruik gedetailleerde gegevens op magazijnniveau’ 
“Om goed beleid te maken, en te bepalen of nieuwbouw echt nodig is, is een grondige analyse van de bestaande magazijnen van groot belang. Denk aan informatie over voorraden, markten, footprints en voorraadverdeling. Voor zover wij weten is dit onderzoek het eerste dat op magazijnniveau zichtbaar maakt hoeveel voorraad zich daadwerkelijk in grote magazijnen in Nederland bevindt, waarvoor de voorraad wordt gebruikt en waar de voorraad naartoe gaat. Deze informatie biedt veel kansen voor logistieke bedrijven om efficiënter te werken.”

Klik op onderstaande blauwe button voor het onderzoeksrapport ‘Warehousification’: scenarios for the future of big box warehouses in the Netherlands.

 

Het onderzoek is gefinancierd door TKI Dinalog en uitgevoerd binnen het Tilburg University programma Brede Welvaart


Dit is een artikel van Tilburg University.

Tot hier! Afscheidscollege Leo Kemps

Met enkele stevige stellingen over de staat van ons logistieke landschap én onderwijs, nam Leo Kemps op 22 februari afscheid van Logistics Community Brabant. Zo’n 250 bezoekers luisterden in een goed gevulde collegezaal naar het afscheidscollege vanwege zijn aanstaande pensionering. 
 
Na woorden van afscheid vanuit het werkveld, alumni en onderwijs, was het voor Leo tijd om van wal te steken. In een college van een ruim uur nam hij de bezoekers mee in 33 jaar onderwijs, logistiek, innovaties en ‘the good old days’. Alleen zenden was er niet bij; de bezoekers waren vooraf door middel van gekleurde shawls ingedeeld in verschillende groepen. Daarmee werd eenvoudig zichbaar gemaakt hoe de verschillende doelgroepen reageerden op de stellingen die werden voorgelegd aan de collegezaal. 
 
Verkeerde film
Volgens Leo Kemps zitten we in een ‘verkeerde film’; een money driven verspillingseconomie waarbij nauwelijks aandacht is voor maatschappelijke values. “We verschuilen ons achter bestaande systemen en we laten het met z’n allen gebeuren. Neem als voorbeeld het tenderen; als een sinaasappel wringen wij bedrijven uit totdat er geen sap meer uitkomt. Is dat wat wij partnership noemen? We moeten terug naar écht samenwerken en vertrouwen hebben in elkaars kwaliteiten!” 
 
Tussen de oren
Niet alleen het economische klimaat kwam aan de orde, ook de staat van het Nederlandse onderwijs werd bediscussiceerd. Want ook al gingen de ontwikkelingen in het onderwijs van het ouderwetse krijtbord naar een smart board en van frontaal onderwijs naar blended learning; het gaat uiteindelijk om het eindresultaat. Ben je als docent in staat om tussen de oren van de student te komen?! “De mens en zijn/haar passie is daarbij belangrijker dan systemen of processen eromheen. Helaas wordt daar te vaak aan voorbij gegaan”, zegt Leo Kemps. 
 
Subsidie
Om kennisontwikkeling verder aan te jagen is samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs nodig. “Hierbij is subsidie een onmisbaare incentive om innovaties voort te brengen, maar laat subsidies ‘flexibel’ zijn; de wereld van vandaag kan er morgen heel anders uitzien. Dat hebben wij de afgelopen jaren wel gemerkt. Om dan afgerekend te worden op basis van je initiele subsidieaanvraag is vaak onverteerbaar”, aldus Kemps. 
 
Loopbaan
Als docent economie is Leo in 1990 gestart aan de Verkeersacademie in Tilburg. De Verkeersacademie fuseerde met de NWIT uit Breda en beide instituten gingen gezamenlijk door als NHTV, Hogeschool voor Toerisme en Verkeer. Daar werd hij achtereenvolgens opleidingsmanager en academiedirecteur. In 2018 werd hij directeur van Logistics Community Brabant; een samenwerkingsverband van BUas, Tilburg University, KMA en TU Eindhoven met als doel om logistieke innovaties in Brabant te bevorderen. 
 
Nieuwe directeur

Op 1 december jl is Daan Quaars, voormalig wethouder van de gemeente Breda, aangetreden als opvolger van Leo Kemps. “Samen hebben wij ruim 2 maanden op kunnen trekken. Pure luxe maar ook noodzaak, zegt Leo Kemps. Door alles wat er in de wereld gaande is, is er in veler opzichten behoorlijk wat veranderd. Door onze vele gesprekken heb ik er een goed vertrouwen in dat Daan LCB naar een volgend level kan tillen.”

Dit is een artikel van LCB.

Welke subsidies zijn er in 2024 voor elektrische en waterstof trucks, bouwmachines en bestelauto’s?

De overheid wil graag de inzet van emissieloze voertuigen versnellen. Daarom heeft zij een aantal steunmaatregelen uitgewerkt om de hogere aanschafkosten van batterij elektrische of waterstof aangedreven voertuigen deels te vergoeden. In dit artikel vind je een overzicht van landelijke subsidieregelingen voor emissieloze trucks, bouwmachines en bestelauto’s.

1. Aanschafsubsidie Zero Emissie Trucks (AanZET)
Om de instroom van batterij-elektrische of waterstof-elektrische trucks te versnellen, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de AanZET subsidieregeling uitgewerkt. Deze regeling vergoedt een deel van de meerkosten van een zero-emissievrachtauto ten opzichte van een dieselvrachtauto. In de subsidiepot voor 2024 zit 45 miljoen euro, goed voor zo’n 600 voertuigen. Het precieze subsidiebedrag hangt af van het type vrachtwagen en de grootte van de onderneming en varieert van 6,1% tot 19,0% van de verkoopprijs van de truck (zonder opbouw).

Open vanaf: 26 maart 2024, 9.00 uur
Totaal budget: € 45 miljoen
Waarvoor: nieuwe, volledig emissieloze vrachtwagens in voertuigcategorie N3 of N2 groter dan 4.250 kg
Bedragen: variërend van 6,1% tot 19,0% van de verkoopprijs met een max. van € 115.200. Één aanvraag van één vrachtwagen, per onderneming (of groep), per dag
Meer info: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/aanzet

2. Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB)
Bouwbedrijven kunnen tot 30% van de meerkosten bij aanschaf van emissievrij bouwmaterieel, zoals graaf- en grondverzetmachines, aggregaten en bouwvrachtwagens, terugkrijgen. Het gaat om nieuwe machines en bouwvoertuigen met een batterij of op waterstof. Daarmee wil het kabinet een oplossing creëren voor de stikstofproblemen die de bouw soms stilleggen.

Wil je een emissieloos bouwwerktuig met verwisselbare batterijpakketten aanschaffen? Nieuw voor 2024 is dat je nu ook maximaal 3 verwisselbare batterijpakketten in de aanvraag mag meenemen. Ook voor retrofit oplossingen en innovaties kan subsidie worden aangevraagd.

Open vanaf: 5 maart 2024, 9.00 uur
Totaal budget: € 36 miljoen
Waarvoor: nieuwe emissieloze bouwmachines en bouwvrachtwagens N3 en N2 groter dan 4.250 kg (zie lijst RVO)
Bedragen: Grootbedrijf 25% van de meerkosten, bij MKB 30%. Per bouwmachine max. € 300.000, per kalenderjaar max. € 1 miljoen per bedrijf
Meer info: Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel

3. Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM)
De SWiM subsidieregeling wil het kip-ei verhaal doorbreken door tegelijk een impuls te geven aan de bouw van nieuwe waterstof tankstations én de aanschaf van waterstof trucks en (bestel)bussen. Elke aanvraag moet namelijk bestaan uit één tankstation én genoeg voertuigen om het station rendabel te maken. Het is dus een unieke kans om een waterstof bedrijfsvoertuig aan te schaffen mét de garantie dat er een waterstof station bij jou in de buurt komt.

Open vanaf (verwachting): zomer 2024
Totaal budget: 24 miljoen
Waarvoor: nieuwe waterstof aangedreven vrachtwagens, bussen en bestelauto’s in voertuigcategorie N1, N2, N3, M1, M2 en M3
Bedragen: van € 50.000 tot € 300.000 per voertuig (afhankelijke van het type). Zowel voertuigen met waterstof brandstofcel als met waterstof verbrandingsmotor komen in aanmerking.
Meer info: https://www.rvo.nl/nieuws/nieuwe-subsidie-tankstations-en-vervoer-waterstof

Van Kessel heeft verschillende locaties die in aanmerking komen voor de bouw van een waterstof tankstation. Heb je interesse om een consortium te vormen met ons en andere bedrijven, en zodoende een gezamenlijke subsidieaanvraag in te dienen? Of wil je op de hoogte blijven van onze plannen? Schrijf je dan vrijblijvend in voor onze SWiM nieuwsbrief.

4. Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA)
De SEBA is voor ondernemers die willen overstappen op een elektrische of waterstof-elektrische bestelauto. Via deze subsidieregeling kunt u tot 5.000 euro korting krijgen bij aanschaf van een nieuwe elektrische bestelwagen. Deze regeling geldt voor alle ondernemingen en non-profit instellingen. De SEBA regeling loopt waarschijnlijk eind 2024 ten einde.

Open vanaf: is nog niet bekend, waarschijnlijk niet voor eind maart 2024
Totaal budget: moet nog worden vastgesteld
Waarvoor: nieuwe bedrijfsauto’s in voertuigcategorieën N1 of N2 tot en met 4.250 kg
Bedragen: maximaal € 5.000 per bedrijfsauto
Meer info: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/seba

5. Subsidieregeling laadinfra
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt momenteel aan een nieuwe subsidieregeling voor laadinfrastructuur van elektrische vrachtwagens. Deze regeling heeft als doel duurzaam transport te bevorderen en de groei van het aantal elektrische vrachtwagens te faciliteren. In de periode 2024-2030 zijn naar verwachting enkele honderden miljoenen beschikbaar. Zowel private als publieke laadinfra komt in aanmerking.

Open vanaf (verwacht): zomer 2024
Totaal budget: moet nog worden vastgesteld
Waarvoor (verwacht): private (op eigen terrein) en publieke laadinfra (op de corridors) voor bestel- en vrachtwagens
Bedragen (verwacht): maximaal 20% voor aanleg private laadinfra grote bedrijven en maximaal 40% voor MKB

6. Milieu Investeringsaftrek (MIA)
Wil je met belastingvoordeel investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen en technieken? Dat kan met de Milieu-investeringsaftrek (MIA). Met de MIA kan de investeringsaftrek oplopen tot 45% van uw investeringsbedrag. Voorwaarde is dat het bedrijfsmiddel op de milieulijst 2024 staat.

Open vanaf: heden
Totaal budget: € 192 miljoen
Waarvoor: elektrische of waterstof bestelauto’s en vrachtwagens, elektrisch aangedreven werktuig op een truckchassis, laadinfra (>22 kW) voor zwaar elektrische vrachtwagens N2 en N3, mobiele werktuigen
Meer info: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/mia-vamil/ondernemers

7. Energie-investeringsaftrek (EIA)
Investeer je in een bedrijfsmiddel dat zorgt voor minder CO2-uitstoot of energiezuinig is? Of wilt u investeren in duurzame energie? Dan kan je gebruik maken van de regeling Energie-investeringsaftrek (EIA). Je kan dan 40% van de investeringskosten aftrekken van de winst. Enkele voorbeelden van middelen die in aanmerking komen zijn: elektrische koeling op koel/vries-wegtransport, zijafscherming, lichtgewicht laadbak voor bedrijfswagens, energieprestatieverbetering wegtransport, zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking op transportmiddelen, enzovoorts. Kijk hier voor de volledige lijst.

Meer info: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/eia/ondernemers

Aan de slag: enkele tips!
• Advies nummer 1: dien jouw aanvraag meteen op de eerste dag in! Sommige subsidies waren afgelopen jaar na enkele uren al overschreven.
• Voor de meeste subsidie aanvragen heb je een niet-definitieve opdrachtbevestiging nodig. Vraag die nu al op bij jouw voertuig- of machineleverancier. Vaak volstaat een niet-definitieve opdrachtbevestiging (order) met de zin: “Overeenkomst wordt definitief nadat subsidie <naam> is verleend”. Check op de website van de subsidieregeling wat je precies nodig hebt.
• Wil je als MKB een subsidie aanvragen? Doe dan alvast de MKB-toets.
• In heel wat gevallen kan je bovenstaande subsidieregelingen combineren met de milieu-investeringsaftrek (MIA) om zo nog een deel van de meerkosten af te dekken. Laat je door jouw financieel adviseur hierin adviseren.

Deze publicatie beschrijft de subsidieregelingen en belastingmaatregelen zoals bij ons bekend waren op 14 februari 2024. Wij wensen je veel succes met het aanvragen van subsidies voor emissieloze voertuigen voor jouw wagenpark!

Dit is een artikel van Van Kessel.

Brabantse binnenhavens bundelen zich

Slim Sturen Logistiek vraagt input van vrachtwagenchauffeurs

Het project Slim Sturen Logistiek van SmartwayZ.NL onderzoekt hoe vrachtwagenchauffeurs routes bepalen en reageren op informatie vanuit navigatieapps. Via een LinkedIn campagne vragen we input van vrachtwagenchauffeurs.

LinkedIn campagne
Ben je vrachtwagenchauffeur en rijd je wel eens op navigatie?
Doe dan mee aan ons onderzoek en maak kans op een bol.com kadobon van €50.
Meedoen kost je ongeveer 5 minuten.
Naar de vragenlijst

Slim Sturen Logistiek
SmartwayZ.NL onderzoekt met het project Slim Sturen Logistiek hoe de informatie vanuit het navigatiesysteem beter kan aansluiten op de praktijk. We hebben adviesbureau Wavy gevraagd om te onderzoeken hoe vrachtwagenchauffeurs routes bepalen en reageren op informatie vanuit navigatiesystemen. Om ervoor te zorgen dat de informatie die jij als chauffeur aangeboden krijgt goed aansluit op de praktijk, vragen we je om input via deze vragenlijst.


Het project Slim Sturen Logistiek is een vervolg op het project Slim Sturen dat eind 2022 is afgerond. Daarin zochten we met wegbeheerders en serviceproviders naar manieren om het verkeer beter en veiliger te laten doorstromen.

Dit is een artikel van SmartwayZ.NL.

Interesse in data science in de logistiek stijgt

Alweer voor de derde keer zijn LCB, Universiteit van Twente, Breda University of Applied Sciences en Deltago gestart met een vierdaagse training rondom digitalisering, Artificial Intelligence en data science. Dat de interesse onder MBK-ers in transport en logistiek stijgt, blijkt uit een groeiend aantal deelnemers. 

Met een goed gevulde zaal gingen Sebastiaan Piest (Universiteit van Twente), Marcel Wouterse (Deltago) en Bas Groot (Breda University of Applied Sciences/LCB) op 22 februari van start met de nieuwe training. Oud-deelnemers Bouwvervoer en Collect+GO deelden hun ervaringen, successen en lessons learned bij het ontwikkelen van datagedreven toepassingen. Bas Groot: “Wij merken dat de interesse onder MKB-ers groeit. Steeds vaker worden deze bedrijven geconfronteerd met de kansen, mogelijkheden en uitdagingen van data science en in deze ontwikkeling willen ze graag meegroeien. Onze training helpt hen daarbij.”  

In de training gaan de deelnemers in duo’s aan de slag. Een duo bestaat idealiter uit een logistiek professional en een IT’er met kennis van data analytics en/of data science. Samen werken zij aan de ontwikkeling en implementatie van een product. Doordat bedrijven uit diverse disciplines en regio’s samenwerken, ontstaat er een community waarin deelnemers het beste in elkaar naar boven kunnen halen.

Oud-deelnemer Niek Stroeve (Wessels & Zn. Transport): “De training leert je om snel te kunnen beoordelen of een project of nieuwe technologie haalbaar is. Evenals het tijdspad, de kosten en eventuele bottlenecks waarmee je rekening moet houden. Hierdoor is het mogelijk om van tevoren al goed in te kunnen schatten welke projecten door moeten gaan en beter nog even kunnen wachten.” 

Met Sebastiaan Piest en Marcel Wouterse heeft LCB niet de minsten aan boord gehaald. Beiden hebben experimenteel en industrieel onderzoek verricht in de TKI-Dinalog projecten Industry 4.0, Supply Chain Coordination for Small- & Medium-sized Enterprises en Reinforcement Learning Platform voor Logistieke MKB. Daarnaast heeft Sebastiaan Piest voor de NL AI Coalitie een bijdrage geleverd in de online AI-awareness cursus voor Logistiek en Maritiem. 

Na deze kick-off op 22 februari volgen nog 2 bijeenkomsten in Breda (25 april en 20 juni) en 2 in Enschede (21 maart en 23 mei). Daarin wordt achtereenvolgens gewerkt aan het ontwerp van een canvas, een businesscase en projectplanning. 
 

Dit is een artikel van LCB.

Leren van ontslagzaken uit de logistieke sector

De bedrijfsjuristen van evofenedex krijgen regelmatig de vraag of een werkgever een werknemer op staande voet kan ontslaan. Het aantal gevallen waarin dat is toegestaan is zeer beperkt, en een uitslag van een mogelijke procedure bij de rechter is vaak moeilijk te voorspellen. Dat blijkt ook uit onderstaande uitspraak van de rechter. Tijdens de Lunchupdate Arbeidsrecht van 19 maart kun je leren van echte rechtszaken uit het bedrijfsleven en krijg je praktische handvatten om goed om te gaan met ontslagsituaties binnen jouw organisatie. In dit artikel geven wij alvast een voorproefje.

Laatste redmiddel
Ontslag op staande voet is een zeer ingrijpende sanctie: de werknemer krijgt namelijk geen salaris meer en maakt geen aanspraak op een WW-uitkering. Het wordt daarom gezien als een laatste redmiddel. Ontslag op staande voet moet daarom aan strenge eisen voldoen. Voldoet je als werkgever hier niet aan, dan zal het ontslag geen stand houden bij de rechtbank. De rechter kan de werkgever veroordelen om de werknemer weer in dienst te nemen en achterstallig loon te betalen of hoge vergoedingen aan de werknemer toekennen.

Voorwaarden ontslag op staande voet
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als de werkgever voldoet aan een aantal voorwaarden:
1. Dringende reden voor ontslag: In de wet staat een aantal voorbeelden van dringende redenen, zoals diefstal, bedreiging, mishandeling, dronkenschap op het werk, hardnekkige werkweigering en ernstige belediging. Belangrijk is dat de werkgever de reden(en) met bewijs kan onderbouwen. Een rechter zal daarbij alle omstandigheden meewegen en kijken naar de aard en de ernst van de gedraging, de soort dienstbetrekking, de duur van het dienstverband en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
2. Onverwijldheidseis: Een tweede voorwaarde is dat het ontslag direct (onverwijld) is gegeven. Dit betekent dat de werkgever voortvarend moet handelen nadat hij de overtreding of gedraging heeft geconstateerd. Uiteraard is er wel tijd om een feitenonderzoek in te stellen en/of een jurist te raadplegen. Wacht vervolgens niet te lang na de verkregen onderzoeksresultaten en/of het juridisch advies.
3. Onverwijlde mededeling: En een derde voorwaarde is dat de werkgever ‘onverwijld’ mededeelt wat de ontslagreden is. Voor de werknemer moet het direct duidelijk zijn waarom het ontslag volgt. De reden(en) kun je in een schriftelijke ontslagbrief opnemen. Deze redenen formuleer je zorgvuldig en feitelijk (pas op met strafrechtelijke termen) en dien je met bewijsmateriaal, zoals documenten, verklaringen en/of beelden te kunnen onderbouwen. Het is verstandig om de ontslagbrief altijd juridisch te laten toetsen.

Hoe pakt ontslag op staande voet in de praktijk uit? Hieronder bespreken we in aanloop naar de Lunchupdate Arbeidsrecht een zaak die vorig jaar speelde bij de kantonrechter in Tilburg.

Chauffeur neemt stoelhoes mee

In deze gepubliceerde rechtszaak heeft een chauffeur zonder toestemming een stoelhoes van ongeveer 60 euro van een kooi-aap (meeneemheftruck) van een klant meegenomen. De klant heeft dat met camerabeelden vastgelegd. De chauffeur was op dat moment twee jaar in dienst van het transportbedrijf. Op de vraag van de werkgever of de werknemer de hoes had meegenomen, heeft de werknemer in eerste instantie ontkennend geantwoord. In een tweede gesprek met de werkgever vertelt hij dat de hoes heeft teruggelegd bij de klant. De werkgever verwijst in dit gesprek naar zijn handboek. Daarin staat de volgende bepaling: “Wanneer je werkzaamheden verricht voor [werkgever] en tijdens de werkzaamheden is het meenemen, toe-eigenen of vervreemden van eigendommen en/of afvalstoffen van je werkgever, leveranciers, afnemers, collega’s of van derden een reden tot ontslag op staande voet, hoe gering de waarde van de goederen ook moge zijn.”

Via WhatsApp laat de chauffeur nog weten dat hij in een emotionele bui heeft gehandeld en spijt heeft van zijn actie. De werkgever gaat ondanks de spijtbetuiging en een korte non-actiefstelling toch over tot ontslag op staande voet, waarbij hij ‘diefstal tijdens de uitvoering van de werkzaamheden’ als reden aanvoert. De chauffeur legt zich niet neer bij het ontslag en gaat naar de kantonrechter.

Oordeel rechter: ontslag op staande voet geldig?
De kantonrechter oordeelt dat een stoelhoes meenemen zonder toestemming van een klant een dringende reden voor ontslag is. Dat de werknemer de stoelhoes heeft teruggebracht, maakt de uitkomst niet anders. Hij deed dit namelijk nadat hij door zijn werkgever was gebeld. De consequentie van het meenemen was voor de werknemer duidelijk, omdat dit in het handboek van werkgever stond. Volgens de rechter heeft de werkgever voldoende voortvarend gehandeld (het ontslag volgde vijf dagen na het constateren); hij heeft de chauffeur direct op non-actief gesteld en aangekondigd dat hij juridisch advies ging inwinnen. De kantonrechter oordeelt daarom dat het ontslag rechtsgeldig is en de werknemer geen aanspraak maakt op een transitievergoeding.

Tips voor de praktijk
Uit deze zaak valt af te leiden dat het belangrijk is om in de arbeidsvoorwaarden op te nemen dat werknemers geen goederen of zaken van de werkgever of klanten mogen meenemen van welke waarde dan ook. En dat er een ontslag op staande voet volgt als zij dat wél doen. Als de werkgever dat beleid consequent uitvoert, is de kans groter dat het ontslag in een procedure staande houdt, ook al gaat het om het meenemen van een product van geringe waarde. Dit beleid moet uiteraard wel bekend zijn bij de werknemers. In de arbeidsovereenkomst kun je bijvoorbeeld het personeelshandboek waarin het beleid staat, toepasselijk verklaren op de arbeidsovereenkomst en de werknemer daarvoor laten tekenen.

Verder valt er uit deze zaak af te leiden dat het belangrijk is de werknemer mee te nemen in de vervolgstappen, zoals direct non-actiefstelling in afwachting van het onderzoek en het inwinnen van juridisch advies. 

Lunchupdate Arbeidsrecht
Volg voor meer concrete voorbeelden van ontslagzaken uit de Logistieke sector de online Lunchupdate Arbeidsrecht op 19 maart tussen 12:00 en 13:00 uur. Aanmelden kan via deze link. Leer hoe rechters verschillende soorten ontslagzaken beoordelen en hoe je deze kennis in de praktijk kunt toepassen. Dit webinar is exclusief beschikbaar voor leden van evofenedex. Meer informatie over ontslag is te vinden vinden op de website.

 

Dit is een artikel van evofenedex.

Het wordt alleen maar drukker op de N279: ‘Tijd voor actie’

In de onlangs verschenen verkeersanalyse N279 Veghel-Asten valt te lezen dat het de komende jaren alleen maar drukker wordt op de autoweg. Zo is in 2040 de hoeveelheid vrachtverkeer verdubbeld. Platform Ondernemend Meierijstad (POM) luidt de noodklok: “Is een salamander in de sloot belangrijker dan het voortbestaan van onze kernen?”, vragen Anton Bolwerk en Jos van Asten van het POM zich hardop af.

Laten we allereerst even het geheugen opfrissen, want er wordt al jaren gesteggeld over de toekomst van de N279. Het noordelijke traject ’s-Hertogenbosch en Veghel is in 2016 opgewaardeerd tot een autoweg (80 km/uur) met 2×2 rijstroken en ongelijkvloerse kruisingen.
Het probleem zit hem echter in het zuidelijke deel tussen Veghel en Asten dat nog is uitgevoerd als 2×1 rijstroken met gelijkvloerse aansluitingen. Provinciale Staten stelde in 2018 een zogenaamd Provinciaal Inpassingsplan (PIP N279 Veghel-Asten) vast. Dit plan is in december 2021 door de Raad van State vernietigd met als belangrijkste argumenten: het ontbreken van rechtsgelijkheid voor omwonenden, het ontbreken van nut en noodzaak voor omleiding en het gebruik van verouderde verkeersgegevens voor milieueffectrapportage (MER) en inpassingsplan. “Met als gevolg dat er niks is veranderd. De problemen rond bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid spelen nog steeds en worden de komende jaren alleen maar groter”, vreest Van Asten.

‘Failliet van de democratie’
In 2022 is een plan van aanpak vastgesteld voor een nieuwe start van het project. Een eerste stap daarin was het uitvoeren van een actuele verkeersanalyse. De conclusie: het wordt alsmaar drukker (onder andere door meer inwoners, meer zakelijk verkeer en meer arbeidsplaatsen) en dus neemt de vertraging op de N279 de komende jaren verder toe. Bovendien nemen de knelpunten in omvang toe. Bolwerk en Van Asten maken zich grote zorgen. “Er wordt drie jaar uitgetrokken voor een uitgebreid participatietraject. Wij vinden dat absurd lang. Daarnaast is het geen garantie dat mensen daarna niet alsnog naar de Raad van State stappen om de boel te vertragen. Met een participatietraject ontneem je mensen namelijk niet het recht om bezwaar te maken. Het is tijd voor actie. We kunnen niet maar blijven wachten en uitstellen. De leefbaarheid van Meierijstad staat op het spel”, aldus beide heren.

Vrachtwagenheffing
Een van de mogelijke verklaringen van de toename van het vrachtverkeer, naast een stijging van het aantal arbeidsplaatsen en het aantal inwoners, op de N279 is dat vrachtwagens uitwijken van snelwegen naar onderliggend wegennet als gevolg van vrachtwagenheffing, wat leidt tot een toename van 28 procent op provinciale wegen (waaronder N279) en 10 procent op gemeentelijke wegen. De vrachtwagenheffing is op basis van het aantal gereden kilometers, waardoor een kortere route via N-wegen aantrekkelijker wordt dan een snellere route via A-wegen.

Bolwerk is binnen POM trekker van het thema bereikbaarheid en mobiliteit en werkt bij Van den Bosch in Erp. Hij is niet tegen het participatieproces, maar vindt dat we in Nederland zijn doorgeslagen: “Het is een beetje het failliet van de democratie. Men maakt over van alles en nog wat bezwaar en heeft overal last van.” Van Asten vult aan: “Iedereen wil sneller, beter en meer. Maar als het de eigen leefomgeving betreft mag er niks veranderen. Voor het minste of geringste wordt een rechtszaak aangespannen. Daardoor lopen talloze projecten vertraging op.”

Volgens Van Asten moeten er keuzes worden gemaakt. “Het is geen cafetariamodel hè? Zorg ervoor dat mijn omgeving alleen maar beter wordt en laat de rest maar zitten. Zo werkt het niet. Aan keuzes maken zitten nu eenmaal negatieve gevolgen. Wij willen geen inwoners pesten of de natuur de nek omdraaien. Wij willen Veghel en Meierijstad bereikbaar en leefbaar houden. Bovendien hecht POM veel waarde aan een veilige doorstroom en een veilige omgeving voor inwoners en werknemers.”

Verschillende knelpunten
Als je bij Veghel op de N279 onder de A50 doorgaat kom je binnen no time vier stoplichten tegen. Tel daar de op- en afrit van de A50 bij op en je hebt verschillende knelpunten te pakken. Bolwerk en Van Asten zijn voorstander van het volledig aanpakken van de weg. Dus niet maar een gedeelte, nee, meteen alles meenemen. Van Asten: “De weg moet in ieder geval verbreed worden om de veiligheid te vergroten en de doorstroom te verbeteren. Maar het is belangrijk dat je ook de kop (aansluiting A50 bij Veghel) en de staart (Asten) aanpakt. Als je alleen het tussenstuk opwaardeert en de kop en de staart niet, dan verschuif je het probleem en houden we dus een probleem. We willen een oplossing.”

Voor Meierijstad spreekt het knelpunt bij de op- en afrit van de A50 het meest tot de verbeelding. Uit de verkeersanalyse blijkt dat het daar vooral ’s ochtends erg druk is. De oorzaak van de vertraging ontstaat dus bij de kruising met de A50. Als een dergelijk knelpunt niet wordt aangepakt, heeft het weinig zin om capaciteit toe te voegen aan de wegvakken waar de terugslagfile, op de N279, staat. De vertraging wordt daarmee niet opgelost, aangezien de oorzaak bij het kruispunt A50/N279 ligt. Bolwerk: “De oplossingen die tot nu toe worden aangedragen gaan dwars door Veghel. Ik vind dat geen robuuste oplossing of we moeten gaan werken met hoogteverschillen of een tunnel. Alleen dan loop je weer tegen een ander probleem aan. Er is 250 miljoen vrijgemaakt voor het aanpakken van de N279. Als we voor een robuuste oplossing willen gaan dan moet er geld bij. Want voor 250 miljoen realiseer je geen tunnel, omleiding of fly-over.”

Boerdonk te koop?
Tegenstanders van de verbreding van de N279 schermen met luchtvervuiling en geluidsoverlast. Volgens Bolwerk is het belangrijk om alles in perspectief te zien. “De wereld draait gewoon door. Auto’s en vrachtwagen worden steeds schoner en stiller. Gaat dat snel genoeg? Het kan altijd sneller, maar daar zit natuurlijk wel een positieve ontwikkeling in die ervoor gaat zorgen dat er vanuit sustainability-oogpunt echt wel een verbetering gaat komen. Daarom moet je naar de toekomst kijken.” Van Asten vult aan: “Bezwaarmakers grijpen alles aan: geluid, fijnstof, een onjuiste verkeerstelling of een procedurefout. Maar er is ook zoiets als maatschappelijk belang.” Bolwerk knikt: “Is een salamander in de sloot belangrijker dan het voortbestaan van onze kernen? Als we niets doen dan moeten we accepteren dat je een uur in de file staat tussen Keldonk en Heeswijk-Dinther. Is de regio Veghel dan nog wel zo aantrekkelijk voor bedrijven en toekomstige inwoners? Het gaat momenteel heel goed in Meierijstad, maar dat we moeten we wel zo zien te houden.” 

Volgens Bolwerk gaan leefbaarheid en bedrijvigheid hand in hand. “Als de bedrijvigheid afneemt dan komt de leefbaarheid binnen een dorp onder druk te staan. Dat geldt voor alle kernen en zeker voor de kleine dorpen in Meierijstad. Als daar niemand kan en wil wonen dan verdwijnt de basisschool, het café en de bakker.” Van Asten benadrukt dat POM geen inwoners wil pesten. “Wij willen samen de problemen oplossen. Er zijn mensen die zeggen ‘er is genoeg industrie, stop er maar mee’. Maar dat is te makkelijk. Dan worden er ook geen woningen bijgebouwd en voorzieningen verdwijnen. Kijk naar een aantal dorpen in Noord-Groningen, Zuid-Limburg en bijvoorbeeld Spanje. Daar trekken de jongeren massaal weg.” Bolwerk: “Als we hetzelfde gaan meemaken, dan staat Boerdonk als dorp dadelijk te koop, omdat er niemand over is.”

Waarom geen snelweg?
Een snelweg van Den Bosch naar Asten, waarom is dat eigenlijk geen oplossing?
Van Asten: “Goede vraag. De N279 Veghel-Den Bosch is destijds aangelegd als 100 kilometer per uur weg. Zo hard mag je tegenwoordig ook op de snelweg. Maar ik denk dat als mensen er gemiddeld 60 kilometer per uur kunnen rijden, dat ze dan al heel gelukkig zijn.”

‘Bereikbaarheid staat onder druk’
Van Asten legt uit wat de gevolgen kunnen zijn wanneer de N279 verder dichtslibt? “Het is slecht voor het vestigingsklimaat. Als de bereikbaarheid onder druk staat, je tegelijkertijd je arbeidsmigranten niet gehuisvest krijgt, er geen ruimte meer is op het energienet en je bedrijf niet mag uitbreiden… Dan zijn er misschien wel alternatieve locaties interessanter.”
POM wil dat naast de doorstroom ook de veiligheid wordt aangepakt. De N279 staat te boek als een van de onveiligste provinciale wegen van Nederland. Bolwerk: “De weg wordt links en rechts al omschreven als de dodenweg.”

Fietsplan
Van Asten vindt het belangrijk om mee te geven dat het POM zich niet blindstaart op het alleen aanpakken van de autoweg. “Natuurlijk willen wij ook dat meer mensen de fiets pakken. Wij stimuleren bedrijven om een fietsplan aan te bieden of beter nog gratis fietsen beschikbaar stellen voor hun werknemers.” Uit de verkeersanalyse blijkt bijvoorbeeld dat veel Veghelaren gebruik maken van de N279, omdat het op en rond de Maxwell Taylorbrug geregeld vaststaat. Wat opvalt is het hoge aandeel korte autoritten (minder dan 5 kilometer) op deze Maxwell Taylorbrug. Hier liggen kansen voor de fiets, want als deze korte ritten met de auto vervangen worden door de fiets, wordt de N279 ook minder belast.
Hetzelfde geldt voor het openbaar vervoer. Ook daar liggen kansen. “Absoluut, maar dan moet er wel wat in te verdienen zijn. Dus als we allemaal in de auto blijven zitten, heeft het niet zoveel zin”, besluit Bolwerk.


Dit is een artikel van Stadskrant Veghel.

Vrachtwagens op waterstof: dichterbij dan je denkt!

In de zomer van 2024 wordt de Subsidieregeling Waterstof in Mobiteit (SWiM) verwacht, die de inzet van waterstof aangedreven trucks, bestelauto’s en bussen wil stimuleren. Elke subsidieaanvraag moet bestaan uit een aantal bedrijfsvoertuigen plus een tankstation. Zo zijn ondernemers steeds gegarandeerd van een waterstof tankstation in hun buurt.

Tijdens de bijeenkomst van Vijfsterren Logistiek op 31 januari kwamen Bart van Keuster – Marketing Manager van Van Kessel en Sharon van Beek – Senior Key Account Manager van Quantron AG ons informeren over de stand van zaken op het gebied van waterstof vrachtverkeer en de SWiM regeling. Waterstof tankstations, trucks en financiële incentives, alle bouwstenen zijn in 2024 voor handen om met vrachtverkeer op waterstof aan de slag te gaan. 

Bart liet zien hoe Van Kessel inmiddels al 3 waterstof tankstations exploiteert en waterstof distribueert met speciale tube trailers. Daarnaast zijn er nog 7 locaties in ontwikkeling, onder andere in Veghel, Haps, Ede en Asten. Door al in een vroeg stadium in te stappen, heeft het bedrijf inmiddels een grote voorsprong aan kennis en ervaring opgebouwd.
Van Kessel wil graag nog meer ervaring opdoen met waterstof, ze hebben meerdere potentiële locaties beschikbaar en zoeken nog samenwerking met bedrijven die willen investeren in waterstof trucks of bussen.

Sharon stelde de 40-tons waterstof aangedreven truck voor die Quantron AG dit jaar op de weg gaat zetten. Deze truck heeft een actieradius van 700 kilometer (geladen), kan tanken met 700 bar en heeft op 15 minuten weer een volle tank. Bovendien wordt er niet ingeboet op de lengte van de cabine of oplegger.
In oa. Oostenrijk en Duitsland rijden al trucks van Quantron AG, maar ook in Nederland kunnen zij deze voertuigen aanbieden.

Met de stappen die gezet zijn op gebied van tankstation netwerk, beschikbaarheid van zware voertuigen en financiële incentives middels de SWiM regeling, kan 2024 wel eens het jaar van de doorbraak worden voor waterstof aangedreven trucks.

Wil je hier meer over weten? Stuur Bart of Sharon vrijblijvend een bericht, dan vertellen zij je er graag alles over.
Je vindt ook meer informatie in hun presentatie van 31 januari.

Wil je meer weten over de subsidieregeling waterstof en/of ben je geïnteresseerd in samenwerking?
Neem dan contact op met Bart via b.dekeuster@vankesselolie.nl of 06-25067207.

Wil je meer weten over de elektrische- en waterstofvoertuigen van Quantron AG?
Neem dan contact op met Sharon via s.vanbeek@quantron.net of +49 (0)17617898444.

Enquête: bijna alle ondernemers worstelen met meer dilemma’s dan vroeger

Dilemma’s, dilemma’s, dilemma’s. De gemiddelde ondernemer ligt er ’s nachts wakker van. Want hoe ga je om met bijvoorbeeld de energietransitie, met personeelskrapte én met de buitenwereld die daar niet altijd evenveel begrip voor heeft? We vroeg het aan ondernemers in een enquête en dit is wat ze vertelden.
 
Wel of niet groeien? Vast of flex personeel? Ga ik nu al over op duurzame energie, of wacht ik tot er meer duidelijk is over de energietransitie? Dat ondernemers worstelen met al die dilemma’s, blijkt wel uit het feit dat ze vrijwel allemaal (85 procent) aangeven er de laatste tien jaar veel meer op hun bord te hebben. Daarbij geldt: hoe groter het bedrijf, hoe meer dilemma’s (bedrijven met meer dan 500 mede­werkers: 97 procent) hen uit hun slaap houden. Dat blijkt uit deze enquête onder 208 ondernemers. Wij vroegen hen hoe zij dealen met dilemma’s én met welke dilemma’s.
 
Dealen met dilemma’s
Dit artikel komt uit de Bilderbergspecial die de redactie van Forum maakte in aanloop naar de Bilderbergconferentie. Onderwerp is dealen met dilemma’s. Hoe kies je als je moet kiezen, maar dat niet al te makkelijk gaat? Welke belangen en afwegingen spelen dan een rol? Hoe maak je dan een keuze? Meer artikelen uit dit nummer vind je onderaan de pagina.

Hoofdbrekens
Vooral verduurzaming, de energietransitie en personeelsbeleid worden genoemd door ondernemers. En dat is best logisch: zeker op die onderwerpen zijn de afgelopen jaren veel hoofdbrekens voor ondernemers bijgekomen. Zoals de enorme hoeveelheid nieuwe regelgeving, die bijvoorbeeld investeren in verduurzaming stimuleert of verplicht. Meer dan twee derde van de ondernemers noemt dan ook regelgeving als belangrijkste oorzaak van de toename van het aantal dilemma’s. Sterker nog: ondernemers hebben het gevoel overstelpt te worden met regels, ondanks het (mislukte?) voornemen van elk nieuw kabinet om de regeldruk te verminderen. Ondernemers vinden bovendien dat de overheid steeds meer risico’s bij hen neerlegt. ‘Je moet van alles, bijvoorbeeld van het gas af’, merkt een ondernemer op. ‘Maar er is niet altijd een alternatief of het stroomnet is vol. Dat vergroot je risico om niet de juiste keuze te maken.’ Dat maakt een dilemma bijna een catch22: ondernemers kunnen geen kant op. Dat soort verplichtingen plus de krapte op de arbeidsmarkt leiden bovendien ook tot allerlei extra uitdagingen. Zo zegt Peter Weevers, directeur van WeeversNieuwstad, groothandel in landbouwvoertuigen en -machines in de Flevopolder: ‘Ik wil graag goede mensen binnenhalen en -houden, maar vaak willen ze zelf zzp’er worden. Dan kan ik voet bij stuk houden, maar uiteindelijk ga ik toch overstag.’ Ook hij wil verduurzamen en zonnepanelen op het dak van zijn bedrijfspanden laten leggen, maar hij vreest dat de verzekering moeilijk gaat doen. ‘Moet ik dan een stuk grond kopen om daar zonnepanelen te plaatsen? Want ondertussen wil de overheid – en de samenleving – wel dat ik verduurzaam.’ Andere respondenten merken op dat de economische onzekerheid voor ondernemers wordt versterkt door de huidige politieke situatie. En dat de snelheid van veranderingen sowieso een grote rol speelt. ‘Vroeger was de markt voorspelbaar’, zegt John Martens, directeur van een bouwgerelateerd bedrijf in Oosterhout. ‘Dat is niet meer zo. En dat is niet alleen een probleem voor het bedrijfsleven, maar ook voor de overheid.’ 

Vergrootglas
Dat bedrijfsleven voelt meer dan ooit de druk van de buitenwereld. Ondernemers hebben het gevoel onder een vergrootglas te liggen. Bij de politiek én bij de burger. Alles wat ze doen wordt meteen van een moreel oordeel voorzien, verzucht een van de ondernemers. Wat ertoe leidt dat ondernemers zich niet altijd begrepen voelen. ‘Elke afwijking van perfectie wordt als fout ervaren. Er moet altijd een schuldige gevonden worden. De maatschappij kan niet meer omgaan met risico en pech.’ Terwijl ondernemen juist hand in hand gaat met het nemen van die risico’s, met de kans op falen. Er heerst bovendien een beeld dat ‘bedrijven graaiers zijn en niet willen veranderen, en dat er dus meer belastingen en regels nodig zijn’, merkt een ondernemer op. ‘Veel mensen denken dat directeuren allemaal met dikke salarissen naar huis gaan. Wat [zeker] bij het mkb echt niet zo is.’ Een ander noemt de ‘verharding’ van het maatschappelijk debat.  

Deze negatieve beeldvorming van het bedrijfsleven zien ondernemers als tweede belangrijke oorzaak van de groei van dilemma’s. In hun besluitvorming houden zij dan ook rekening met het oordeel van de samenleving; 72 procent zegt dat te doen. Die negatieve beeldvorming maakt het ondernemen er niet makkelijker op. Net als de kans negatief in de krant te komen, zegt een meerderheid van de ondernemers. Ook op sociale media, waar de nuance al snel uit het oog wordt verloren en mikpunten in korte tijd veel aandacht krijgen.

Leg uit
Ondernemers denken dat het in dat verband wel kan helpen om de dilemma’s waar ze mee worstelen te delen met de buitenwereld, en uit te leggen hoe ze tot hun besluiten komen. 69 procent doet dat wel eens, en 12 procent altijd. Sommigen weigeren dat. Zoals Barry de Wit, eigenaar van schoonmaakbedrijf Barrista Facilitair in Steenbergen. ‘Ik vaar mijn eigen koers, want ik heb 35 mondjes te voeden. Daar ben ik zeven dagen per week verantwoordelijk voor. Dus kom bij mij niet aan met opmerkingen dat alle ondernemers miljonair zijn.’ Een ander hekelt de ‘negatieve framing van het bedrijfsleven door met name linkse partijen. Elke keer worden de miljardenwinsten genoemd, terwijl die slechts bij een handjevol bedrijven worden verdiend.’ Ook is er minder vertrouwen in de media. ‘De nieuwsgaring is eenzijdig, zonder enig onderzoek. Geen hoor en wederhoor. Ik mis de feiten.’ Toch heeft de buitenwereld wel een idee van de dilemma’s waarmee ondernemers worstelen, denkt een meerderheid. Sommige ondernemers zijn daar sceptisch over: ‘Als je zelf geen bedrijf hebt, snap je het niet.’ En: ‘De man in de straat heeft nog geen enkel idee wat de energietransitie voor de industrie betekent.’ Een minderheid denkt zelfs dat er tegenwoordig meer maatschappelijke waardering is voor de worsteling van ondernemers: 30 procent, tegenover 44 procent die het niet eens is met die stelling. Dus daar ligt nog een uitdaging. Of zoals een ondernemer zegt: ‘Wij draaien het om: bedreigingen worden kansen, en die benoemen we in de communicatie naar buiten.’ 

Dealen met afkeur
Zo hebben ondernemers niet alleen met (meer) dilemma’s en overheidsregels te maken, maar ook met een samenleving die kritisch – en ook afkeurend – naar het bedrijfsleven kijkt. Ze hebben er maar mee te dealen. Dat doen ze overigens niet in hun eentje. Ze bespreken hun problemen en zorgen met anderen. Opvallend: iets vaker met andere ondernemers dan met hun eigen medebestuurders. De medewerkers en de familie worden minder vaak geraadpleegd. ‘Mijn partner heeft een bedrijf dat net een slag groter is. We sparren veel over dit soort zaken’, zegt een ondernemer. Een ander bespreekt dilemma’s ‘juist met mensen buiten het bedrijf. Dat geeft vaak een nuchtere blik.’ En één respondent verwacht zijn dilemma’s op de Bilderbergconferentie te kunnen delen. Want los van de vraag of dat iets bruikbaars oplevert (hopelijk wel): gedeelde smart is halve smart.


Dit is een artikel van VNO-NCW.

Duurzaam succes door samenwerking: ecologische voetafdruk verlaagd met 20%

Buck Consultants International en evofenedex hebben gezamenlijk in opdracht van Topsector Logistiek met trots 40 bedrijven ondersteund bij het maandelijks monitoren van de carbon footprint van hun goederentransport. In dit traject hebben we bedrijven gedurende een half jaar begeleid in het analyseren en rapporteren van hun ecologische voetafdruk via de tool BigMile. Deze analyses leverden waardevolle inzichten op voor de deelnemende bedrijven en dragen daarnaast een steentje bij aan verduurzaming van de handel en logistiek.

Duurzame verandering begint bij begrip en meting van de huidige stand van zaken. Dit bewustzijn diende als katalysator voor het project.

Analyses op maat
We kozen voor op maat gemaakte analyses van de carbon footprint van het goederentransport. . Elk bedrijf bevond zich in een ander stadium van data-management, verduurzaming en innovatie. Door nauw samen te werken en zorgvuldig gegevens te verzamelen, hebben we meer dan 40 gedetailleerde analyses uitgevoerd.

Natuurlijk waren er uitdagingen onderweg. Het verkrijgen van data en navigeren door complexe berekeningen bleek niet altijd makkelijk. Deze uitdagingen dienden als waardevolle leermomenten  voor bedrijven bij  het inrichten van een standaard proces.

Verlaging van 20% totale carbon footprint
Het harde werk heeft zijn vruchten afgeworpen. Door verbeteringen in specifieke processen te implementeren  werd daadwerkelijk een afname van de carbon footprint gerealiseerd. Uit de analyses kwam naar voren dat het bundelen van goederen tot wel 20% van de totale carbon footprint-afdruk kan verlagen. Ook modaliteit-alternatieven werden geanalyseerd: zo kan het gebruik van de binnenvaart en spoor respectievelijk de CO2-uitstoot met factor 5 tot 10 verlagen. Het project is daarmee een succes en geeft bedrijven motivatie om hiermee verder te gaan.

Positieve invloed op bedrijfscultuur
Dit project heeft niet alleen geleid tot een vermindering van onze ecologische voetafdruk, maar had ook een positieve invloed op de bedrijfsculturen. Duurzaamheid is nu niet alleen een doel, maar een integraal onderdeel van de organisatie.

Terugkijkend op dit project zijn we trots op wat we gezamenlijk hebben bereikt. Onze inspanningen om de carbon footprint te verminderen dragen niet alleen bij aan een groenere planeet, maar ook aan  het duurzaamheidsbewustzijn- en doelen van bedrijven.

Huisman Transport in Druten is een van de bedrijven die heeft deelgenomen aan het project en actief bezig is met CO2-reductie. Wouter Huisman is positief over het traject: “Het rapporteren van CO2 uitstoot is iets waar wij, en vele andere transporteurs, aan moeten wennen. Dit werd dan ook op een duidelijke manier uitgelegd door mensen die de taal van de sector begrijpen. Het traject was een goede manier om ons voor te bereiden op de veranderingen die de sector tegemoet zullen komen.”

De resultaten van dit traject en andere carbon footprint-projecten zijn opgenomen in het artikel: De 10 manieren om de carbon footprint in logistiek aanzienlijk te verlagen.

We blijven toegewijd aan duurzaamheid en kijken uit naar de volgende stappen op onze reis naar een positieve impact op de wereld.
Ook benieuwd naar de CO2-uitstoot van jouw transport? Neem contact op met Buck Consultants International of met evofenedex voor meer informatie.


Dit is een artikel van Buck Consultants International.

Tweede Kamer wil gedoogbeleid B-rijbewijs voor elektrische bestelauto verlengen

Demissionair minister Mark Harbers wil af van het gedoogbeleid voor het rijden met een B-rijbewijs in een zware elektrische bestelauto. Maar de Tweede Kamer heeft de wens uitgesproken dat het gedoogbeleid gehandhaafd blijft totdat er een definitieve Europese oplossing is.

Het beëindigen van het gedoogbeleid zou betekenen dat vanaf juli dit jaar een vrachtwagenrijbewijs nodig is om de duurzame voertuigen te mogen besturen. De Tweede Kamer wil nu dat het gedoogbeleid gehandhaafd blijft totdat er een Europese oplossing is. Een motie met dat verzoek van BBB-Tweede Kamerlid Claudia van Zanten is met ruime meerderheid aangenomen. Evofenedex, TLN, RAI Vereniging, BOVAG en VNA hadden de Tweede Kamer hiertoe opgeroepen.

Goed nieuws voor bedrijven
Dit is goed nieuws voor bedrijven die al geïnvesteerd hebben in elektrische bestelauto’s of overwegen over te stappen naar elektrisch rijden. Bijna alle Europese landen hebben momenteel een vrijstellingsregeling voor rijbewijs C. Het is daarom extra onwenselijk als Nederland hiervan zou gaan afwijken. Minister Harbers meldt dat hij nog steeds in gesprek is met de Europese Commissie, die bereid is te kijken naar mogelijkheden binnen de Europese derde rijbewijsrichtlijn.

Oplossing in overleg met Brussel
De motie van de Tweede Kamer biedt de minister extra ruimte om de gedoogconstructie te verlengen en in overleg met Brussel tot een definitieve oplossing te komen. Met de nieuwe motie is opnieuw de politieke wens geuit dat de minister afziet van de eis dat je een vrachtwagenrijbewijs moet bezitten voor het besturen van zwaardere elektrische bestelauto’s.


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Rijk investeert miljoenen in verduurzaming mkb en bedrijventerreinen

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties reserveert ruim 23 miljoen euro voor kleine mkb’ers die hun bedrijfspand of -proces willen verduurzamen. Ook stelt het ministerie samen met het ministerie Economische Zaken en Klimaat 22 miljoen euro beschikbaar voor het verduurzamen van bedrijventerreinen.
De 45 miljoen euro subsidie is volgens de ministeries nodig omdat de Europese en Nederlandse overheid steeds strengere eisen stellen aan energie- en gebouwprestaties.  

Veel kleinere mkb-bedrijven missen volgens het ministerie de kennis en capaciteit om hun bedrijfspand, -proces of bedrijventerrein te verduurzamen. 

De gelden zijn door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken ondergebracht in twee programma’s: het Ontzorgingsprogramma verduurzaming mkb en het Programma verduurzaming bedrijventerreinen. 

Uitvoering bij provincies 
De uitvoering van beide programma’s ligt bij de twaalf provincies. Door deze decentrale aanpak valt volgens de ministeries beter in te spelen op de lokale situatie bij ondernemers en op bedrijventerreinen.  
Bovendien is eenvoudiger aansluiting mogelijk op bestaande lokale en regionale structuren zoals de Regionale Energiestrategieën (RES) en de Transitievisies Warmte van gemeenten, schrijft het Biza in een persbericht. 

De miljoenen voor beide programma’s komen beschikbaar voor begeleiding en advisering, niet voor de bekostiging van de maatregelen zelf. Iedere provincie geeft een eigen invulling aan de programma’s.  
Provincies moeten volgens het ministerie zelf de keuze maken welke kleine mkb’ers en bedrijventerreinen zij binnen het programma kunnen verder helpen. 

Vanaf 15 februari tot en met 15 maart kunnen provincies budget aanvragen via de RVO. Provincies kunnen vanaf 1 mei het programma vormgeven en verder uitwerken. 
RVO en het landelijk programma Verduurzaming Bedrijventerreinen ondersteunen provincies bij het uitwisselen van kennis en afstemming van beide programma’s.

Dit is een artikel van Stadszaken.

Arbeidsmarktrapportage Beroepsgoederenvervoer over de weg en Logistiek 2023

Welke ontwikkelingen zijn er op de arbeidsmarkt in transport en logistiek? En wat gebeurt er in onze sector op het gebied van veiligheid, vitaliteit, instroom, leidinggeven, opleiden en ontwikkelen? Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL) zet de belangrijkste trends op een rij in de Arbeidsmarktrapportage beroepsgoederenvervoer over de weg en logistiek 2023

De Arbeidsmarktrapportage komt tot stand in opdracht van de sociale partners TLN, VVT, FNV Transport en Logistiek en CNV Vakmensen. De uitvoering is in handen van STL en is mogelijk dankzij SOOB. In de jaarlijkse Arbeidsmarktrapportage worden arbeidsmarktontwikkelingen gemonitord van werknemers en werkgevers die zijn aangesloten bij SOOB/Pensioenfonds Vervoer.

Standaardwerk
In de Arbeidsmarktrapportage beroepsgoederenvervoer over de weg en logistiek 2023 lees je alles over werkgelegenheid, instroom en uitstroom. Je komt meer je weten over de noodzaak van opleiding en ontwikkeling. En over veilig en gezond werken. Naast dit naslagwerk bestaat de Sectormonitor waarin per kwartaal de actuele arbeidsmarktontwikkelingen worden geduid. Download de Arbeidsmarktrapportage op de website van STL.


Dit is een artikel van STL.