Sector slecht voorbereid op zero-emissie stadslogistiek

Met ingangsdatum 2025 komen de zero-emissie zones in Nederlandse steden snel dichterbij. Tijdens het congres Zero-emissie Stadslogistiek bleek dat het overgrote deel van de logistiek dienstverleners hier slecht op is voorbereid. Belangrijkste boodschap die werd meegegeven aan de sector was: omdenken, samenwerken en vandaag beginnen!

Organisator NT had vooraf aan het congres een onderzoekje gedaan onder haar lezers. Daaruit bleek dat 75% van de respondenten nog niet of nauwelijks voorbereidingen heeft getroffen voor de zero-emissie zones die over anderhalf jaar in diverse gemeenten officieel een feit zijn. Belangrijkste reden daarvoor: het gebrek aan laadinfra.

Nog eens 32% van de ondervraagden liet weten ook niet van plan te zijn te investeren in uitstootvrije voertuigen. Niet verassend dat ook het aantal armen, dat in de zaal omhoog ging, op één hand te tellen was, toen werd gevraagd wie van de aanwezigen klaar was voor de zero-emissie zones. Toen vervolgens ook nog werd geïnformeerd naar wie er gebruik heeft kunnen maken van de Aanzet-subsidie, was het commentaar dat slechts een kwart van de vervoerders zo’n tegemoetkoming kan krijgen. Er zit namelijk onvoldoende geld in de pot. “Het overgrote deel van de vervoerders die in elektrische (zouden) willen investeren, krijgt niks. Dat creëert oneerlijke concurrentie’’, was de conclusie. Afijn, dus binnen vijf minuten na de start van het congres lagen de grote problemen al op tafel.

Ongelijk speelveld
Ook Walther Ploos van Amstel, lector City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam, deed nog een duit in het zakje. In een pitch van een paar minuten moest hij een beeld schetsen van hoe de stadslogistiek er over tien jaar, dus in 2033, uit zou zien. Zijn betoog stemde niet bepaald vrolijk.

Eén van de ontwikkelingen die hij ziet, is dat de overheid het onmogelijk gaat maken de stad in te komen. “Er is immers geen zelfrespecterende gemeente die niet autoluw of autovrij is over tien jaar. Dat betekent dat we te maken krijgen met keiharde fysieke beperkingen. De sector gaat enorme pech krijgen de komende vijf jaar. Er gaat een ongelijk speelveld ontstaan tussen ondernemers. Met diesel was er een gelijk speelveld, maar dat gelijke speelveld is er niet als het gaat om energie, ruimte, mensen, faciliteiten en toegang tot geld. Bedrijven zullen enorm worden gediscrimineerd en ik voorspel dat de kleine bedrijven zullen verdwijnen. Wil je als onderneming kans maken, dan zul je moeten gaan samenwerken in stadshubs waar je capaciteit, data en energie gaat delen. Zo ziet de toekomst eruit, een toekomst die gaat van zero-emissie naar zero impact.”

Diverse stadshubs
Minder somber maar wel eenzelfde boodschap gaven Hans Quak, senior scientist bij TNO en Bart Banning, sector banker transport en logistiek bij ABN Amro. Ook Quak ziet de stadshub als een manier om de stadslogistiek te reorganiseren. “Logistiek moet veranderen, want het één op één vervangen van de bestaande dieselvloot gaat niet werken vanwege de kosten, beschikbaarheid en een ontoereikend elektriciteitsnetwerk. De stedelijke distributiecentra (SDC’s) waarover nu wordt gepraat, zijn niet de oplossing. Een SDC is een van de antwoorden. Er moeten allerlei soorten hubs komen om de diversiteit aan goederen en diensten emissieloos de stad in te krijgen. Er moeten hubs verschijnen voor general cargo, temperatuurgecontroleerde goederen, pakketjes en express, faciliterend voor retour- en afvallogistiek. Dit alles om de vervoersstromen te verminderen.”

Gedeelde hubs
Banning is ervan overtuigd dat schaarse ruimte vervoerders dwingt tot het delen van stadshubs, als gevolg van onder meer de nog hoge drempels die elektrificatie van het stadsvervoer belemmeren. “Stadshubs betekenen een betere benutting van de ruimte en ze geven minder vervoersbewegingen en een hogere beladingsgraad. Samenwerking maakt gedeelde stadshubs rendabel.”

Ook pleit hij voor het extra ruimte geven aan koplopers om te investeren. Volgens Banning gaat 70% van de vervoerders in de stadslogistiek het logistieke proces aanpassen door de komst van de zero-emissie zones. “Daarbij wil 43% een gedeelde of eigen stadshub inzetten voor stadsdistributie. Vervoerders zien echter beschikbaarheid en betaalbaarheid van geschikte locaties als belemmering. Ruim 40% van de vervoerders geeft aan niet op tijd klaar te zijn voor de invoering van zero-emissie zones.”


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.