Jumbo vers distributiecentrum behaalt hoogste certificaat duurzaamheid

Het gemechaniseerde distributiecentrum voor versproducten dat Jumbo Supermarkten in april in gebruik nam, heeft het prestigieuze BREEAM 2020-Outstanding certificaat behaald.
Met een score van 88,59% is het nieuwe vers distributiecentrum van Jumbo in Nieuwegein bekroond met het BREEAM 2020-Outstanding certificaat Het warehouse is hiermee een van de eerste in zijn soort die deze hoogst mogelijke BREEAM-klasse bereikt.
Het distributiecentrum is 42.000 m2 groot en bevindt zich op bedrijventerrein De Liesbosch in Nieuwegein. Het terrein is ruim 200.000 m2 en staat pal naast het geautomatiseerde distributiecentrum van 43.000 m2 voor lang houdbare producten. Samen vormen deze twee distributiecentra het grootste gemechaniseerde foodretail distributiecentrum van Europa.
 
Duurzaamheid Jumbo distributiecentrum
Om het duurzaamheidskeurmerk te behalen, maakte Jumbo zoveel mogelijk gebruik van duurzame en energiebesparende bouwmaterialen. Daarnaast zijn er 8.000 zonnepanelen geïnstalleerd om een groot deel van de energiebehoefte te dekken. ook is er gebruik gemaakt van energiezuinige verlichting. Daarnaast zijn er maatregelen genomen om water te besparen en is de buitenzijde en omgeving van het pand ecologisch ingericht met onder meer broednesten en bijenkasten.

Met de centralisering van dit distributiecentrum worden ook nog eens 15.000 ritten per jaar bespaard.

Distributiecentrum 2025 volledig operationeel
Jumbo verwacht eind dit jaar volledig operationeel te zijn met het gemechaniseerd centraal distributiecentrum (CDC) voor versproducten. Vanaf dat moment ontvangen alle e-fulfilment centers, waar boodschappen van online klanten van Jumbo.com worden verzameld, en alle ruim 700 winkels in Nederland en België hun langer houdbare versproducten vanuit Nieuwegein. 


Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

840.000 euro voor bedrijventerreinen in Noordoost-Brabant

De regio Noordoost-Brabant krijgt ruim 8 ton subsidie om bedrijventerreinen duurzaam en klaar voor de toekomst te maken. Dat geld is afkomstig van de provincie Noord-Brabant die meer dan 3,3 miljoen euro subsidie van het rijk krijgt om bedrijventerreinen in Brabant te versterken. Het subsidieprogramma loopt tot mei 2027 en helpt bedrijven om beter samen te werken bij het verduurzamen.

Versterken organisatiegraad
De subsidie van de provincie wordt verdeeld over vier Brabantse regio’s. Elke regio ontwikkelt een eigen aanpak en een plan. Zo maken zij optimaal gebruik van regionale kansen, kennis, netwerken en bestaande initiatieven.

De subsidie is bedoeld om de organisatiegraad van bedrijventerreinen te versterken. Dit betekent dat bedrijven beter met elkaar gaan samenwerken om hun terreinen te onderhouden, beheren en vooral verduurzamen. Bijvoorbeeld om samen te werken aan energie-oplossingen, vergroening of het circulair gebruiken van reststromen. In totaal gaat het om 104 bedrijventerreinen in heel Brabant.

30 bedrijventerreinen in Noordoost-Brabant
Dankzij de provinciale subsidie kunnen in Noordoost-Brabant 30 bedrijventerreinen worden versterkt. De subsidie is vooral bedoeld voor aanjagers die bedrijven gaan ondersteunen en helpen bij het opzetten of verbeteren van de samenwerking. Een deel van de subsidie is bestemd voor kennisdeling tussen de aanjagers, de regio’s en rijk. Hierbij worden onder meer ervaringen met de Grote Oogst terreinen gedeeld. 

”De gemeenten van Noordoost-Brabant gaan voor een toekomstbestendig ondernemingsklimaat”, aldus Jan Goijaarts, bestuurlijk trekker Bedrijvennet en voorzitter van het Portefeuillehoudersoverleg Economie van RNOB. “Vooral een duurzame energievoorziening staat daarin voorop, maar ook omgaan met hittestress en het voorkomen van ‘natte voeten’. Het verder organiseren van ondernemers hierop is daarom een goede impuls, waar we graag gebruik van maken.” 

Het belang van bedrijventerreinen
Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de regionale economie en werkgelegenheid. De vele bedrijven die hier gevestigd zijn, zorgen voor banen en inkomsten in de regio. In Brabant komt 38% van de werkgelegenheid en 45% van het regionale inkomen van bedrijventerreinen. Het verduurzamen van deze terreinen is nodig voor een schonere en veiligere toekomst voor iedereen. En helpt bij het tegengaan van klimaatverandering. 


Dit is een artikel van RNOB.

Samenwerken aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant

In Noordoost-Brabant werken verschillende regionale samenwerkingsverbanden samen aan de brede welvaart en daarmee een goede toekomst van onze regio. Een veerkrachtige arbeidsmarkt is daar onderdeel van. Noordoost Brabant Werkt (NOBW) is hét regionale samenwerkingsnetwerk dat zich richt op een veerkrachtige arbeidsmarkt in onze regio, waar plaats is voor alle talenten en werk voor iedereen die wil werken. Binnen NOBW is Harald Odinga voorzitter van de stuurgroep Jongerenaanpak en Voortijdige Schoolverlaters (VsV) en hij is lid van het Voorzittersoverleg NOBW. Hij vertelt over de actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de rol van NOBW, en hoe regionale samenwerking, ook met RNOB, essentieel is in het aanpakken van arbeidsmarktvraagstukken.

Krapte op de arbeidsmarkt
Harald is regiodirecteur van onderwijsinstelling Yuverta. Vanuit die rol én als voorzitter Jongerenaanpak NOBW ziet hij een aantal grote thema’s op de arbeidsmarkt, die zowel lokaal, regionaal, als nationaal spelen. “Een van de belangrijkste trends is nog steeds de arbeidskrapte. We merken dat bijna alle sectoren moeite hebben met het vinden van geschikt personeel. Ook voor de consument wordt het steeds meer merkbaar, doordat winkels en restaurants niet meer alle dagen open zijn en wachttijden in de zorg oplopen bijvoorbeeld. De vergrijzing zorgt ervoor dat er steeds meer openstaande vacatures zijn. Tegelijkertijd zien we ook dat er nog mensen aan de kant staan die ondanks de arbeidskrapte niet zomaar een baan vinden. Het gaat om jongeren, kwetsbare groepen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Robotisering en kunstmatige intelligentie (AI) kunnen in bepaalde sectoren helpen om de arbeidskrapte te verminderen, maar zeker niet in alle.”
Om alle uitdagingen in onze arbeidsmarktregio het hoofd te bieden, is een brede regionale en integrale aanpak nodig 

Meer inclusief
De arbeidsmarktkrapte is een zeer urgent probleem dat nu onze volle aandacht vraagt, vooral in sectoren zoals techniek en zorg. NOBW speelt hierop in door initiatieven op te zetten die het voor werkgevers makkelijker maken om personeel te vinden en te behouden én voor inwoners makkelijker maken om bij te scholen of van baan te wisselen. Harald: “Als regio hebben we een doelstelling om steeds inclusiever te worden. Mede vanuit bijvoorbeeld Stichting AANtWERK worden samen met de sociale ontwikkelbedrijven meerdere kennissessies georganiseerd voor werkgevers die de stap willen zetten om meer inclusief te worden.” 

Eén loket voor werkzoekenden en werkgevers
Naast de kennissessies zijn er ook concrete programma’s op maat die ondernemers verder kunnen helpen op dit thema. De Regio Deal, waarin RNOB, NOBW en AgriFood Capital samen optrekken, heeft geholpen om dit soort programma’s te versnellen en te verbeteren. “Een mooi resultaat van die samenwerking is bijvoorbeeld het onlangs gelanceerde Werkcentrum Noordoost-Brabant (voorheen 1werkcentrum), waar werkzoekenden en werkgevers elkaar kunnen vinden en ze terecht kunnen met vragen over werk, opleiding en ontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat er één centraal en herkenbaar loket is, in plaats van meerdere versnipperde initiatieven.” Volgens Harald is het werkcentrum een belangrijke stap in het verder professionaliseren van de regionale arbeidsmarktinfrastructuur. “Ook voor jongeren werkt NOBW al jarenlang samen binnen het netwerk, met vooral overheid en onderwijs, om voortijdig schooluitval te voorkomen en jeugdwerkloosheid tegen te gaan.”

Leven Lang Ontwikkelen
Een tweede belangrijk thema is de noodzaak van een Leven Lang Ontwikkelen. “Dit is essentieel om mee te kunnen blijven doen op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt verandert continu en een baan voor het leven is steeds minder vanzelfsprekend. Er komen steeds nieuwe soort banen bij, bijvoorbeeld als gevolg van de energietransitie en nieuwe technologische ontwikkelingen. 

Andere banen verdwijnen. Mensen moeten zichzelf daarom blijven ontwikkelen om relevant te blijven voor hun huidige en toekomstige banen. “Ook bij jongeren brengen we het belang van leven lang ontwikkelen onder de aandacht. Het leren houdt niet op bij het verlaten van school. Zo houden we contact met afgestudeerde studenten via alumniprogramma’s waarbij we hen wijzen op het brede aanbod van trainingen en/of opleidingen.”

Keep on Learning
“In de huidige Regio Deal hebben we al veel kunnen realiseren, ook op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen”, vertelt Harald. Onder de naam ‘Keep on Learning’ heeft NOBW een beweging in gang gezet die iedereen in de regio aanspoort om zich een leven lang te blijven ontwikkelen. “We delen nog steeds estafettestokjes uit aan werkgevers die zich inzetten voor duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Dit stokje is een symbool voor hun inspanningen en een blijk van waardering. Op de website plaatsen we video’s van deze bedrijven, zodat anderen zich kunnen laten inspireren.” Naast dit regionale initiatief participeert NOBW ook in de brede provinciale aanpak Brabant Leert, gericht op werknemers die zich willen laten bijscholen. 

Behoud van talent
Als derde thema benoemt Harald de uitdaging om talent in de regio te behouden. “Al het beschikbare talent is nodig om de arbeidskrapte in de regio tegen te gaan. Zowel jongeren, volwassenen, kwetsbaren, als arbeidsmigranten en expats.”  Zo vormt de groei van Brainport een extra uitdaging voor de mkb-bedrijven in Noordoost-Brabant die moeite hebben personeel te behouden. De Brainport regio biedt echter ook kansen voor mensen en ondernemers uit onze regio. Samenwerken is dus niet alleen binnen onze regio belangrijk, maar ook daarbuiten, met aangrenzende gebieden zoals Brainport.

“Daarnaast blijven mensen niet alleen in de regio vanwege hun werk, ze willen ook prettig kunnen wonen en leven”, aldus Harald. “We moeten dus zorgen voor voldoende huisvesting en aantrekkelijke voorzieningen. Dit vraagt om een integrale aanpak, vooral samen met gemeenten.

Dit is een artikel van RNOB.

LCB en MCA Brabant ondertekenen nieuwe overeenkomst

Vijf jaar geleden ondertekenden de Brabantse partijen voor het eerst een samenwerkingsovereenkomst, die in het voorjaar van 2021 werd verlengd. Na diverse projecten, verschillende stagiaires en een gedeelde beursvloer, was het tijd voor een nieuwe overeenkomst. Op 24 september 2024 tekenden Hendrik-Jan van Engelen van MCA Brabant en Daan Quaars van Logistics Community Brabant (LCB) hun derde samenwerkingsovereenkomst.


MCA Brabant bevordert multimodaal goederenvervoer over water en spoor binnen, door en vanuit de provincie Noord-Brabant. Hiermee draagt MCA Brabant bij aan de bereikbaarheids- en duurzaamheidsdoelstellingen voor het goederenvervoer in Noord-Brabant. Om deze doelstellingen kracht bij te zetten, zocht MCA Brabant in 2019 voor het eerst contact met LCB. Deze Brabantse instelling, gericht op het voortbrengen van logistieke innovaties, brengt overheidsorganisaties, ondernemers en studenten samen en is daarmee een ideale partner voor MCA Brabant. De bestaande samenwerking is nu bekrachtigd met een nieuwe overeenkomst, geldig tot 31 december 2026.

Wall of fame
Meerdere malen vonden MCA Brabant en LCB elkaar in gezamenlijke projecten. In een van de eerste opdrachten werden containerstromen vanuit de Rotterdamse haven naar het Brabantse achterland in kaart gebracht; lange wachttijden frustreerden de containerbinnenvaart, waardoor er te vaak werd gekozen voor vervoer over de weg. Dankzij betere planning en data-uitwisseling via de e-JointCorridor verbeterde dit proces, met als resultaat dat er nu meer gebruik wordt gemaakt van spoor en water.

Ook projecten waarbij meerdere partners betrokken waren, werden niet geschuwd. Zo werd de nieuwe structurele verbinding van de bietenroute opgezet. Tot 2021 vervoerde Cosun Beet Company bijna alle Limburgse suikerbieten over de weg naar Dinteloord. Met de opening van de vaarroute werd een derde van de Limburgse oogst per schip vervoerd, wat zorgde voor een duurzamer transport, een vermindering van de CO2-uitstoot en lagere kosten.

In de proeftuin ‘Digital Twin’ van het omvangrijke subsidieproject Digital Data Square Zuid-Nederland werkten MCA Brabant, Monotch, Bridgestone en Argaleo – onder penvoerderschap van LCB – aan de ontwikkeling van een slimme database. Deze database is bedoeld om datagedreven beleidsvorming verder te ondersteunen in de Digitale Atlas. Tijdens de Multimodaal Transport Expo van 2023 werden de resultaten gezamenlijk gepresenteerd op de beursvloer.

Hendrik-Jan van Engelen – MCA Brabant: “De meerwaarde van de samenwerking tussen LCB en MCA zit heel duidelijk in het uitvoeren van gezamenlijke projecten. Door slim het netwerk en kennis van het multimodale goederenvervoer van MCA te koppelen aan de innovatiekracht en studenten van LCB krijgen projecten een andere dimensie en daardoor betere resultaten. Ik kijk uit naar de komende jaren”.

Studentonderzoek
In de afgelopen jaren hebben ook studenten hun weg gevonden naar het kantoor van MCA Brabant. Zij hebben stage- en afstudeeronderzoeken uitgevoerd over actuele onderwerpen. Zo zijn terugvalscenario’s voor Brabantse terminals onderzocht, is een functioneel en technisch ontwerp voor natte infrastructuur in kaart gebracht, is er een capaciteitsanalyse voor terminals gemaakt, zijn duurzaamheidseffecten van verschillende initiatieven voor inland terminals kwantificeerbaar gemaakt en is er onderzoek gedaan naar een circulaire economie en bulkstromen. De resultaten zijn vaak gebruikt en toegepast in de vraagstukken van MCA Brabant.

Daan Quaars – Logistics Community Brabant: “Door het uitvoeren van onderzoek voor MCA Brabant, hebben studenten een waardevolle bijdrage geleverd aan logistieke en maatschappelijke uitdagingen in de provincie. Dit bewijst dat studentonderzoek onmisbaar is voor innovaties en duurzame ontwikkelingen in een onderneming of organisatie. Reden voor ons om door te blijven gaan met het zoeken van samenwerkingen en het bij elkaar brengen van studenten, ondernemers en overheidsorganisaties.”

Dit is een artikel van LCB.

6 logistieke functies die door digitalisering en robotisering gaan veranderen

Robotisering en digitalisering nemen geleidelijk steeds meer functies en werkzaamheden over. Dit heeft een behoorlijke impact op bedrijven in het algemeen en op medewerkers in het bijzonder. We beschrijven in dit artikel de impact op een aantal functies.

Technologische ontwikkelingen in de logistiek gaan razendsnel. Waar bijvoorbeeld Radio-frequency identification (RFID) tien jaar geleden nog moeizaam werd geïmplementeerd, is, anno 2024, RFID breed toepasbaar geworden. Toenemende digitalisering en robotisering gaan een fors effect hebben op de werkzaamheden van professionals in de logistiek. Onderstaand een overzicht van de functies waarvan de werkzaamheden de komende jaren ingrijpend kunnen gaan veranderen.

1. Magazijnmedewerker
Veel van de repeterende taken, zoals orders verzamelen, sorteren en verpakken, kunnen geautomatiseerd door robots worden uitgevoerd. Zoals momenteel wordt gedaan in het hypermoderne distributiecentrum van Picnic. Magazijnmedewerkers kunnen zich in de toekomst gaan richten op toezicht, onderhoud en op complexe taken, die niet door robots kunnen worden uitgevoerd. 

2. Transportplanner
Op dit moment (2024) houden veel bedrijven hun transportplanning onder controle met tijdrovende registratie in Microsoft Excel. Terwijl er geavanceerde software bestaat die, met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) en big data, in korte tijd de meest optimale transportplanning kan berekenen. Transportplanners krijgen in de toekomst daarom een rol in het monitoren van geautomatiseerde systemen, het onderhouden van persoonlijk contact en in het omgaan met uitzonderlijke situaties. 

3. Voorraadbeheerder
Digitalisering maakt realtime tracking en monitoring van voorraad mogelijk, waardoor traditionele voorraadbeheerrollen veranderen naar analytische posities waarin data-analyse centraal staat. En dit kan al ver gaan, zo vliegen bij Ikea inmiddels drones, aangestuurd door AI, in het magazijn rond.

4. Supplychaincoördinator
Door de integratie van softwaresystemen tussen klanten en leveranciers, wordt het coördineren van de supplychain steeds verder geautomatiseerd. Supplychaincoördinatoren zullen zich meer gaan focussen op het managen van deze softwaresystemen, op data-analyse en op het oplossen van verstoringen.

5. (Vrachtwagen/ heftruck) chauffeur
Op dit moment (2024) zorgt het chauffeurstekort ervoor dat bedrijven moeite hebben om hun activiteiten uit te breiden. Daarom neemt de aantrekkingskracht van zelfrijdende systemen steeds meer toe. Met de eerste successen voor personenvervoer, zal er uiteindelijk ook een doorontwikkeling plaatsvinden naar het goederenvervoer, waarin nu de eerste testen met autonoom wegtransport al plaatsvinden. Met de opkomst van autonome voertuigen, zullen chauffeurs uiteindelijk een andere functie moeten gaan vervullen. 

6. Inkoopmanager
Digitalisering biedt realtime inzicht in leveranciersprestaties en voorraadsituaties, waardoor inkoopmanagers hun focus verleggen naar strategisch voorraadbeheer en risicomanagement, waarbij ze volledig ondersteund worden door data-analyse.

Deze veranderingen benadrukken dat vaardigheden in technologie en data-analyse, steeds belangrijker worden in logistieke functies, terwijl traditionele fysieke taken meer door robots en geautomatiseerde systemen kunnen worden overgenomen.

Voorbereiden
“Bedrijven moeten steeds meer rekening houden met eisen vanuit overheden en met klanten die meer van hen gaan van vragen op het vlak van datadelen en efficiency. Eisen waaraan alleen voldaan kan worden door verdergaande digitalisering en robotisering. De techniek is daarbij steeds minder een struikelblok om de logistieke optimalisatie te realiseren. Maar de medewerkers moeten wel hun vaardigheden en kennis up-to-date krijgen. Medewerkers meekrijgen in deze digitale revolutie moet bovenaan staan als bedrijfsprioriteit en zal geen eenvoudige opgave blijken”, stelt Anneloes van Klaveren, projectleider digitalisering bij evofendex.

Dit is een artikel van evofenedex.

Nederland kan met 1.200 ‘energy hubs’ netcongestie en CO2-uitstoot fors verminderen

Als bedrijven op bedrijventerreinen en bewoners van woonwijken gezamenlijk elektriciteit gaan gebruiken, opwekken en delen binnen een eigen hub, dan kan dat een grote bijdrage leveren aan het oplossen van netcongestie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Samen zouden deze energy hubs de piekbelasting op het elektriciteitsnet met 3,2 gigawatt kunnen terugbrengen en de CO2-uitstoot met 1,5 tot 4,8 miljoen ton per jaar kunnen verminderen.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van Royal HaskoningDHV dat is uitgevoerd in opdracht van de Topsector Energie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het ingenieursbureau heeft becijferd dat er in Nederland zo’n 1.200 energy hubs gevormd kunnen worden.

Slim afstemmen
Bij zo’n energy hub wordt alle opwek en gebruik van energie slim aangestuurd en op elkaar afgestemd. Zo kan de restwarmte van bedrijven gebruikt worden om via warmtenetten woningen of kantoren te verwarmen. Bedrijven en woonwijken, maar ook logistieke en OV-bedrijven, kunnen aangesloten worden op wind- en zonneparken of op de panelen op daken van woningen en distributiecentra. Overtollige stroom kan omgezet worden in waterstof of opgeslagen in een batterij. Elektrische bussen en vrachtwagens kunnen gevoed worden met groene brandstoffen zoals waterstof via gezamenlijk laadstations. Elektrische auto’s in woonwijken kunnen gebruikt worden als batterij, om pieken op het net op te vangen.

Ook kunnen bedrijven gebruik maken van één stroomaansluiting of -contract. Ze kunnen overtollige stroom verkopen aan de buren en hun stroomverbruik op elkaar afstemmen, om pieken in vraag en aanbod te voorkomen. Al die energiebronnen en afnemers worden digitaal via slimme algoritmes aangestuurd, zodat vraag en aanbod nauwkeurig op elkaar afgestemd worden.

Samenwerking
Een van de belangrijkste voorwaarden voor het vormen van een energy hub is samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bewoners en woningbouwcorporaties of gemeenten. Bij bedrijven kunnen parkmanagement of werkgeversverenigingen het initiatief nemen, bij woonwijken zijn dat corporaties of gemeenten. Eerder onderzoek van Royal HaskoningDHV wees vorig jaar uit dat energy hubs op bedrijventerreinen kunnen zorgen voor een CO2-reductie van 4 tot 6 megaton in 2030. Dat cijfer is in het nieuwste onderzoek dus afgezwakt. Verder kunnen energy hubs het probleem van netcongestie helpen oplossen en zorgen dat bedrijven op wachtlijsten toch een aansluiting op het net krijgen.

Dat kan door de piekbelasting te verminderen. Dat is het hoogste stroomverbruik van bedrijven of woonwijken in een jaar. Dat vermogen is zelden nodig, maar de grootte van de stroomaansluiting wordt daar wel op afgestemd. Door de pieken met in totaal 3,2 gigawatt te verlagen zijn minder zware stroomaansluitingen nodig en wordt het overbelaste net dus ontzien.

Kijk hier wat energy hubs zijn en hoe ze werken

Voorbeelden
Er zijn in Nederland al verschillende energy hubs, bijvoorbeeld in de vorm van een energiecoöperatie of energiecollectief. Op Schiphol Trade Park delen bedrijven een aansluiting en wisselen ze stroom uit. De Energie Coöperatie Amsterdamse Haven (ECAH) lost de congestieproblemen in de zeehaven op door de beschikbare slim te verdelen. Via de Duurzame Ring Heerhugowaard (DRH) worden overschotten aan warmte en koude verdeeld tussen bedrijven, instellingen en wooncomplexen en maakt iedereen gebruik van dezelfde ondergrondse warmte- en koude bronnen (WKO). Dat allemaal via een collectief warmtenet. Dat scheelt in investeringskosten, levert de deelnemers zelfs geld op en vermindert de CO2-uitstoot.

Twaalf hubs in één regio
Een mooi voorbeeld vormt de regio Drechtsteden in Zuid-Holland, waar onder aanvoering van de Federatie Werkgevers Drechtsteden al twaalf regionale energiehubs zijn opgericht in de vorm van een gezamenlijke energiecoöperatie. Deelnemende bedrijven mogen elkaar stroom leveren, iets wat ze afzonderlijk normaliter niet mogen. Op piekmomenten kunnen ze meer stroom gebruiken dan nu, omdat ze de aansluiting van de buurman mogen gebruiken. Verder kunnen ze samen een batterij aanschaffen om overtollige stroom uit zonnepanelen en windmolens in op te slaan, of een gezamenlijk laadpark bouwen voor elektrische vrachtwagens. “Door de congestieproblemen is de animo overal groot. Er is geen reden om dit niet te doen,” zegt voorzitter Jacob Klink van de werkgeversclub.

Tekort en overschot
Bij twee grote bedrijventerreinen in Dordrecht speelt nog iets anders. Op bedrijventerrein Distripark staan vooral grote distributiecentra met tienduizenden zonnepanelen op hun daken. Op zonnige dagen leveren die te veel stroom en moeten de bedrijven betalen om die aan het net te leveren of hun installaties afschakelen. Op het naastgelegen Dordtse Kil 3 kunnen nieuwe bedrijven geen aansluiting op het net krijgen en komen bestaande bedrijven juist stroom tekort. Zeker als ze in de toekomst hun elektrische wagenpark moeten gaan laden. “Hoe mooi zou het dus zijn als je het stroomtekort van het ene bedrijventerrein kunt oplossen met het overschot van dat ernaast”, zegt voorzitter Krijn Ratsma van de Stichting Energieke Regio, die de hubs helpt opzetten. Dat gaan ze dus ook doen. Met een corporatie – die per 1 oktober wordt opgericht – kunnen de bedrijven straks 79 procent van de opgewekte energie zelf gebruiken, vooral voor elektrisch rijden.

Probleem netcongestie steeds groter
Het probleem van netcongestie wordt in Nederland steeds groter. Wie de roodkleurende kaartjes op de website van Netbeheer Nederland bekijkt, ziet dat het stroomnet bijna overal vol zit en dat nieuwe aansluitingen in driekwart van het land niet meer mogelijk zijn. Er zijn twee soorten congestie: opwekcongestie en afnamecongestie. Bij opwekcongestie wordt er op momenten met veel zon en wind zoveel groene stroom geproduceerd, dat het net het niet aan kan. Daardoor worden wind- en zonneparken in de zomer regelmatig uitgeschakeld. In juli ging zo 11 procent van alle groene stroom verloren. Ook waarschuwen bouwers van windparken op zee dat ze vanwege de netcongestie straks hun stroom niet kwijt kunnen aan klanten en dat daardoor de geplande bouw kan stagneren. Bij afnamecongestie vragen bedrijven en consumenten meer stroom dan het net aankan. Dat gebeurt het hele jaar. Dat is de reden dat sommige bedrijven, maar ook zonneparken op daken en in weilanden, nu al niet meer aangesloten kunnen worden op het net en de wachtlijsten blijven groeien.


Dit is een artikel van Change Inc.

Toppy sluit zich aan bij Vijfsterren Logistiek

Wij zijn blij dat ook Toppy zich onlangs aangesloten heeft bij Vijfsterren Logistiek. Zij stellen zich graag even aan jullie voor en delen hieronder hun verhaal.

Alles in eigen voorraad bij Toppy
Meer dan 10 jaar geleden ontstond Toppy als een webwinkel uit een fysiek zwembadbouw-familie-bedrijf. Wat begon als een webshopje waar je puur zwembadrobots en potjes chloor kon kopen voor je zwembad is nu uitgegroeid tot een hele jongen met groot logistiek centrum. Waar je naast alles voor je zwembad, ook alles voor je spa, vijver, tuin en kampeeravonturen kunt kopen.


Toppy’s beste raad? Eigen voorraad

Bij Toppy heb je geen verrassingen. Als je iets bestelt, dan hebben we het gewoon op voorraad. Geen achter-de-schermen-drama met leveringen die vanuit ‘weet-jij-veel-waar’ moeten komen. Nee, op logische uitzonderingen na zoals maatwerk, liggen alle producten gewoon hier in ons magazijn. We kennen het product, we hebben het gezien, in onze handen gehad, gefotografeerd, soms zelfs uitgetest en het staat dus klaar om verpakt en verstuurd te worden. Alles wat we verkopen, kennen we van binnen en van buiten – letterlijk.

Eigen voorraad = het zelf steeds beter willen doen
In het hart van het bedrijf ligt een gigantisch magazijn, compleet met een volautomatische inpakmachine. In de zomer loopt hier wel 100 man personeel rond. Hier regelen we alles zelf. Van de bestellingen tot de verpakking en verzending. Alleen de
levering laten we over aan onze logistieke partners. Dat is dan ook de kracht van Toppy. Gaan er processen mis in ons magazijn, dan voelen we dat zelf. En dat maakt dat we het altijd beter willen doen. Zo zijn onze looproutes zo geoptimaliseerd dat we zo min mogelijk stappen maken en tijd verspillen. Ook is digitalisering niet meer weg te denken in onze logistieke processen. Alles gaat tegenwoordig via hand-held scanners, waardoor we bijna geen papier meer gebruiken. Bestellingen worden in één vloeiende beweging verwerkt, van het moment dat ze binnenkomen tot aan de verzending.

Duurzaamheid bij Toppy
Wat we verkopen, zwembaden, is niet per se duurzaam. In tegendeel zelfs. Toch zijn we bij Toppy wel bezig met duurzaamheid. Zo ligt ons dak vol met zonnepanelen en doet onze volledig automatische inpakmachine meer dan alleen supersnel pakketten inpakken. Hij snijdt dozen precies op maat waardoor we geen lucht verschepen.

Onze bulldozer
Nog even over die inpakmachine, onze bulldozer. Hij is nog spiksplinternieuw en speciaal ontwikkeld door Technikkels voor Toppy. Het is de eerste in zijn soort die verschillende maten dozen kriskras door elkaar kan verwerken in één machine. Het
was een langgekoesterde droom en Technikkels bewees dat je geen megaspeler hoeft te zijn om zo’n inpakmachine te rocken.


De zomeruitdaging

Met een assortiment voor buiten is het niet zo gek dat Toppy flinke pieken heeft. Zo hebben we ieder jaar weer dezelfde uitdaging. Heel snel opschalen als het zonnetje begint te schijnen. Dit jaar hadden we een hele succesvolle samenwerking met CNO in Schijndel. 25 asielzoekers versterkten dit jaar het logistieke team. Echte Toppers die maar wat graag willen werken, óók als de zon schijnt. Dat is een groot verschil met de scholieren die ons versterken als zomerbaantje. Scholieren gaan als de zon schijnt, toch liever naar een plas met water in plaats van werken in een magazijn en appen
dan op het laatste moment af. Op onze asielzoekers konden we echt bouwen.

Goede arbeidskrachten nodig in de winter?
Toppy.nl is trots om als e-commerce partij onderdeel te zijn van Vijfsterren Logistiek. Deze samenwerking biedt kansen om arbeidskrachten beter in te zetten tijdens piek- en dalperiodes. Zo zoeken we voor onze Top-asielzoekers nog een winterbaan. In de zomer willen we ze graag weer terug.
Kun jij nog goed personeel gebruiken? Neem contact op met Daan Kraaijkamp van Toppy via daan@toppy.nl.


Meer informatie over Toppy vind je op hun website Toppy.nl.

Huurder stelt hogere eisen aan distributiecentrum dan enkel kosten

Gebruikers van logistiek vastgoed zijn kritischer als het aankomt op de keuze voor een distributiecentrum. Kosten blijven een heikel punt, maar lang niet de enige.
De vraag naar logistiek vastgoed neemt toe, maar de eisen van de gebruiker/huurder doen dat ook. En kosten zijn allang niet meer de enige aandachtspunten. Locatie, de staat van het pand en duurzaamheid spelen een minstens zo belangrijke rol voor huurders nu en in de toekomst.

Dat blijkt uit Europees onderzoek van CBRE onder 100+ gebruikers van logistiek vastgoed.

Kosten logistiek vastgoed en personeel
Kosten zijn en blijven de belangrijkste uitdagingen voor huurders. Of beter gezegd: het in de hand houden van kosten. Niet alleen qua huurprijs, ook energie- en personeelskosten zijn een uitdaging.

Locatie distributiecentrum
Om daar in te slagen nemen de locatievoorkeuren van gebruikers ook toe. Beschikbaarheid van personeel en capaciteit zijn in toenemende mate belangrijk voor de locatiekeuze. Personeelskosten volgt op plaats 2 en de kosten van logistiek vastgoed daarna, hoewel de prijs van het pand minder zwaar weegt dan personeelsbeschikbaarheid.
Andere, toenemende factoren bij de locatiekeuze zijn: beschikbaarheid van energie, ligging t.o.v. snelwegen en havens en rijafstand naar de belangrijke commerciële locaties.

Modern vs traditioneel warehouse
Hoewel ruimtegebrek nog laag scoort in het onderzoek, is ruim de helft van plan uit te breiden op middellange termijn. Op de vraag waar het pand dan aan moet voldoen, wat de voorkeuren zijn van gebruikers verschilt dat per soort gebruiker. Overall hebben alle gebruikers de voorkeur voor een modern, geoptimaliseerd warehouse. Online retailers, e-commerce pure players hebben daar de grootste behoefte aan. Gevolgd door parcel bedrijven, logistieke dienstverleners (3pl) en omnichannel bedrijven. Fabrikanten hebben het minst behoefte aan een modern dc, zij nemen ook genoegen met een traditioneel/ouder pand.

Verouderd distributiecentrum
Als het aan de respondenten ligt, is het up to date brengen en houden van logistiek vastgoed cruciaal. Veertig procent meent dan 25 tot 45% van het huidige portfolio logistiek vastgoed in 2030 verouderd is en daarmee niet attractief voor gebruikers.

Nearshoring
Nearshoring, mede door de zorgen om haperende supply chains als gevolg van geopolitieke spanningen, staat ook steeds meer op de agenda van bedrijven. Zuidoost Europa en Centraal en Oost-Europa hebben de voorkeur als vestigingsplaats. De situatie in Oekraïne zorgt wel voor terughoudendheid, aldus het rapport.


Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

Cybercrime: bent u het volgende doelwit?

Een gehackte waterzuiveringsinstallatie, een staalbedrijf dat online wordt afgeperst. Digitale bedrijfsspionage en virussen. Iedereen kan het slachtoffer van cybercrime worden. Wie zitten daarachter en wat kun je als ondernemer ertegen doen? Een kijkje in de wereld van de ‘cyberoorlog’. 
 
Als cybercrime een land was, dan zou het de derde economie ter wereld zijn, na de Verenigde Staten en China. Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Cybersecurity Ventures kost cybercriminaliteit de wereld 8 biljoen dollar, dat is achtduizend miljard. Een duizelingwekkend bedrag dat volgens onderzoekers alleen maar op zal lopen. De schade door cybercriminaliteit zal de komende jaren met 15 procent per jaar toenemen tot 10,5 biljoen dollar per jaar in 2025, tegen 3 biljoen dollar in 2015.
 
De cijfers liegen er ook in ons land niet om. Volgens een recent rapport van de politie hadden vorig jaar ruim twee miljoen Nederlanders te maken met een vorm van cybercrime. Het mkb is daarbij een geliefd doelwit. Securitybedrijf Eye Security uit Den Haag luidde vorig jaar al de noodklok rondom cyberweerbaarheid van mkb’ers: 72 procent van de elfduizend cybermeldingen die het bedrijf in 2023 te verwerken kreeg ging over ondernemers. Hoeveel meldingen daarvan ransomware – het gijzelen van data – betrof en hoeveel geld daarmee gemoeid is, is onbekend. Bedrijven zijn niet verplicht om bekend te maken dat ze een cyberincident hebben gehad, of dat ze criminelen hebben betaald. 
 
Hackersgroepen
Wie en wat zit er achter deze ‘cyberoorlog’ en hoe kunnen bedrijven zich daartegen beschermen? Securityspecialist Inge Bryan heeft jarenlange ervaring bij onder meer de AIVD en Fox-IT en is een vaste duider van cybernieuws bij Nieuwsuur. Zij wil eerst opmerken dat ze fel gekant is tegen de term ‘cyberoorlog’. ‘Het heeft weinig zin om in termen van oorlog te praten. Alle cyberaanvallen, groot of klein, zijn gericht op het behalen van voordeel ten koste van onze economie. En daarbij maakt het niet uit welke hackersgroeperingen erachter zitten. Of ze nu gelieerd zijn aan een overheid uit Rusland of China of juist autonoom opereren; het komt allemaal neer op het verzwakken van de economie van de ander en er zelf economisch voordeel uithalen.’
 
Van Rusland, China en Iran en Noord-Korea is bekend dat de overheden hackersgroeperingen steunen om hacks uit te voeren op met name westerse landen. Rusland is daarnaast zeer actief met het hacken van Oekraïense doelen zoals energiecentrales en andere vitale infrastructuur, maar ook alle westerse processen en installaties die Oekraïne ondersteunen. ‘Hackers knappen het vuile werk op van de staat’, aldus Bryan. ‘Ze krijgen de vrije hand, en op voorwaarde dat ze geen binnenlandse doelen raken, zal de overheid ze geen strobreed in de weg leggen.’
 
Nederland heeft een uitstekende digitale infrastructuur
Nederland heeft geen staatsgerelateerde hackers die actief andere landen aanvallen uit economische motieven. Bryan: ‘In Nederland is vanuit de overheid nog nooit een offensieve actie ingezet om economisch voordeel te behalen. Wij verdedigen alleen en en vinden aanvallen niet ethisch. Maar daardoor is onze verdediging wel zeer goed op orde. We hebben een uitstekende digitale infrastructuur.’ Ook werken publiek en private organisaties zeer nauw samen, zegt de securityspecialist. ‘Het overgrote deel van de cyberverdediging is namelijk in handen van de private sector. We moeten wel goed samenwerken om Nederland digitaal veilig te houden.’
 
Wat moeten bedrijven zelf doen om niet in de ‘cyberoorlog’ te worden meegesleurd? Bryan noemt als eerste bewustwording. ‘Nederland is een kenniseconomie, er is hier sprake van stelselmatige spionage. Die kennis sijpelt het land uit en verzwakt onze economie. Als organisaties en bedrijven bewust zijn van het feit dat spionage aan de orde van de dag is, en dat ook hun organisatie hier kwetsbaar voor is, is dat al een hele stap. Maar denk ook aan de keten. Weet je met wie je zakendoet? Waar gaan je producten en kennis heen? Onlangs waarschuwden de militaire inlichtingen- en veiligheidsdiensten hier weer voor. Stel ook zelf grenzen en maak afspraken met je leveranciers en afnemers. Het is zo belangrijk.’
 
Je zou denken dat met alle horrorverhalen over afpersing en cyberoorlog, ondernemers direct werk maken van hun online veiligheid. Niets is minder waar, zegt cyberdeskundige Lisa de Wilde van Cyber Radiant. Zij helpt al jaren ondernemingen om hun cybersecurity op orde te krijgen. En dat is hard nodig: ‘Voor veel ondernemers blijft het een ver-van-mijnbedshow. Als ze er al iets aan doen, gaat dat vaak via hun it-dienstverlener en dat gaat op basis van blind vertrouwen. Terwijl ze zelf verantwoordelijk blijven en zich er dus iets meer in moeten verdiepen. Wat is er precies beveiligd? En hoe zit het met mijn back-ups? Kan ik ook in het weekend iemand bereiken die mij helpt? Die vragen moet je kunnen beantwoorden.’
 
Tot voor kort werkte De Wilde als incident responder. ‘Dan help je organisaties die net gehackt zijn. Je bent een soort van digitale brandweer. Alles staat voor een ceo op zijn kop. Je hebt te maken met criminelen die geld willen zien, klanten die duidelijkheid willen en personeel dat begeleiding nodig heeft. Dat allemaal terwijl je systemen niet meer bereikbaar zijn en je niet eens een mail kan sturen. Dat is ongelooflijk heftig voor ondernemers, maar ook voor de ict-verantwoordelijken en andere betrokkenen.’
 
Ontruimingsoefeningen
De Wilde ziet duidelijke verschillen tussen bedrijven die voorbereid zijn op een hack en zij die dat niet zijn. ‘Je houdt ook ontruimingsoefeningen in het geval van een brand, waarom oefen je dan niet met een digitaal ontwrichtende situatie zoals een hack? Voorbereiden op een dergelijk scenario kan ook op papier. Het begint al bij het maken van een incident-responsstappenplan.  Neem daarin het nummer van de it-dienstverlener op en je cyberverzekeraar of incident-response partij. Noteer de namen en telefoonnummers van degenen in je bedrijf die een rol hebben bij een incident, zoals communicatie.’
 
Om organisaties te stimuleren hun security serieuzer aan te pakken, is vanuit Europa een richtlijn opgesteld; de NIS2. Deze richtlijn wordt omgezet naar een Nederlandse wet en die verplicht Nederlandse ondernemers om bepaalde maatregelen te nemen tegen cyberaanvallen. Ook zijn directeuren/ceo’s van organisaties onder deze wet eindverantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een hack. 
 
‘Iedereen heeft een computer, dus iedereen is verantwoordelijk’
Dat Europa met wetgeving voor cybersecurity zou komen, was te verwachten, zegt manager Digital Trust Center (DTC), Michel Verhagen. Het DTC is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken. Het adviseert mkb’ers op het gebied van cyber security via een online community, website, en het beschikbaar stellen van praktische tools en het delen van ondernemersverhalen. Verhagen: ‘Je hoopt natuurlijk dat bedrijven security aanpakken vanuit intrinsieke motivatie om het juiste te doen. En een deel van de bedrijven doet dit gelukkig ook. Maar de afgelopen jaren werd duidelijk dat veel bedrijven achterbleven in het nemen van voldoende maatregelen. Dat maakt de Nederlandse economie kwetsbaar en daar wil Europa iets aan doen middels de NIS2. Deze Europese wet gaat helpen cyberweerbaarheid hoger op de agenda bij bedrijven te krijgen.’  
 
Het DTC merkt dat er veel behoefte is aan tips en adviezen voor een goede aanpak van cybersecurity. ‘We helpen bedrijven op weg met een stappenplan. Het gaat erom dat je ergens begint. Cyberveiligheid is noodzakelijk, maar wordt nog vaak gezien als een it-probleem, terwijl de hele organisatie een computer gebruikt, dus iedereen een verantwoordelijkheid heeft voor digitaal veilig werken.’
 
Op de website van het DTC zijn diverse verhalen te vinden van organisaties die gehackt zijn geweest. Het schetst soms een schrijnend beeld. Verhagen: ‘Uiteindelijk kan het iedereen overkomen. Ondanks dat je denkt, wat moeten die hackers nou bij mij? Bedenk je dan dat ook jouw organisatie onderdeel is van een groter geheel. We zijn via internet allemaal met elkaar verbonden, denk aan leveranciers of gedeelde software. Je bent kwetsbaar. Linksom of rechtsom.’
 

Dit is een artikel van VNO-NCW.

Kabinet ziet groot belang van internationale handel en logistiek voor Nederland

evofenedex ziet voldoende handvatten om de positie van handels- en productiebedrijven te versterken in de door het nieuwe kabinet gepresenteerde plannen op Prinsjesdag. “We zien in de plannen dat er ruimte is voor ondernemerschap en meer oog is voor de belangen van het mkb en dat regeldruk wordt aangepakt. Hier wordt ingezet om het verdienvermogen van Nederland te versterken. Dit zijn positieve ontwikkelingen voor de in Nederland gevestigde handels- en productiebedrijven”, aldus algemeen directeur Bart Jan Koopman van evofenedex. “Wel vragen de gemaakte keuzes van dit kabinet nog om nadere uitwerking, waarbij we als evofenedex graag het gesprek aangaan.”

Internationale handel
“Het kabinet benoemt bijvoorbeeld dat het een positieve agenda voor buitenlandse handel voert. Het wil daarmee het verdienvermogen vergroten, waarbij ook onze internationale positie op economisch vlak actieve ondersteuning krijgt”, vervolgt Koopman. “We zien dat veel van onze leden al bezig zijn met het verbeteren van hun handelsketen om zo weerbaarder en wendbaarder te zijn en een bijdrage te leveren aan een brede welvaart. Het is belangrijk dat het beleid van de overheid dat verder ondersteunt, net als de noodzaak van het blijven investeren in innovatie en onderwijs. Dat geldt ook voor de plannen om de Europese markt verder te versterken.”

Logistiek
“Juist voor een handelsland als Nederland is het belang van een goede en veilige doorstroom op de weg, het spoor en de vaarwegen enorm”, benadrukt Koopman. “Als evofenedex gaan we daarom graag de dialoog aan met het kabinet over wat dat betekent voor de goederenstromen en bereikbaarheid van Nederland. Gelet op de vele ruimtelijke claims ontkomen we niet aan het maken van keuzes om de samenhang tussen de verschillende opgaven op het gebied van wonen, infrastructuur, logistiek en goederenvervoer in het oog te houden.”

Uitwerking keuzes
Vanuit evofenedex wordt in het bijzonder uitgezien om samen met het kabinet verdere invulling te geven aan de uitwerking van de keuzes die gemaakt worden bij de grote transities voor bedrijven in relatie tot duurzaamheid en digitalisering. Koopman: “We zijn graag bereid om samen met onze ruim 10.000 leden op die cruciale thema’s een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven die er liggen. Met de gepresenteerde begroting zijn de eerste lijnen uitgezet, en wij staan klaar om met het kabinet in gesprek te gaan over de verdere uitwerking. Bijvoorbeeld over de uitwerking van het nieuwe beleid voor goederenvervoer, dat in 2025 gepresenteerd zal worden. Uiteraard gaan we ook graag om de tafel met de fracties in de Tweede Kamer.”


Dit is een artikel van evofenedex.

Movianto versterkt logistieke capaciteit met nieuw distributiecentrum Oss

Movianto Nederland, bekend van de opslag en distributie van coronavaccins, blijft uitbreiden. Onlangs opende het bedrijf een nieuw smallegangenmagazijn in Oss, waarmee het de capaciteit van zijn distributiecentra in Nederland aanzienlijk vergroot

Movianto 3.0. Zo heet het nieuwe warehouse van Movianto in Oss. Met de oplevering van het distributiecentrum, verdubbelt de pharma specialist zijn capaciteit in Oss.

Het 13.000 vierkante meter grote dc in Oss staat op hetzelfde stuk grond als de huidige faciliteit waarmee de opslagcapaciteit is verdubbeld. In Weert neemt Movianto eveneens een nieuw warehouse in gebruik.

Automatisering distributiecentrum Movianto
De uitbreiding in Oss bevat verschillende temperatuurzones, inclusief diepvriescapaciteiten, aangezien steeds meer producten dit soort opslag nodig hebben. Daarnaast wordt er een bunker gebouwd voor gevaarlijke stoffen om te voldoen aan de nieuwe Nederlandse regelgeving voor die producten. Ook wordt het dc uitgerust met geavanceerde automatisering en technologie.

Volgens directeur Patrick Verkuijlen positioneert Movianto Nederland zich hiermee als de ‘gateway to Europe’, waarbij naast Nederland ook de EU en het VK bediend worden.


Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

Regiobezoek Logistieke Innovatie

Topsector Logistiek, TKI DINALOG en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) slaan de handen ineen en gaan samen op regionaal bezoek om in gesprek te gaan over de logistiek van de toekomst met kennisinstellingen, provincies, gemeenten en bedrijven.

25 juni vond het eerste regiobezoek Logistieke Innovatie plaats in Provincie Noord-Brabant. De hele dag stond in het teken van goede discussies, waardevolle nieuwe inzichten en veel mooie nieuwe ontmoetingen. De start vond plaats bij Van Berkel Logistics, daar gingen we in gesprek met de bedrijvennetwerken, bij Provincie Noord-Brabant hebben we geluncht met medewerkers van verschillende gemeenten en de provincie. De dag werd afgesloten bij JADS – Jheronimus Academy of Data Science waar we in gesprek gingen met de verschillende kennisinstellingen in Noord-Brabant. Dank aan alle aanwezige, mede dankzij jullie was deze dag een groot succes!
Roel Megens was hier vanuit Vijfsterren Logistiek natuurlijk bij aanwezig.


Dit is een artikel van TKI DINALOG.

Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) vanaf 15 juli 2024

Investeert u in waterstoftankstations en waterstofvoertuigen? En werkt u in een samenwerkingsverband? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de subsidieregeling Waterstof in mobiliteit (SWIM).

Startdatum:
Maandag 15 juli 2024
09:00 uur

Einddatum:
Vrijdag 6 september 2024
12:00 uur
 
Totaal budget:
€ 22.000.000
 
Voor wie?

De subsidieregeling Waterstof in mobiliteit is voor bedrijven die in een samenwerkingsverband investeren in waterstof. Het samenwerkingsverband – een consortium – moet in ieder geval bestaan uit:
• één exploitant van een waterstoftankstation;
• en minstens één bedrijf dat actief is als vervoerder.

De doelgroepen zijn:
• transport- en distributiesector (ook mkb)
• exploitanten van waterstoftankstations
• verladers (producenten die hun goederen vervoeren)
• personenvervoer (bussen en rolstoelvervoer met minimaal 5 zitplaatsen)

Hoeveel subsidie krijgt u?
• U krijgt in totaal maximaal € 6 miljoen.
• Investeert u in de bouw of uitbreiding en/of upgrade van een waterstoftankstation voor zwaar wegvervoer? Dan krijgt u maximaal 40% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie. Het maximum is hierbij € 2 miljoen per aanvraag.
• Schaft u één of meerdere waterstofvoertuigen aan of kiest u voor retrofitting. Dan komt 80% van uw kosten in aanmerking voor subsidie. Het maximum is hierbij € 4 miljoen per aanvraag. Bij nieuwe voertuigen krijgt u subsidie over het verschil tussen aanschaf van een fossiel voertuig en H2 voertuig. En bij retrofit krijgt u subsidie voor de ombouwkosten.
Met retrofitting laat u vervoermiddelen aanpassen tot emissievrij vervoer op waterstof.
 
Voorwaarden
• Uw aanvraag bestaat in ieder geval uit één nieuw te bouwen waterstoftankstation, één op te waarderen waterstoftankstation of een bestaand waterstoftankstation.
• De voertuigen in uw aanvraag kunnen tenminste 30% dekken van de totale capaciteit van het waterstof tankstation. 50% van de voertuigen moet bestaan uit zwaar wegvervoer, zoals vrachtwagens en touringcars.   
 

Ga voor alle informatie naar de website van RVO.
Meer infomatie vind je ook op de website van Greenpoint.

De energietransitie: op deze thema’s zet de provincie de komende jaren in

De doelstellingen van de provincie Noord-Brabant op het gebied van de energietransitie zijn helder: in 2030 moet de helft van de energie (elektriciteit, warmte en brandstoffen) die in Brabant gebruikt wordt, afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen en de CO2-uitstoot moet in 2030 met 55% zijn verminderd ten opzichte van 1990. In 2050 willen we dat de provincie Noord-Brabant volledig klimaatneutraal is. In de Uitvoeringsagenda Energie 2024-2027 staat waar de provincie de komende jaren op inzet om deze doelen te behalen.
 
Twee sporen
Om onze doelen te bereiken, zetten we in op 2 sporen:
1. het verminderen van het energiegebruik door energiebesparing;
2.
het overstappen van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen.

Beide hebben een daling van de CO2-uitstoot tot gevolg.

Energiebesparing en verduurzaming
Een belangrijk speerpunt in de Uitvoeringsagenda is het verder en sneller verminderen van de vraag naar energie. Energie die je niet gebruikt, hoef je immers niet op te wekken, te transporteren en te betalen. We zetten in op energiebesparing binnen de gebouwde omgeving en industrie, omdat voor de verwarming van gebouwen en industriële processen nog grotendeels fossiele brandstoffen worden gebruikt. Zo helpen we inwoners en ondernemers in onze provincie bij het verlagen van hun energierekening.

Hernieuwbare Energie
Om het gebruik van hernieuwbare energie te laten toenemen, zijn er meer bronnen nodig. Denk aan windmolens en zonnepanelen, maar ook bijvoorbeeld aan duurzame, lokale warmtebronnen. We willen dat de energietransitie haalbaar, betaalbaar en rechtvaardig is en vanuit die principes proberen we onze projecten zoveel als mogelijk in te steken. Zo vragen we ontwikkelaars afspraken te maken met omwonenden over sociale randvoorwaarden, zoals bij het windpark Energie A16. Hierbij landen opbrengsten in een fonds dat weer ten goede komt aan nieuwe lokale energieprojecten.

Gedeputeerde Energie Bas Maes: “De energietransitie is niet alleen belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan, maar het is nadrukkelijk ook een sociaaleconomische transitie. Iedere Brabander moet eraan mee kunnen doen en ervan mee kunnen profiteren.”

Energie beschikbaar en toegankelijk
Om onze doelen te halen, is het cruciaal dat energie beschikbaar én toegankelijk is. Zo moet er voldoende ruimte op het stroomnet zijn om iedereen van energie te voorzien. Op dit moment is die ruimte er niet in onze provincie. Als we versnelling mogelijk willen maken, moeten netbeheerders het probleem van transportschaarste (‘file’ op het stroomnet) zo snel mogelijk aanpakken. Daar waar mogelijk helpt de provincie door samen met onze partners te werken aan oplossingen voor een snelle uitbreiding van het elektriciteitsnet. Daarnaast helpen we bij de ontwikkeling van warmtenetten en zetten we in op slimme uitrol van laadinfrastructuur en verschillende vormen van energieopslag.

Gebiedsaanpak
Op verschillende plekken in onze provincie spelen verschillende grote maatschappelijke vraagstukken, waaronder de energietransitie. Deze belangrijke ontwikkelingen vragen om een gebiedsaanpak, zoals bij de verduurzaming van de industrie en bedrijventerreinen, maar ook rondom de warmtetransitie in verschillende wijken. Door een gebiedsaanpak te ontwikkelen op deze terreinen, werken we aan slimme, gecombineerde oplossingen die ook kunnen worden toegepast bij vergelijkbare vraagstukken in andere delen van de provincie.

De Uitvoeringsagenda wordt aangeboden aan Provinciale Staten ter bespreking. Na deze bespreking wordt de agenda later in 2024 vastgesteld.


Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

Onderzoek: Niet volledig automatiseren maar combinatie mens robot zorgt voor meest efficiënte logistieke operatie

Zo efficiënt mogelijk werken in het magazijn? Niet volledige automatisering is de oplossing, maar de combinatie mens en robot.
 
Automatisering is vandaag de heilige graal in de logistieke wereld. Bedrijven investeren en masse in slimme oplossingen en wie het nog niet doet moet het doen vinden logistieke managers. De komende jaren wordt dat alleen maar meer, zeker qua cobots wordt er een forse toename verwacht.
 
Mens en robots
Maar wie zijn logistieke proces zo efficiënt mogelijk wil inrichten, moet niet doorslaan in volledige automatisering. De mens is van onschatbare toegevoegde waarde. De combinatie van mens en robot in het distributiecentrum leidt immers tot grotere efficiëntie dan volledige automatisering.
 
Wereldwijd onderzoek automatisering
Dat blijkt uit een mondiale studie stellen René de Koster, hoogleraar logistiek en operations management aan de Erasmus Universiteit en Debjit Roy is hoogleraar operationele en besluitvormingswetenschappen aan het Indian Institute of Management Ahmedabad, India. Zij hebben hun bevindingen gepubliceerd op Harvard Business Research.
 
Zij hebben de prestaties bestudeerd van verschillende volledig gerobotiseerde orderafhandelingssystemen van bedrijven over de hele wereld, waaronder Witron, AutoStore, Ocado, OPEX, Exotec, Kiva Systems (nu Amazon Robotics), LiBiao en Locus Robotics.
 
Conclusie onderzoek
Hun conclusie: wanneer er veel robots nodig zijn om een ​​bepaald doorvoerniveau te bereiken, wordt het systeem onbetaalbaar. Daarentegen ontdekten ze dat magazijnsystemen over het geheel genomen veel efficiënter werken als mensen goed geïntegreerd zijn in geautomatiseerde processen en operationele ontwerpkeuzes, zoals beperkende menselijke werkzones, effectief worden geëvalueerd.
 
Mens-robot-samenwerkingssystemen (of ‘cobots’), die zijn overgenomen door bedrijven als DHL en CEVA, zagen voordelen zoals kortere reistijden en vermoeidheidsniveaus, hogere productiviteit en meer gemotiveerde werknemers, aldus De Koster en Roy. DHL werkt onder meer met cobots in zijn logistieke operatie voor Ikea. Ceva werkt in Nederland onder meer met cobots van Locus Robotics en heeft tientallen Skpypods van Exotec omarmt in zijn dc in Roosendaal.
 
Werktevredenheid personeel
Naast dat het beter is voor de procesefficiëntie, maakt een mens-robot samenwerking het systeem ook prettiger voor de medewerkers, is een andere conclusie. “Werknemers vertellen ons dat hun werk nu interessanter en veiliger is, en dat de robots hen helpen minder fouten te maken.” Operators van een groot extern logistiek bedrijf in Nederland vertelden de onderzoekers: “Het voelt supergaaf om met robots te werken” en “Dankzij de robots hoef ik nu veel minder kilometers te lopen.”


Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

Waterstof steeds beter alternatief voor rijden op batterij

Rijden op waterstof is een alternatief naast rijden op een batterij. De nieuwe Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) maakt het voor tankstations en vervoerders interessanter om te investeren in waterstof. Ondernemers kunnen de subsidie vanaf 15 juli aanvragen.
 
Einde kip-ei-discussie
Om een waterstoftankstation rendabel te krijgen, zijn er gemiddeld 10 tot 15 waterstofvrachtwagens nodig. De nieuwe SWIM-regeling stelt daarvoor € 22 miljoen euro beschikbaar in 2024. De verwachting is dat ook de komende jaren de regeling open gaat.
 
In de aanvraag moeten de ondernemers in ieder geval één waterstoftankstation en meerdere vrachtwagens of (bestel)bussen opnemen. Zo komt er een einde aan de kip-ei-discussie: Of je eerst waterstoftankstations bouwt zodat je er kunt tanken. Of dat je eerst voertuigen nodig hebt die het tankstation rendabel maken.
 
Het is daarnaast niet nodig dat de deelnemende partijen alleen bij “hun eigen” waterstoftankstation tanken. De regeling moet er juist voor zorgen dat er bij zowel nieuwe als bij bestaande tankstations meer getankt zal worden.
 
Veelbelovend alternatief
Rijden op waterstof is naast batterij-elektrische voertuigen een veelbelovend alternatief voor schoon rijden. Vooral voor zwaar vervoer is de techniek interessant. Waterstofvoertuigen hebben een grote actieradius en brengen geen lange laadbeurten en minder problemen met het stroomnet met zich mee.
 
Demissionair minister Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: “Waterstof kan echt gaan doorbreken. De belofte van waterstof is er al jaren. Zeker voor ondernemers die over langere afstanden schoon willen rijden met een zwaardere auto, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan waterstof ideaal zijn. Maar dan moeten er wel tankstations zijn en moet er genoeg te kiezen zijn voor ondernemers. Het wordt tijd dat we ervoor zorgen dat waterstof zijn belofte in gaat lossen.”
 
Minimaal 30 waterstoftankstations
Het doel van de SWIM is toewerken naar een landelijk dekkend netwerk van waterstoftankstations. Momenteel zijn er 21 waterstoftankstations in Nederland, die niet allemaal geschikt zijn voor zwaar wegvervoer. In de EU is afgesproken dat er in 2030 langs alle Europese hoofdsnelwegen waterstoftankstations te vinden zijn. Voor ons land moeten dat er minimaal 30 zijn, verspreid over het hele land.
Subsidieregeling Waterstof in mobiliteit (SWIM)
 

Dit is een artikel van RVO.

A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven

Update 25 juni 2024:

Voorkeursbeslissing A50 Ewijk-Bankhoef- Paalgraven vastgesteld
Op 27 mei 2024 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de Voorkeursbeslissing voor de MIRT-verkenning A50 Ewijk – Bankhoef – Paalgraven genomen. De Voorkeursbeslissing is het eindresultaat van de MIRT-verkenning A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven.

De Voorkeursbeslissing en de Nota van Antwoord zijn in mei vastgesteld. Het resultaat hiervan is gepubliceerd op platformparticipatie en te zien tijdens informatiebijeenkomsten 2 en 3 juli.

Tijdens de verkenning zijn de problemen in beeld gebracht en zijn oplossingsrichtingen onderzocht voor dit deel van de A50. De Voorkeursbeslissing is in samenwerking met lokale en regionale overheden tot stand gekomen. De bedrijven en bewoners uit de omgeving van de A50 zijn hierbij intensief betrokken. De Voorkeursbeslissing bevat een pakket aan maatregelen om de doorstroming en veiligheid te verbeteren. In de Voorkeursbeslissing staan alle maatregelen vermeld. 

Als gevolg van de invoering van de Omgevingswet is de Voorkeursbeslissing in de plaats gekomen van de Structuurvisie. De Ontwerp-Structuurvisie is nu dus definitief vastgelegd in de Voorkeursbeslissing.

Het project A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven kent een grote stikstofopgave. Dit betekent, nu de Voorkeursbeslissing is vastgesteld, dat het nog niet duidelijk is wanneer de volgende fase (planning- en studiefase) voor de A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven kan starten.

Dit is een artikel van Mirt Trajecten.

______________

Informatieavonden A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 26 oktober jl. het  Voorkeursalternatief vastgesteld. Het Voorkeursalternatief is de door de initiatiefnemers gekozen oplossingsrichting. Het Voorkeursalternatief gaat uit van een verbreding naar 2×3 rijstroken tussen de knooppunten Paalgraven en Ewijk. Van 2 november tot en met 13 december kan iedereen een zienswijze indienen op de Ontwerp- Structuurvisie A50 Ewijk- Bankhoef-Paalgraven. 

Het projectteam A50 organiseert daarom op 15 en 16 november twee informatieavonden om belangstellenden te informeren over het Voorkeursalternatief, de laatste stand van zaken en de Ontwerp- Structuurvisie. Ook kunt u op deze avonden een zienswijze indienen; een zienswijze is uw reactie op het besluit en daarin kunt u aangeven met welke punten u het wel of niet eens bent (en waarom).

Informatieavonden
Belangstellenden kunnen tussen 19.00 uur en 21.00 uur op elk gewenst moment binnenlopen :

Datum:
15 november 2023
19:00-21:00 uur

Locatie
:
VidiReo Ravenstein
Van Kesselplaats 2
5371 AX  Ravenstein

Datum: 
16 november 2023
19:00-21.00 uur

Locatie: 
Mijlpaal Hernen
Tunnelpad 3
6616 AM  Hernen

Het projectteam informeert u graag over de Ontwerp- Structuurvisie en over de mogelijkheden voor het indienen van een zienswijze. Ook kunt u ter plekke een zienswijze indienen, er zit een notulist voor u klaar. Tevens geven we informatie over de stand van zaken van het project, staan we klaar om te luisteren naar wat er leeft in de omgeving en om vragen te beantwoorden.

Indienen zienswijze
Het indienen van een zienswijze kan vanaf 2 november tot en met 13 augustus. Vanaf 2 november is hierover meer informatie te vinden op: www.platformparticipatie.nl/A50EBP De zienswijzen worden voorzien van een antwoord en vastgelegd in de Nota van Antwoord. De Nota van Antwoord beschrijft wat er met de zienswijzen is of wordt gedaan. De zienswijzen en antwoorden worden vervolgens meegegeven aan de minister, ter overweging bij de verdere besluitvorming. Op deze projectwebsite vindt u hierover later meer informatie.

MIRT-verkenning A50
De A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven staat al jarenlang in de nationale file-top 10. Ook gebeuren er veel ongelukken op dit traject. Het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant werken samen aan een oplossing voor het fileknelpunt op de A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven. In de verkenning is breed gekeken naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de problemen. Ook is verkend of er andere opgaven of wensen in het gebied zijn (bijvoorbeeld rond duurzaamheid of klimaat) die te koppelen zijn aan de oplossing. Hierbij is gebruik gemaakt  van kennis, ideeën en wensen van burgers, ondernemers, weggebruikers en andere belanghebbenden in de omgeving. Graag gaan we met u in gesprek over de gekozen oplossing.


Dit is een artikel van Mirt trajecten.

_____________

Harbers trekt €365 miljoen extra uit voor verbreding A50
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten om 365 miljoen euro extra beschikbaar te maken voor de verbreding van de A50 tussen de knooppunten Ewijk, Bankhoef en Paalgraven. Dat maakt de minister op maandag in een kamerbrief bekend. Het bedrag is bijna vijf keer zo hoog als de 75 miljoen euro die aanvankelijk voor het project werd gereserveerd. 

Het ministerie verwacht dat de weg in de komende jaren “ernstige capaciteitsproblemen” zal hebben als er niets aan de weg wordt gedaan, zegt Harbers in de kamerbrief. Daarom onderzochten het Rijk, de provincie Gelderland en de provincie Noord-Brabant in de afgelopen jaren samen welke werkzaamheden de doorstroming het beste kunnen verbeteren.

Inmiddels zijn de partijen het eens over een plan van aanpak, zegt de minister in de kamerbrief. Dit plan, de zogeheten ‘ontwerp-voorkeursbeslissing’, kost volgens Harbers naar verwachting 365 miljoen euro meer dan de 75 miljoen euro die in 2020 voor het project werd geraamd. De minister heeft besloten om het geld beschikbaar te maken, maakt hij in de kamerbrief bekend.

“De toename is zeer fors, maar gezien het belang van dit project, ook voor de Nederlandse economie, heb ik gezamenlijk met de regionale partners besloten toch het benodigde budget toe te voegen aan het projectbudget”, schrijft Harbers. Volgens de minister is de kostenstijging “door meerdere factoren beïnvloed”. De gekozen aanpassingen van de weg zouden “ingrijpender en complexer zijn dan in eerste instantie leek”.

Volledige verbreding en nieuwe kunstwerken
De aanpassingen vat de minister in de kamerbrief samen. Het plan is om de volledige A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven te laten verbreden met een extra rijstrook in beide richtingen. Aan de kant van het dorp Niftrik moet een nieuwe brug komen te staan met een rijstrook voor landbouwverkeer en een rijstrook voor fietsers.

Verder is het de bedoeling dat er meerdere kunstwerken worden vervangen, waaronder het viaduct over de spoorlijn Tilburg-Nijmegen. Ook beschrijft de minister de komst van een nieuwe rotonde, verbredingen van lokale wegdelen en de aanleg van extra parkeerplaatsen en verzorgingsplaatsen.

Startdatum onbekend
In de kamerbrief wordt niet vermeld wanneer het werk of de aanbesteding begint. Volgens de projectplanning op de website van Rijkswaterstaat duurt de uitwerking van het plan naar verwachting tot 2026. Volgens dezelfde planning begint de uitvoering in 2027, maar dat jaar trok Rijkswaterstaat afgelopen mei zelf nog in twijfel. Toen vertelde woordvoerder Bert Faber tegenover Infrasite dat er een vertraging van maximaal drie jaar werd verwacht als gevolg van stikstofproblemen.


Dit is een artikel van Infrasite.

Terugblik STL Webinar: Veiligheid & RI&E

Wil je méér veiligheid naar de werkvloer brengen? En tegelijkertijd kosten besparen?Ontdek in 45 minuten hoe je met een actuele RI&E de veiligheid in je bedrijf bevordert. Experts en collega’s uit de sector geven je praktische tips en voorbeelden die je meteen kunt toepassen. Bovendien beantwoorden ze tijdens het webinar al je vragen.

Sprekers:
• André Verbeek – Arbeidshygiënist (RAH) / Hogere Veiligheidskundige 
• Roger Moonen – Adviseur Preventie STL
• Rob Hermes – Personeelsmanager ITC Holland Transport
olv. Marco Hoekstra

Ga voor de terugblik van dit webinar naar de website van STL.

Gezocht: Hét Brabantse bedrijventerrein dat voorop wil lopen als Werklandschap van de Toekomst

Lange periodes van droogte, extreme hitte of juist wateroverlast. De meeste bedrijventerreinen zijn niet ingericht op de grote problemen die klimaatverandering met zich meebrengt. Om daar wat aan te doen, ondertekent Noord-Brabant nu als tweede provincie van Nederland de green deal met de stichting Werklandschappen van de Toekomst (WvdT).

Meer dan 500.000 Brabanders werken op bedrijventerreinen. Daarmee vormen ze een belangrijke motor voor de economie en de innovatiekracht van Brabant. Maar niet alle bedrijventerreinen zijn even goed bij de tijd. Om daar wat aan te doen, is WvdT in het leven geroepen. De stichting ontving Є 26 miljoen uit het Nationaal Groeifonds om bedrijventerreinen klaar te stomen voor de toekomst. Doel is om in de komende negen jaar maar liefst 1.000 terreinen aan te pakken.

“Op bedrijventerreinen komen bijna alle uitdagingen van deze tijd bij elkaar”, zegt gedeputeerde Stijn Smeulders. “Als het gaat om klimaatadaptatie, hitte- en wateroverlast. Maar ook over aantrekkelijk werkgeverschap, biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied.), de energietransitie en innovatiekracht. Het is in ieders belang om daar goede oplossingen voor te vinden, zeker ook voor de ondernemers zelf. Met de aanpak Grote Oogst spelen we daar met twaalf grote bedrijventerreinen al op in. Nu komt daar met Werklandschappen van de Toekomst een flinke schep bovenop.”

Als tweede in Nederland
Na Zuid-Holland is Noord-Brabant nu de tweede provincie die een green deal met WvdT sluit. Allereerst wordt nu gezocht naar een zogeheten living lab. Dat is een terrein dat een proeftuin wil zijn voor oplossingen voor de genoemde uitdagingen. Het living lab wordt een onderzoeks- en innovatielocatie waar onderzoekers, belanghebbenden van de bedrijventerreinen, gebruikers en andere stakeholders samen aan de slag gaan met het ontwerpen en testen van oplossingen. Vervolgens worden twee ambassadeursterreinen gezocht waar de bevindingen uit het living lab op grote schaal worden toegepast.
Voor de eerste fase van de deal is vanuit de provincie Є 1,4 miljoen beschikbaar. Afkomstig uit de programma’s ruimte en wonen, water en bodem, economie en energie. Er is nog eens Є 2,8 miljoen beschikbaar uit het Nationaal Groeifonds. Voorwaarde voor deelname aan het programma is dat bedrijventerreinen cq het bedrijfsleven voor Є 1,4 miljoen participeert.

Slimme oplossingen
“We hopen dat deze stap nog meer bedrijven en bedrijventerreinen aanmoedigt om na te denken over slimme oplossingen voor de toekomst en dat ze zich aanmelden om mee te doen”, zegt gedeputeerde Smeulders. “Zodat we aan het einde van het jaar van start kunnen gaan op een living lab dat zich dan met recht het meest innovatieve bedrijventerrein van heel Brabant mag noemen.”

Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

Databased Noordoost Brabant

Er is een groot tekort aan datatalenten, terwijl data-analyse steeds belangrijker wordt. De arbeidsmarkt regio Noordoost Brabant herkent dit en heeft daarom de hulp ingeroepen van Welder & Primatch HR Groep.

Waarom?
Digitalisering en robotisering leiden tot grote veranderingen in werk. Dat vraagt om andere competenties en vaardigheden bij medewerkers. De vraag naar steeds bredere digitale kennis en vaardigheden in alle beroepen en functies, op alle opleidingsniveaus, en de vraag naar vaktechnische specialisten botst steeds harder met de krapte op de arbeidsmarkt.
Bron: provincie Noord-Brabant

Voor opdrachtgever
Wij hebben een concrete opdracht maar hebben intern niet de kennis, capaciteit, tijd en energie om hier iets mee te doen. Toch willen wij voorloper zijn op het gebied van data & AI, maar we hebben moeite om deze nieuwe doelgroep te bereiken. Daarnaast hebben we moeite om op te boksen met het recruitment geweld van grotere organisaties en willen we begeleid worden in het opleiden van deze specialisten.

“We moeten meer doen met moderne technologieën zoals AI en data-analyse.”

Met het project Databased Noordoost Brabant worden young professionals en zij-instromers door middel van een traineeship binnen jouw organisaties in 6 maanden opgeleid tot een volwaardig Data & AI professional!

Voor talent
Wat houdt werken in? Wat past bij mij? Waar krijg ik energie van op de lange termijn? Hoe kan ik impact maken? Door wie word ik begeleid? Is het gras wel groener aan de overkant? Mogelijke vragen die jou, net zoals jouw generatiegenoten op de arbeidsmarkt, bezig houden. 

“Ik zoek een bedrijf wat bij mij past en waar ik begeleid word tot professional, waardoor ik mijzelf kan oriënteren en ontwikkelen wat ik echt leuk vind. Hierdoor kan ik als expert impact maken!  

Databased Noordoost Brabant speelt hierop in door een traineeship aan te bieden voor jou als young professional, in dit geval binnen het integrerende domein Data & AI. Met een traineeship van Databased word jij gekoppeld aan passende een opdrachtgever in Noordoost Brabant. Hierdoor kun jij als trainee: 
• Impact maken en jouw carrière een boost geven; Zowel als starter of als werkenden 
• Leren & ontwikkelen in een nieuwe en groeiende markt met gelijkgestemden; Door middel van een trainingsprogramma (zowel persoonlijk als in een groepsverband) word jij binnen 6 maanden opgeleid tot voorloper en specialist op het gebied van Data & AI 
• Persoonlijke coaching; Door middel van een assessment bepalen wij jouw drijfveren & competenties, koppelen wij jou aan de juiste opdracht(gever), besteden we hier aandacht aan in de onboarding en de persoonlijke gesprekken 
• Financieel beloond worden voor jouw werkzaamheden.

Dus wil jij inspelen op de toekomst en echt een verschil maken voor een opdrachtgever? En dat allemaal in jouw geliefde en vertrouwde omgeving; Noordoost Brabant! 

Werving
Primatch HR Groep maakt haar klanten sterker in het zelf werven van kandidaten, Employer Branding, Arbeidsmarktcommunicatie en is gespecialiseerd op het gebied van Recruitment Marketing. Hierdoor betaalt de klant vooraf een vast bedrag en beheert het haar eigen kandidaten, zonder uitzonderlijke hoge fees te moeten betalen. 

In dit proces zorgt Primatch HR Groep voor de werving van personeel via slimme, doelgroepgerichte campagnes.

& selectie
De kandidaten die laagdrempelig hun gegevens kunnen achterlaten, worden gecontacteerd door de projectmanager vanuit Primatch HR Groep: Willem. Na een telefonisch gesprek en een online meeting voert de kandidaat een assessment uit, om competenties en drijfveren in kaart te brengen. Op basis van de uitkomsten van het assessment, zal de trainee worden voorgesteld aan de meest passende opdrachtgever. Hierdoor wordt de opdrachtgever volledig ontzorgd in de werving & selectie, maar is er uiteraard nog de kans om kennis te maken.

Dit is een artikel van Databased, lees alle informatie op de website.

Veiligheid voor alles

Natuurlijk wil iedereen een veilig magazijn, maar jaarlijks vinden toch honderden ongevallen plaats. Er is dus ruimte voor verbetering. Met enkel slimme technieken red je het niet. Gedrag en discipline zijn minstens zo belangrijk. Niet alleen in het warehouse, ook als het gaat om cybergevaar te tackelen.

Lees er alles over in de Warehouse Totaal online special mei ’24.

Oudere werknemers langer inzetbaar met de seniorenregeling

De pensioengerechtigde leeftijd is gestegen en regelingen om eerder te stoppen met werken zien we niet veel meer. Medewerkers werken dus langer door. De vraag is echter of iedere werknemer dat wel wil en kan. De seniorenregeling biedt een oplossing om ouderen in je organisatie te helpen om met plezier en vitaliteit langer door te werken. In dit blog lees je over hoe je de seniorenregeling kunt inzetten om jouw werknemers vitaal hun AOW-leeftijd te laten bereiken.

Wat is de seniorenregeling?
De seniorenregeling wordt ook wel de generatieregeling genoemd. Deze regeling is in veel cao’s opgenomen en in te zetten bij verschillende beroepen. Belangrijkste doel van de seniorenregeling is ouderen/senioren (zestig jaar en ouder) minder te belasten. Zo kent deze regeling voor 60-plussers de optie om minder uren per week te gaan werken zonder dat deze aanpassing grote gevolgen heeft voor de financiële situatie en/of pensioenopbouw. Je kunt een werknemer overigens nooit verplichten om er gebruik van te maken.

80-90-100 regeling
Per cao kan de seniorenregeling verschillen. In de meeste cao’s is in ieder geval de 80-90-100 regeling een onderdeel. Wat betekent dit? Het betekent dat een 60-plusser, 80% kan gaan werken, daar 90% salaris voor ontvangt en toch 100% pensioen opbouwt. In sommige cao’s bestaan overigens ook andere varianten: 70-90-100, 60-80-100 of 80-90-90. Doordat een van je oudere werknemers minder gaat werken, ontstaat ruimte. Ruimte om een jongere medewerker aan te nemen voor een lager loon. Zo is de seniorenregeling te financieren. Wil een van jouw werknemers gebruik van een regeling maken? Informeer je werknemer dan altijd goed over de gevolgen. Zeker als de regeling niet een 100% pensioenopbouw kent.

Wat zijn de voordelen van de seniorenregeling voor werkgever en werknemer?
Voor zowel jou als je werknemer zijn een aantal voordelen te noemen:
• Kans op verzuim en/of uitval van oudere medewerkers wordt drastisch verminderd
• Medewerkers werken langer met plezier en blijven daardoor gemotiveerd
• Er ontstaat ruimte voor nieuwe (jongere) medewerkers
• Senioren kunnen hun kennis en ervaring blijven overdragen

De voordelen voor werknemers die gebruikmaken van de seniorenregeling:
• Ze kunnen minder uren gaan werken, zonder al te veel salaris in te leveren
• Geen gevolgen (in veel gevallen) voor de pensioenopbouw
• Vitaal en gezond doorwerken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd
• Meer hersteltijd en minder kans om uit te vallen
• Werk-privébalans verbeterd

Cao is leidend
Veel sectoren hebben een senioren- of generatieregeling opgenomen binnen het ouderenbeleid van de CAO. Lees jouw eigen cao er eens op na. Ook kan je in de cao lezen of er een specifiek budget beschikbaar is om de regeling mee te financieren. Let op! De seniorenregeling is niet in alle cao’s opgenomen. Als er geen CAO is die betrekking heeft op jouw organisatie kan je zelf afspraken maken met je werknemer.

Dit is een artikel van WSP.

Werkbezoek Demissionair Minister Harbers over rol digitalisering in logistiek

Demissionair Minister Harbers bracht op uitnodiging van het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) en Portbase half mei een werkbezoek aan de APM Terminals Maasvlakte II. Tijdens dit bezoek werd het belang en de status van veilige en betrouwbare data-uitwisseling in de logistiek benadrukt. Terwijl fysieke netwerken zoals wegen, waterwegen, spoorlijnen en pijplijnen de beweging van goederen ondersteunen, vormt de data-infrastructuur het kloppende hart van de informatievoorziening die deze bewegingen stuurt.

Werkbezoek over slimmer data uitwisselen in goederenvervoer
Na een introductie over de APM Terminals door CEO en COO Harold Kunst, bespraken vertegenwoordigers van Portbase, het Havenbedrijf Rotterdam en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de belemmeringen, risico’s en kansen van data-uitwisseling in het goederenvervoer.

Overheidsbetrokkenheid: Samenwerking met logistieke knooppunten en een integrale aanpak zijn essentieel voor succes, zoals blijkt uit de publiek-private samenwerking bij de implementatie van de ‘Vertrouwensketen‘;

‘Pijn’ is grootste drijfveer voor slimmere data-uitwisseling: Partijen in de logistieke keten delen vaak pas hun data als er pijn gevoeld wordt en er noodzaak tot verandering is. Datadeelbereidheid neemt af als er geen directe voordelen aan verbonden zijn. De kansen die digitalisering biedt zijn vaak nog onbenut;

Techniek is de kleinste hobbel: Hoewel de technologie al beschikbaar is om data-uitwisseling te optimaliseren, is het cruciaal om afspraken te maken over hoe je die data uitwisselt tussen partijen.

Afsluitend gaf Mara Vroon, Head of Commerce, een inspirerende tour op de APM Terminals Maasvlakte II met de nieuwste technologieën voor containeroverslag en vertelde hoe data-uitwisseling ondersteunend was in het optimaliseren van de doorstroom van goederen.

Mara Vroon: “APM Terminals ziet digitalisering en naadloze data-uitwisseling als sleutel om de logistieke operatie te optimaliseren, de groeiverwachtingen te behalen en tegen 2040 zero-emissie waar te maken.”

Nederland als ‘Gateway to Europe’
Nederland kan zowel binnen Nederland als daarbuiten profiteren van een goede doorstroom van goederen als ‘Gateway to Europe’ door de kansen van digitalisering te benutten en door slimmer om te gaan met data. Dit leidt tot efficiënter goederenvervoer, kostenbesparingen, verbeterde transparantie en een verminderde milieu-impact. Tijdens het werkbezoek presenteerde Jaap Stoppels, programmamanager DIL, de tot nu toe behaalde resultaten van het programma aan de minister middels een modelcontainer met een QR-code.

Programmamanager Jaap Stoppels: “Voor de toekomst van logistiek is de data-infrastructuur net zo belangrijk als de fysieke infrastructuur. Dit werkbezoek benadrukte het belang van het programma en de noodzaak om meer bewustzijn te creëren voor deze systeeminnovatie.

Digitale Infrastructuur Logistiek en Basis Data Infrastructuur
Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) werkt aan het slimmer uitwisselen van data tussen bedrijven en overheden in het goederenvervoer. Hiervoor worden afspraken gemaakt die samen de Basis Data Infrastructuur (BDI) vormen. BDI is een afsprakenstelsel voor het gecontroleerd delen van data. Het bestaat uit bouwblokken en componenten die door samenwerkende organisaties kunnen worden ingezet om efficiënter en veiliger data uit te wisselen.

Het programma DIL is een initiatief uit de ‘Digitale Transport Strategie’ van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt gefinancierd door het Nationaal Groeifonds en het bedrijfsleven.

Portbase belangrijke partner in programma DIL
Portbase werkt in het programma DIL aan verschillende Living Labs die in de praktijk aansluiten op de context van het Port Community System, zoals het Container Dossier voor het breed delen van containerdata, het beschikbaar maken van betrouwbare informatie over het aankomstmoment van lading en het Container Transport System. Dit laatstgenoemde Living Lab heeft als doel om een havenbrede administratieve schil te creëren waardoor zowel de handelsfacilitering als het toezicht wordt verbeterd.

Dit is een artikel van DIL.

Voorbij de zero emissie – de stadslogistiek in 2035: Niets doen is geen optie

Uit onderzoek van TNO blijkt dat het aantal stadslogistieke kilometers tot 2035 zal toenemen met 19%, terwijl de reductieopgave 20% is. De ruimte in de stad wordt daarnaast schaarser en we streven met zijn allen naar een duurzame, leefbare en verkeersveilige stad. Dit alles vraagt om een nieuwe Outlook Stadslogistiek waarin de Topsector Logistiek de zgn. zero impact stadslogistiek introduceert: het verminderen van overlast en het verbeteren van verkeersveiligheid.

Deze nieuwe Outlook Stadslogistiek is een vervolg op de Outlook City Logistics en segment-specifieke Outlooks die Topsector Logistiek in de periode 2017-2020 heeft opgesteld. Deze nieuwe Outlook kijkt niet enkel naar de reductie van CO2-uitstoot, maar heeft een breder perspectief. Zo wordt er ook naar gebruik van ruimte in de steden en de diversiteit tussen wijken binnen steden gekeken rond zichtjaar 2035. In de Outlook is gekeken naar de stadslogistieke uitdagingen in vijf verschillende typen wijken. Elk van die wijken kent een eigen karakteristiek bevoorradingsprofiel en heeft specifieke stadslogistieke uitdagingen. Daarom hoort bij elk van die wijken een andere aanpak voor de belangrijkste stadslogistieke segmenten in die wijken.

Gemeenten spelen een sleutelrol bij het mogelijk maken van het slimmer organiseren van stadslogistiek met onder meer de inrichting van de wijk, regulering en het gesprek met ondernemers en bewoners. De overheid heeft meerdere sturingsinstrumenten bij de inrichting van de stad. Er is echter nog beperkt inzicht in welke sturingsinstrumenten werken voor welke specifieke logistiek-gerelateerde uitdagingen in welke wijken. Tot op heden hebben gemeenten met name ingezet op het verminderen van stadslogistieke overlast en was het eigenlijk nooit nodig om integraal beleid te maken waarin stadslogistiek volwaardig en met zero impact werd meegenomen.

TNO heeft in opdracht van de Topsector Logistiek in deze Outlook een aanzet gegeven waarmee gemeenten samen met hun bewoners en ondernemers aan de slag kunnen om zero impact stadslogistiek te bereiken. De Outlook geeft inzicht in hoe de stadslogistiek zich kan ontwikkelen richting 2035, maar vooral ook in de mogelijkheden die er zijn om die ontwikkelingen richting de toekomst beter vorm te geven. Het biedt een raamwerk om samen, per gebied en per segment, de stadslogistiek integraal aan te pakken. Niets doen is geen optie. Dan blijft de stadslogistiek alleen maar verder groeien en meer ruimte innemen.

Dit is een artikel van Topsector Logistiek, de samenvatting en achtergrondrapportage van de Outlook Stadslogistiek zijn daar te bekijken en te downloaden.

Transporteurs elektrificeren tegen de stroomschaarste in

“De krapte dwingt je om vindingrijk te zijn”, zegt projectmanager energie Erik-Jan Termaten van Sligro Food Group. Die horecagroothandel is een van de bedrijven die volop bezig is met het elektrificeren van zijn transportactiviteiten, ondanks de schaarste aan stroom vanuit het net. Door zelf stroom op te wekken, slim om te gaan met de beschikbare laadcapaciteit en te investeren in batterijen, proberen de koplopers in de sector de netcongestie het hoofd te bieden.

“Er moet een versnelling komen in de komende jaren. In 2030 mag je de zero-emissiezones in de steden alleen met zero-emissie vrachtwagens in”, zegt beleidsadviseur duurzaamheid Rob Aarse van TLN. “Daarvoor zijn dan minstens 15.000 van die trucks nodig. Dat is zeker vijftien keer het huidige aantal.”

Een pittige uitdaging, die wordt bemoeilijkt door het overvolle Nederlandse elektriciteitsnet. Aarse: “Vooral transportbedrijven die hun werk in die zero-emissie zones hebben, lopen al snel tegen capaciteitsproblemen aan. Zij moeten de komende jaren overstappen naar elektrische trucks terwijl de vereiste aansluiting nog jaren kan duren.”

Naar verwachting zijn de grootste problemen met het elektriciteitsnet rond 2030 achter de rug. “Netbeheerders werken er momenteel keihard aan om het net uit te breiden en aan te passen op de toekomstige vraag. Maar dat kost tijd. De komende vijf jaar wordt het daarom moeilijk voor transportondernemers om de vereiste stappen te zetten bij de elektrificatie van hun wagenpark.”

Tijdelijke oplossingen
Elektrificeren wordt dus moeilijk in de komende jaren, aldus Aarse, maar niet onmogelijk. “Nee, dat niet en daar is samenwerking en goed ondernemerschap voor nodig. Er zijn tijdens de verbouwing van het Nederlandse elektriciteitsnet verschillende tijdelijke oplossingen mogelijk. Bijvoorbeeld door te laden bij klanten of collega-transporteurs, of door een stroomvoorziening te delen met je buren. Je kunt ook kiezen voor batterijopslag, zodat je de netaansluiting optimaal kunt gebruiken en voertuigen oplaadt vanuit de batterij. Zeker in combinatie met zonnepanelen, of zelfs een windturbine, biedt dat mogelijkheden om los van de netaansluiting stappen te zetten.”

Boerenwijsheid
Een van de transportbedrijven die een aantal oplossingen al (gecombineerd) in de praktijk brengt, is Jan Bakker in het Gelderse Hattemerbroek. Ondernemerschap met boerenwijsheid, noemt het bedrijf dat zelf. Vorig jaar liet die onderneming een plein met 20 laadpunten voor elektrische trucks aanleggen op haar terrein.

Onderdeel van dat project is een batterijopslagsysteem van 6 MWh. “Dat is gekoppeld aan ons zonnedak, dat twee voetbalvelden groot is en een piekvermogen heeft van 1,8 mWp”, vertelt manager agrarische zaken en verduurzaming Johan Braad. “Zonder die elementen was een laadplein hier nu niet mogelijk. We hebben een netaansluiting met een gecontracteerd vermogen van slechts 64 kW. Tot 2032 zit het net in onze regio op slot. Met de CO2-reductieopgave die er voor de sector ligt en de toenemende vraag vanuit de markt naar zero-emissietransport kunnen en willen we daar niet op wachten. Samen met HMB Solar Nederland hebben we daarom deze oplossing ontwikkeld, waarmee we onafhankelijk van het net kunnen beschikken over een laadvermogen van 3.000 kW.”

Verantwoorde investering
Het laadplein van Jan Bakker is geleidelijk in gebruik genomen en nu voor 98% operationeel, meldt Johan Braad. “De laatste 2% bestaat uit het finetunen van de software die we voor het laadproces gebruiken. Rond de zomer verwacht ik dat het volledig operationeel is. We hebben er vier snelladers met een maximaal laadvermogen van 300 kW geïnstalleerd en zestien laadpunten met een maximale gedeelde laadsnelheid van 150 kW.”

Elders op het terrein staan ook nog drie eerder geplaatste zogenoemde langzame ‘druppelladers’. “Hiermee kunnen we voorlopig vooruit. Ook als we onze elektrische vloot uitbreiden.” Het bedrijf heeft nu achttien elektrische trucks, vijftien trekkers en drie bakwagens. Daarmee is ruim een kwart van het infra-wagenpark geëlektrificeerd.

“Met het investeren in het plein, de batterij en elektrische vrachtwagens is veel geld gemoeid. Maar omdat onze opdrachtgevers onder meer bereid zijn een hogere prijs te betalen voor zero-emissietransport, we gebruikmaken van subsidies en veel minder vaak duur langs de weg hoeven op te laden, zien we dit als een verantwoorde investering in de toekomst.”

Voortzetten familiebedrijf
Het toekomstbestendig maken van het bedrijf is ook voor Oegema Transport in Dedemsvaart een belangrijke reden om nu te investeren in elektrificatie. Oegema is een familiebedrijf dat geleid wordt door de vierde generatie. De algemeen directeur is Sibbele Oegema. Zijn drie zonen, Sytse, Ynze en Rinke, hebben allemaal de ambitie om de onderneming als zelfstandig bedrijf voort te zetten.

“Sytse en Ynze werken hier al en zijn heel actief met de verdere verduurzaming van Oegema bezig. Dat proces is ruim tien jaar geleden in gang gezet. In 2015 is het eerste zonnedak op een van de gebouwen geplaatst. Daarmee begon onze samenwerking met zonne-energiebedrijf Zonnegilde.”

Inmiddels heeft het bedrijf vier zonnedaken in Dedemsvaart. Het vierde is in september in gebruik genomen. “De installatie van die panelen is gekoppeld aan de aanleg van ons eigen laadplein, dat sinds een jaar operationeel is. Dat plein bestaat uit zes oplaadpunten waarmee trucks met een variabele snelheid, tot 360 kW, geladen kunnen worden. De plaatsing van een batterij met een capaciteit van ruim 3,2 MWh vorig jaar november is het derde onderdeel van dat project, dat we samen met Zonnegilde hebben opgezet.”

Slim samenwerken
Netcongestie was niet reden voor Oegema Transport om voor een laadconstructie met zonnepanelen en een batterij te kiezen. Jacobs: “We hebben de aansluiting op tijd kunnen verzwaren, maar willen bij het verder uitbouwen van onze elektrische ambities niet afhankelijk zijn van de ruimte op het net. We hebben nu elf elektrische vrachtwagens en eind juni zijn dat er veertien. Dat aantal willen we de komende jaren sterk uitbreiden. Dit laadplein, waarbij zonnepanelen, batterij en laadpalen slim met elkaar samenwerken, biedt de mogelijkheid om op te schalen naar een capaciteit van tussen de 25 en 35 trucks, en helpt ons de kennis op te doen, die we goed kunnen gebruiken bij de verdere elektrificatie van onze activiteiten.”

Met het opschalen van een laadplein voor elektrische vrachtwagens is Sligro Food Group momenteel al druk bezig. “Het vorig jaar aangelegde laadplein bij onze bezorgservice in Amsterdam breiden we uit met achttien laadpalen”, zegt manager transport Yvonne Poels. “We verwachten daar medio juni mee klaar te zijn.” De bezorgservice van de horecagroothandel beschikt dan over een plein met 36 laadpalen. Volgens Sligro is het daarmee het grootste laadplein voor elektrische trucks in Nederland.

Smart charging
Die 36 laadpalen zijn nodig om de 51 elektrische vrachtwagens op te laden waarmee Sligro zijn klanten in de Amsterdamse zero-emissie zone wil bevoorraden. Vanwege het overvolle stroomnet in de hoofdstad koos de groothandel eveneens voor een oplossing met zonne-energie en mogelijk batterijopslag. “Op die manier creëren we een dynamisch laadplein waarop we met verschillende snelheden, variërend van 60 tot 180 kW, kunnen laden”, aldus projectmanager energie Erik-Jan Termaten.

“Met een energiemanagementsysteem kunnen we de capaciteit zo efficiënt mogelijk benutten. Met dat systeem zien we hoe vol de accu’s van de trucks zijn en hoeveel stroom zij de volgende dag nodig hebben voor hun routes. Smart charging heet dat. Eind dit jaar zijn alle bestelde elektrische trucks geleverd en gaan we kijken of het nodig is om batterij-opslag toe te voegen.”

Innovatie laadaansluiting
Het opzetten van het laadplein van Sligro had ook nog een innovatie bij elektrische trucks tot gevolg. Yvonne Poels: “De laadaansluiting van elektrische vrachtwagens zat altijd aan de voorkant. Vanwege de beperkte ruimte die wij op het terrein in Amsterdam hebben, betekent dit dat trucks achteruit de laadplek moeten verlaten. Op piekmomenten heb je dan veel achteruitrijdende voertuigen met alle veiligheidsrisico’s van dien. Op ons verzoek heeft Mercedes-Benz daarom een aansluiting aan de achterkant ontwikkeld. Renault heeft dat voorbeeld gevolgd. Van ons elektrisch wagenpark in Amsterdam heeft straks bijna de helft een aansluiting achter. Voor het niet verder kunnen elektrificeren in Amsterdam is helaas nog geen oplossing. Met batterijopslag kan een en ander ondervangen worden, maar om alle zero-emissie zones in Noord-Holland te kunnen bevoorraden met zero-emissie voertuigen, zal toch meer moeten gebeuren.”

Nationale Agenda Laadinfrastructuur
In de werkgroep logistiek van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) wordt daar volgens Rob Aarse aan gewerkt. “Samen met ministeries, netbeheerders en andere belanghebbenden werkt TLN aan de ontwikkeling van een landelijk basisnetwerk voor het opladen van (zwaardere) elektrische vrachtwagens. Zodat transporteurs, in afwachting van een zwaardere aansluiting, in de komende jaren toch elektrische vrachtauto’s kunnen aanschaffen en opladen.”

Lees ook: Groepscontract interessante oplossing voor netcongestie


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Grootschalig onderzoek naar duurzame logistiek in Brabant van start

Logistics Community Brabant en Midpoint Brabant zijn gestart met grootschalig onderzoek naar duurzame logistiek in Brabant. De resultaten moeten bijdragen aan een lagere emissie, circulaire ketens en een schonere woon- en werkomgeving in Noord-Brabant. Vanuit de Regio Deal Midden-Brabant, de provincie Noord-Brabant en het klimaatfonds van de gemeente Tilburg is hiervoor subsidie beschikbaar gesteld. 

Dagelijks worden in steden, bedrijventerreinen en dorpen goederen afgeleverd en bezorgd. Van bevoorrading van winkels in de binnenstad tot aan halffabricaten voor de hightechindustrie en van medicijnen bij particulieren tot aan grondstoffen voor de voedingsindustrie. Logistieke dienstverleners zorgen voor belevering van deze producten en goederen aan bedrijven en bewoners. Daarmee is logistiek een essentiële functie, gericht op het sluiten van productketens. 

Door de toename van transportvolumes heeft het goederenvervoer een negatieve impact op onder andere bereikbaarheid en milieu. Dit moet anders georganiseerd worden voor een toekomstbestendige brede welvaart. Producenten en leveranciers die transport inhuren geven echter te weinig prioriteit aan circulaire economie: de lineaire aanpak is goedkoper en makkelijker.  Naast het inzetten van duurzame voertuigen moet ook de benutting van de voertuigen omhoog (minder leeg rijden) om het positieve effect op veiligheid (minder voertuigen), leefbaarheid en klimaat (minder emissies en fijnstof) te vergroten.

Het doel van het onderzoeksproject ‘Circulaire Stromen – Next Level Logistics’ is om goederenstromen te bundelen en onnodige transportbewegingen te reduceren door ICT- en datatechnieken, circulaire en lineaire materiaalstromen én ondersteuning op de werkvloer met elkaar te combineren. Dusdanig dat dit leidt tot minder emissies en significant bijdraagt aan een betere en schonere woon- en werkomgeving.

Deelonderzoek in vier clusters
Om de doelen te bereiken, wordt in vier clusters deelonderzoek gedaan:  
Multimodaal 
Containerterminals BTT uit Tilburg en OCT uit Oosterhout willen een volgende stap zetten in verduurzaming van het eerste en laatste gedeelte van de supply chain; de zogenaamde empty milage. Door het inzetten van nieuwe tools op de huidige software wordt gezocht naar de meest optimale combinatiemogelijkheden voor het op- en afzetten van containers na lading en/of lossing. 

Benelux-distributie 
Dertien transportbedrijven gaan met Netwerk Benelux onderzoek doen naar de optimale beladingsgraad. Het doel is om gezamenlijk transport zo efficiënt en duurzaam mogelijk te laten verlopen door middel van een dynamische planning. TU Eindhoven biedt hierbij ondersteuning met een real-time simulatietool waarbij capaciteitsbeheerfunctionaliteiten beter geïntegreerd worden en andere tools – zoals planningssoftware, chauffeursapplicaties en Transportation Management Systems (TMS) – beter benut worden. 

Korte keten (regio- en stadsdistributie)
De Korte Keten samenwerking – een initiatief van zeven logistiek- en voedingsbedrijven in Midden-Brabant – is gericht op het efficiënt en duurzaam verspreiden van lokale versproducten. Het initiatief zit nog in de vroege opstartfase; op transportgebied is nog weinig gezamenlijk georganiseerd. Een kans dus om de keten vanaf de start stapsgewijs op te bouwen. Breda University of Applied Sciences zal in deze clustercase de kernsystemen en digitaliseringsniveaus van de verschillende korte keten bedrijven naar eenzelfde range brengen en werken aan slimme automatisering en transportplanning van de gezamenlijke/gecombineerde voertuigen. 

Circulair ambachtsnetwerk
Dit cluster beoogt met een netwerk van circulaire ambachtscentra (milieustraat, kringloopwinkel en opwaardeerders) om circulaire materialen op te waarderen, banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te creëren, vaardigheden te ontwikkelen, sociale integratie te bevorderen en kansen voor ondernemerschap en innovatie te vergroten. Midpoint Brabant, RUV en BAT ondersteunen hierbij door te identificeren welke sectoren, industrieën en materiaalstromen potentieel kunnen bijdragen aan de circulaire keten. Daarna wordt een circulair ambachtnetwerk met circulaire ambachtscentra, opwaardeerders en op- en overslagstations in Midden-Brabant opgezet. 

Partners
Het project Circulaire Stromen – Next Level Logistics wordt uitgevoerd door Logistics Community Brabant en Midpoint Brabant. Daarbij worden zij ondersteund door TU Eindhoven, Breda University of Applied Sciences en TNO. De deelnemende bedrijven zijn: OCT, BTT Multimodal Container Solutions, Coöperatief Netwerk Benelux, De Rooy Transport, CTS Group, Rabelink Logistics, De Smaak van hier, De Wal Hoeve, Coöperatie Brabants Streekgoed, Local Food, eZE Delivery en The Food Directors.

Het project is gestart in februari 2024 en loopt door tot 31 december 2027. Het projectbudget is €4.500.000. Daarvan is € 2.500.000 beschikbaar gesteld via subsidies en wordt €2.000.000 in uren geleverd door de deelnemende partners en bedrijven.

Dit is een artikel van LCB.

Welke waterstof trucks zijn nu al verkrijgbaar?

Op 15 juli 2024 wordt de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) opengesteld die het kip-ei verhaal van tankstations en vrachtwagens wil doorbreken. Elke aanvraag moet bestaan uit één tankstation én genoeg vrachtwagens en (bestel)bussen om het tankstation levensvatbaar te maken. Maar zijn er al wel waterstof bedrijfsvoertuigen beschikbaar?

Hieronder vind je een overzicht van waterstof trucks die nu (mei 2024) te koop zijn en – volgens opgave van de leveranciers – binnen 12 maanden kunnen geleverd worden. Heb je interesse in vrachtverkeer op waterstof? Maak nu gebruik van de tijd om je alvast te oriënteren in het aanbod.

1. MAN hTGX


MAN is de eerste fabrikant die een truck met een waterstof verbrandingsmotor introduceert. De truck heeft een klassieke verbrandingsmotor waar in plaats van diesel, waterstof wordt ingespoten. De uitstoot is vrijwel nihil waardoor deze truck aan de geplande ‘zero emission’ regelgeving voldoet. De truck heeft 4 tanks achter de cabine voor in totaal 56 kg waterstof, goed voor een range van 600 kilometer. In 2025 gaat MAN 200 van deze trucks uitleveren.
• Vermogen: 383 kW (verbrandingsmotor)
• Batterij: nvt
• Tankinhoud: 56 kg (700 bar)
• Actieradius: 600 km
• Uitvoering: trekker 6×2-4 en 6×4
• Meer informatie: https://man-nederland.nl/man-truck/truck-modellen/man-waterstoftruck

2. Quantron QHM FCEV AERO


Quantron AG uit Augsburg (DE) heeft ruim 140 jaar ervaring met bedrijfsvoertuigen. Zij zijn een zogenaamde ‘OEM light’, wat betekent dat zij kant-en-klare truckchassis kopen bij MAN en deze voorzien van een elektromotor en brandstofcel voor waterstof aandrijving. De waterstof tanks zijn gemonteerd op de plaats waar normaal de dieseltanks hangen. Een speciaal spoilerpakket voor de cabine zorgt voor 10% extra actieradius.
• Vermogen: continu 420 kW / piek 550 kW
• Batterij: 124 kW
• Tankinhoud: 54 kg (700 bar)
• Actieradius: 700 km
• Uitvoering: trekker en bakwagen, 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://www.quantron.net/

3. Hyundai Xcient


In het personenauto segment heeft Hyundai al jarenlange ervaring met waterstof aandrijving. Met deze kennis heeft Hyundai nu de Xcient gebouwd, een waterstof aangedreven truck die verkrijgbaar is als 4×2 en 6×2 bakwagen. Deze truck wordt al veel ingezet in Azië en ook in Zwitserland rijden er inmiddels enkele tientallen rond. Deze vrachtwagen wordt in Nederland geïmporteerd door Hyundai dealer Groenewold & Dijkhuizen uit Delfzeil.
• Vermogen: 350 kW
• Batterij: 72 kWh
• Tankinhoud: 31 kg (350 bar)
• Actieradius: 400 km
• Uitvoering: bakwagen 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://ecv.hyundai.com/global/en/products/xcient-fuel-cell-truck-fcev

4. Holthausen


Holthausen Clean Technology uit Hoogezand bouwt waterstof trucks op Nederlandse bodem op basis van DAF chassis. De waterstoftanks bevinden zich opeengestapeld achter de cabine. Er zijn uitvoeringen met verschillende cabines en 6×2 of 4×2 aandrijving mogelijk. De techniek heeft zich al in de praktijk bewezen: één van de Holthausen waterstof trucks heeft inmiddels meer dan 1 miljoen kilometer afgelegd.
• Vermogen: 250 kW
• Batterij: 140 kWh
• Tankinhoud: 25 kg (350 bar)
• Actieradius: 300 km
• Uitvoering: trekker en bakwagen, 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://www.cleantechnology.nl/

5. Enginius Bluepower


Enginius GmbH is onderdeel van de Duitse Faun groep. Zij bouwen brandstofcel waterstof voertuigen op basis van het Mercedes-Benz Econic chassis. De truck heeft een lage instapcabine en is bestemd voor stadsdistributie en regionaal transport. De waterstoftanks zijn weggewerkt naast het chassis, waardoor er geen laadruimte verloren gaat.
• Vermogen: 240 kW
• Batterij: 85 kWh
• Tankinhoud: 16,4 kg (700 bar)
• Actieradius: 250 km
• Uitvoering: bakwagen 4×2 en 6×2-4
• Meer informatie: https://www.enginius.de/

Voorsorteren
Zoals je ziet, zijn er al verschillende waterstof trucks beschikbaar. Over enkele jaren komen daar ook de grote bekende OEM’s nog bij. Vrijwel elk truckmerk is druk aan het testen met brandstofcel technologie of met een verbrandingsmotor op waterstof (en in sommige gevallen allebei!).

Wil je daar echter niet op wachten en nu al voorsorteren op vrachtwagens op waterstof? Dan loont het beslist de moeite om bovenstaande trucks nader te bekijken.

Waar kan je met deze trucks tanken?


In Nederland zijn er nu 16 waterstof tankstations operationeel, waarvan de meeste geschikt zijn voor trucks. Waaronder natuurlijk onze Greenpoint stations in Nieuwegein, Dordrecht en Oude-Tonge.

Daarnaast werken wij druk aan nieuwe stations in Veghel, Haps, Asten, Sliedrecht, Zeewolde en Ede. Heb je interesse in één van deze nieuwe locaties? Stuur ons dan een bericht en dan praten we je graag bij!


Dit is een artikel van Van Kessel.

De zero-emissiezones komen eraan

Om de leefbaarheid en het winkel- en verblijfsklimaat in de stad te verbeteren en de overlast te beperken stellen 29 gemeenten een gebied in zonder uitstoot van schadelijke stoffen. Zo’n gebied noemen we een zero-emissiezone (afgekort: ZE-zone). Dit betekent dat bestel- en vrachtauto’s in de ZE-zone vanaf 1 januari 2025 uitstootvrij moeten zijn. Voor een aantal voertuigcategorieën is er tot 2030 een overgangsregeling, geldt er voor sommige voertuigcategorieën een vrijstelling en komen er ontheffingen

Op deze site lees je waar de zones komen, vanaf wanneer ze ingaan, voor wie ze gelden en hoe ondernemers zich het beste kunnen voorbereiden op de komst van de ZE-zones.

Dit is een artikel van Op weg naar ZES.

Misvattingen en kennisgebrek belemmeren transitie duurzaam vervoer

De totale verschuiving naar duurzame mobiliteit vordert te langzaam door hardnekkige misvattingen en een gebrek aan kennis staan. Dat blijkt uit het eerste Trendrapport Duurzame Mobiliteit van Nationale-Nederlanden. Zo heeft meer dan driekwart van de zzp’ers nog steeds een voertuig dat rijdt op fossiele brandstoffen.
 

Ondernemers stappen over op elektrisch om regelgeving of imago
Als deze laatstgenoemde groep overstapt speelt het milieu voor de helft van de autobezitters een sleutelrol. Voor het mkb en grootzakelijke organisaties zijn, naast milieuoverwegingen, toekomstige wet- en regelgeving (respectievelijk 48 procent en 52 procent) en het verbeteren van het bedrijfsimago (47 procent en 49 procent) belangrijke beweegredenen om het vervoer te verduurzamen.

Vooroordelen vertragen transitie
Uit het Trendrapport blijkt dat minder dan de helft van de particulieren en zzp’ers op de hoogte is van toekomstige wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Onder meer misvattingen over de totale kosten van elektrische auto’s weerhouden velen ervan om de overstap te maken; bijna driekwart van de respondenten gelooft ten onrechte dat verzekering en maandelijks onderhoud duurder zijn dan bij auto’s op fossiele brandstoffen.

Naast de bovenstaande conclusies blijkt ook dat vooral jongeren elektrisch rijden wel zien zitten, met name vanwege het milieu. Daarnaast geeft 87 procent van de werkgevers in het mkb aan werknemers te stimuleren om duurzaam te reizen. Maar de werknemers zelf zitten er niet op te wachten. Driekwart geeft aan dat ze niet door de werkgever gestimuleerd willen worden duurzaam te reizen. Zowel particulieren als ondernemers wijzen naar de overheid als hoofdverantwoordelijke om het gebruik van duurzame vervoersmiddelen te stimuleren.

 
Dit is een artikel van evofenedex.

Samen maken we onze logistiek veiliger met de Vertrouwensketen 

Via de ‘Vertrouwensketen’ maken bedrijfsleven en overheidsinstanties samen de havenlogistiek digitaal weerbaarder.  Door slimmer om te gaan met informatie zijn importcontainers veiliger en betrouwbaarder op te halen. Pincodes in de logistieke keten verdwijnen en er wordt een gesloten vrijstellings- en ophaalproces met enkel geautoriseerde partijen gecreëerd die elkaar digitaal veilig het recht voor het ophalen van een container doorgeven.
 
Alleen een via de Vertrouwensketen geautoriseerde vervoerder kan nog bij de terminal terecht. De Vertrouwensketen maakt als Living Lab deel uit van het programma Digitale Infrastructuur Logistiek. In deze projectomgeving worden principes over het delen van data (Basis Data Infrastructuur) getoetst, verder ontwikkeld en zo mogelijk geïmplementeerd. Vanaf 31 maart lopen in Rotterdam alle importcontainers vanuit Latijns-Amerika via de Vertrouwensketen. Een grote stap voorwaarts en een prachtig voorbeeld van publiek/private samenwerking. 


Dit is een artikel van Topsector Logistiek.

Het duurzaamheidssucces van Van den Bosch

Een Pionier in ISO14083 Verificatie
Woensdag 27 maart brachten een delegatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), georganiseerd door Topsector Logistiek, een bezoek aan Van den Bosch in Erp. Dit bezoek leverde inspirerende inzichten in de toepassing van ISO14083, een norm die zich richt op het meten en toewijzen van CO2-uitstoot in transport en logistiek. Van den Bosch bood een diepgaande blik op de inspanningen, successen, uitdagingen en ervaringen op het gebied van duurzaamheid en supply chain management en de weg naar ISO14083 verificatie.

Van den Bosch staat bekend als de Supply Changer in bulk en is een specialist in bulktransport, voor droge en vloeibare bulkstoffen in Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Het bedrijf heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1964, toen Ad van den Bosch zijn onderneming in Erp met één truck startte. Vandaag de dag heeft het bedrijf meer dan 730 medewerkers en heeft het zich gecommitteerd aan het verminderen van zijn CO2-uitstoot.

Een van de kernaspecten van hun duurzaamheidsinitiatieven is het actief opzoeken en inzetten van intermodale oplossingen. Door 90% van hun transport via intermodale routes te laten verlopen, vermindert Van den Bosch de impact van hun activiteiten op het milieu aanzienlijk. Dit omvat onder andere het verkennen van alternatieve transportmodaliteiten zoals over water, waarbij koeling wordt gebruikt om de houdbaarheid van producten te verlengen en de kwaliteit te behouden.

Een cruciaal onderdeel van hun duurzaamheidsaanpak is het verzamelen en delen van data met klanten. Door klanten inzicht te geven in factoren zoals locatie, kwaliteit en temperatuur van ladingen, streeft Van den Bosch ernaar om transparantie te bieden en samen te werken aan duurzame oplossingen. Dit omvat ook het gebruik van verschillende coderingssystemen op containers om de scheiding van verschillende soorten ladingen te garanderen, zoals voedsel versus chemische producten.

Het proces van CO2-uitstootberekening bij Van den Bosch is grondig en omvat het nauwkeurig bepalen van de uitstoot per transportmodaliteit en per type container. Dit stelt het bedrijf in staat om gerichte maatregelen te nemen om de uitstoot te verminderen, zoals het optimaliseren van vrachtwagenbeladingen en het actief zoeken naar mogelijkheden om lege ritten te minimaliseren.

De prestatie van Van den Bosch om als eerste ISO14083 geverifieerd te zijn voor hun methode van meten en toewijzen van CO2 uitstoot is indrukwekkend. Hiervoor nam zij deel aan een pilotgroep, in 2022 geïnitieerd door Topsector Logistiek.  Door als eerste deze verificatie te behalen, heeft het bedrijf bewezen voorop te lopen in het voldoen aan strenge duurzaamheidsnormen. Dit succes werd mogelijk gemaakt door nauwgezette berekeningen van CO2-uitstoot, waarbij elke transportmodaliteit en type container grondig werden geanalyseerd. Maar ook door mensen de tijd en ruimte te geven om er echt in te duiken en alles te onderzoeken en uit te zoeken.

Dat is ook het advies aan andere bedrijven, begin! Doe onderzoek, stel vragen en kijk bij anderen. Wie nu begint, kan vooruit werken, testen en nog fouten maken. Start dus op tijd, neem kleine stapjes en je ziet al snel de waarde van wat je doet.

Voor Van den Bosch is ISO14083, naast validatie van hun duurzaamheidsinspanningen, ook een manier om hun klanten te ondersteunen bij het nakomen van de eigen duurzaamheidsdoelstellingen. Want Van den Bosch streeft ernaar om ook anderen te helpen op hun duurzaamheidsreis, onder andere met de inrichting van een Academy. Daar worden eigen  medewerkers getraind op mogelijkheden het vervoer duurzamer te maken en medewerkers van bijvoorbeeld partners of klanten. Denk daarbij aan defensief rijden, goed bandenmanagement, het juist uitvoeren van alle procedures rond tanktransport maar ook een efficiënte manier van plannen, etc.

Het werkbezoek benadrukte ook de bredere context van duurzaamheid in de transportsector, met vermelding van regelgeving zoals de komende CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) en initiatieven als de vrachtwagenheffing, die ook een belangrijke rol gaan spelen in het stimuleren van verdere verduurzaming binnen de sector.

Van den Bosch speelt een vooruitstrevende rol in het bevorderen van duurzaamheid in de logistieke sector en loopt behoorlijk voorop. Hun benadering, die gebaseerd is op samenwerking, transparantie en continue verbetering, biedt waardevolle inzichten en inspiratie voor andere bedrijven die streven naar een meer duurzame toekomst. Met een combinatie van innovatie, data-gestuurde besluitvorming en een toewijding aan samenwerking, is Van den Bosch een inspirerend voorbeeld van hoe duurzaamheid en zakelijk succes hand in hand kunnen gaan in de moderne wereld van transport en logistiek.

Dit is een artikel van Topsector Logistiek.

Te veel stress? STL helpt met mental coaching

Je moet een deadline halen, er komt opeens een spoedklus binnen. Of je moet op tijd iets afleveren en je komt in een enorme file te staan. Op zulke momenten loopt de stress vaak op. Maar wist je dat langdurige stress helemaal niet goed voor je is? Het kan allerlei nare gevolgen hebben voor je gezondheid. STL helpt je stress te bestrijden met mental coaching.

Heb jij last van stress? 
Iedereen wil gezond en met plezier werken. Stress kan daarbij in de weg zitten. Misschien herken jij het zelf nog niet, maar je partner of collega wel. Heb jij last van de onderstaande punten? Dan heb je misschien wel last van stress. 
• Je kan je slecht concentreren 
• Je hebt geen plezier in je werk 
• Je hebt geen energie 
• Je voelt je somber of depressief 
• Je hebt een kort lontje 

Stress hebben we allemaal wel eens. Maar het moet niet te lang duren. Ben je een lange tijd gestrest, dan is dat namelijk slecht voor je gezondheid. Dus, ben jij vaak of lang gestrest en wil je meer rust en balans in je leven? We helpen je graag om je stress weer onder controle te krijgen. Dat doen we met mental coaching. Dat houdt in dat een coach je helpt met tips, oefeningen en opdrachten waarmee je stress vermindert. Jij verdient innerlijke rust!

Oorzaken van stress
Stress ontstaat op veel verschillende manieren. En vaak heeft het niet één oorzaak maar meerdere. We noemen een paar veelvoorkomende stress veroorzakers:
• Als je (te) veel werk hebt en je krijgt het gevoel dat het nooit afkomt
• Als je altijd maar doorgaat en geen rust neemt
• Wanneer je niet goed kunt samenwerken met een bepaalde collega
• Je krijgt opdrachten die voor jou onduidelijk zijn, waardoor je niet goed weet wat je moet doen
• Je hebt het gevoel dat je geen controle hebt over je eigen werk of je eigen beslissingen
• Je maakt ingrijpende dingen mee, zoals een sterfgeval, ernstige ziekte of scheiding. 

Gevolgen van stress 
Langdurige stress kan nare gevolgen hebben. Op zowel je lichaam als in je hoofd. We zetten de gevolgen van lang rondlopen met stress voor je op een rij: 
Lichamelijke klachten: stress kan leiden tot hoofdpijn, spierspanning, vermoeidheid en zelfs maag- en darmproblemen.  • Moe in je hoofd: langdurige stress geeft een vermoeid gevoel in je hoofd. Je krijgt moeite met je concentreren en je kunt ook last krijgen van vergeetachtigheid. 
Verzwakt immuunsysteem: stress verzwakt je immuunsysteem. Je immuunsysteem is het deel van je lichaam dat je beschermt tegen ziektes en infecties. Een verzwakt immuunsysteem vergroot de kans om ziek te worden. 
Gevoelens uit balans: stress kan ervoor zorgen dat je sneller chagrijnig, somber of angstig bent. Je voelt je gewoon niet jezelf. 

Hoe kan je stress aanpakken? 
Wil jij zelf beginnen met stress verminderen? Je kunt er veel aan doen. We geven je tips die je helpen het gevoel van stress te verlagen. Natuurlijk werkt niet elke tip voor iedereen. Kies voor de tips waar jij je het prettigst bij voelt. 
• Maak een lunchwandeling 
• Neem vaker pauze 
• Zorg voor een opgeruimde werkplek 
• Focus je op één taak tegelijk, stop met meerdere dingen tegelijk doen 
• Maak een takenlijst voor meer overzicht over wat je moet doen 
• Plan vrije tijd 
• Hou je aan een gezonde leefstijl 
• Praat erover met je leidinggevende 
• Praat met een coach!  

Voel jij je vaak gestrest? STL helpt met mental coaching 
Heb je vaak een opgejaagd gevoel? En vind je het moeilijk om alles – werk, privé – onder controle te houden? Ben je langdurig gestrest, dan kan dat leiden tot een burn-out. Burn-out betekent letterlijk opgebrand. Je voelt je alsof je batterij leeg is; geen energie meer. Raak je in een burn-out, dan kun je bijna niets meer. Dat wil je natuurlijk voorkomen. Pak stress daarom zo snel mogelijk aan, om erger te voorkomen. 

Goed nieuws, je staat er niet alleen voor. STL staat voor je klaar. We helpen je graag om beter met stress om te gaan. Door te leren om vaker dingen te doen waar je energie van krijgt, kun je bijvoorbeeld stress verminderen. Daarnaast bieden we hulp van een coach, met wie je contact hebt. Dit kan ook online of telefonisch. We zijn er om je te helpen. Om hulp vragen is normaal, niemand kan alles in zijn eentje oplossen.

Neem vandaag nog contact met ons op!

Dit is een artikel van STL.