Regiobezoek Logistieke Innovatie

Topsector Logistiek, TKI DINALOG en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) slaan de handen ineen en gaan samen op regionaal bezoek om in gesprek te gaan over de logistiek van de toekomst met kennisinstellingen, provincies, gemeenten en bedrijven.

25 juni vond het eerste regiobezoek Logistieke Innovatie plaats in Provincie Noord-Brabant. De hele dag stond in het teken van goede discussies, waardevolle nieuwe inzichten en veel mooie nieuwe ontmoetingen. De start vond plaats bij Van Berkel Logistics, daar gingen we in gesprek met de bedrijvennetwerken, bij Provincie Noord-Brabant hebben we geluncht met medewerkers van verschillende gemeenten en de provincie. De dag werd afgesloten bij JADS – Jheronimus Academy of Data Science waar we in gesprek gingen met de verschillende kennisinstellingen in Noord-Brabant. Dank aan alle aanwezige, mede dankzij jullie was deze dag een groot succes!
Roel Megens was hier vanuit Vijfsterren Logistiek natuurlijk bij aanwezig.


Dit is een artikel van TKI DINALOG.

Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) vanaf 15 juli 2024

Investeert u in waterstoftankstations en waterstofvoertuigen? En werkt u in een samenwerkingsverband? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de subsidieregeling Waterstof in mobiliteit (SWIM).

Startdatum:
Maandag 15 juli 2024
09:00 uur

Einddatum:
Vrijdag 6 september 2024
12:00 uur
 
Totaal budget:
€ 22.000.000
 
Voor wie?

De subsidieregeling Waterstof in mobiliteit is voor bedrijven die in een samenwerkingsverband investeren in waterstof. Het samenwerkingsverband – een consortium – moet in ieder geval bestaan uit:
• één exploitant van een waterstoftankstation;
• en minstens één bedrijf dat actief is als vervoerder.

De doelgroepen zijn:
• transport- en distributiesector (ook mkb)
• exploitanten van waterstoftankstations
• verladers (producenten die hun goederen vervoeren)
• personenvervoer (bussen en rolstoelvervoer met minimaal 5 zitplaatsen)

Hoeveel subsidie krijgt u?
• U krijgt in totaal maximaal € 6 miljoen.
• Investeert u in de bouw of uitbreiding en/of upgrade van een waterstoftankstation voor zwaar wegvervoer? Dan krijgt u maximaal 40% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie. Het maximum is hierbij € 2 miljoen per aanvraag.
• Schaft u één of meerdere waterstofvoertuigen aan of kiest u voor retrofitting. Dan komt 80% van uw kosten in aanmerking voor subsidie. Het maximum is hierbij € 4 miljoen per aanvraag. Bij nieuwe voertuigen krijgt u subsidie over het verschil tussen aanschaf van een fossiel voertuig en H2 voertuig. En bij retrofit krijgt u subsidie voor de ombouwkosten.
Met retrofitting laat u vervoermiddelen aanpassen tot emissievrij vervoer op waterstof.
 
Voorwaarden
• Uw aanvraag bestaat in ieder geval uit één nieuw te bouwen waterstoftankstation, één op te waarderen waterstoftankstation of een bestaand waterstoftankstation.
• De voertuigen in uw aanvraag kunnen tenminste 30% dekken van de totale capaciteit van het waterstof tankstation. 50% van de voertuigen moet bestaan uit zwaar wegvervoer, zoals vrachtwagens en touringcars.   
 

Ga voor alle informatie naar de website van RVO.
Meer infomatie vind je ook op de website van Greenpoint.

De energietransitie: op deze thema’s zet de provincie de komende jaren in

De doelstellingen van de provincie Noord-Brabant op het gebied van de energietransitie zijn helder: in 2030 moet de helft van de energie (elektriciteit, warmte en brandstoffen) die in Brabant gebruikt wordt, afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen en de CO2-uitstoot moet in 2030 met 55% zijn verminderd ten opzichte van 1990. In 2050 willen we dat de provincie Noord-Brabant volledig klimaatneutraal is. In de Uitvoeringsagenda Energie 2024-2027 staat waar de provincie de komende jaren op inzet om deze doelen te behalen.
 
Twee sporen
Om onze doelen te bereiken, zetten we in op 2 sporen:
1. het verminderen van het energiegebruik door energiebesparing;
2.
het overstappen van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen.

Beide hebben een daling van de CO2-uitstoot tot gevolg.

Energiebesparing en verduurzaming
Een belangrijk speerpunt in de Uitvoeringsagenda is het verder en sneller verminderen van de vraag naar energie. Energie die je niet gebruikt, hoef je immers niet op te wekken, te transporteren en te betalen. We zetten in op energiebesparing binnen de gebouwde omgeving en industrie, omdat voor de verwarming van gebouwen en industriële processen nog grotendeels fossiele brandstoffen worden gebruikt. Zo helpen we inwoners en ondernemers in onze provincie bij het verlagen van hun energierekening.

Hernieuwbare Energie
Om het gebruik van hernieuwbare energie te laten toenemen, zijn er meer bronnen nodig. Denk aan windmolens en zonnepanelen, maar ook bijvoorbeeld aan duurzame, lokale warmtebronnen. We willen dat de energietransitie haalbaar, betaalbaar en rechtvaardig is en vanuit die principes proberen we onze projecten zoveel als mogelijk in te steken. Zo vragen we ontwikkelaars afspraken te maken met omwonenden over sociale randvoorwaarden, zoals bij het windpark Energie A16. Hierbij landen opbrengsten in een fonds dat weer ten goede komt aan nieuwe lokale energieprojecten.

Gedeputeerde Energie Bas Maes: “De energietransitie is niet alleen belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan, maar het is nadrukkelijk ook een sociaaleconomische transitie. Iedere Brabander moet eraan mee kunnen doen en ervan mee kunnen profiteren.”

Energie beschikbaar en toegankelijk
Om onze doelen te halen, is het cruciaal dat energie beschikbaar én toegankelijk is. Zo moet er voldoende ruimte op het stroomnet zijn om iedereen van energie te voorzien. Op dit moment is die ruimte er niet in onze provincie. Als we versnelling mogelijk willen maken, moeten netbeheerders het probleem van transportschaarste (‘file’ op het stroomnet) zo snel mogelijk aanpakken. Daar waar mogelijk helpt de provincie door samen met onze partners te werken aan oplossingen voor een snelle uitbreiding van het elektriciteitsnet. Daarnaast helpen we bij de ontwikkeling van warmtenetten en zetten we in op slimme uitrol van laadinfrastructuur en verschillende vormen van energieopslag.

Gebiedsaanpak
Op verschillende plekken in onze provincie spelen verschillende grote maatschappelijke vraagstukken, waaronder de energietransitie. Deze belangrijke ontwikkelingen vragen om een gebiedsaanpak, zoals bij de verduurzaming van de industrie en bedrijventerreinen, maar ook rondom de warmtetransitie in verschillende wijken. Door een gebiedsaanpak te ontwikkelen op deze terreinen, werken we aan slimme, gecombineerde oplossingen die ook kunnen worden toegepast bij vergelijkbare vraagstukken in andere delen van de provincie.

De Uitvoeringsagenda wordt aangeboden aan Provinciale Staten ter bespreking. Na deze bespreking wordt de agenda later in 2024 vastgesteld.


Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

Onderzoek: Niet volledig automatiseren maar combinatie mens robot zorgt voor meest efficiënte logistieke operatie

Zo efficiënt mogelijk werken in het magazijn? Niet volledige automatisering is de oplossing, maar de combinatie mens en robot.
 
Automatisering is vandaag de heilige graal in de logistieke wereld. Bedrijven investeren en masse in slimme oplossingen en wie het nog niet doet moet het doen vinden logistieke managers. De komende jaren wordt dat alleen maar meer, zeker qua cobots wordt er een forse toename verwacht.
 
Mens en robots
Maar wie zijn logistieke proces zo efficiënt mogelijk wil inrichten, moet niet doorslaan in volledige automatisering. De mens is van onschatbare toegevoegde waarde. De combinatie van mens en robot in het distributiecentrum leidt immers tot grotere efficiëntie dan volledige automatisering.
 
Wereldwijd onderzoek automatisering
Dat blijkt uit een mondiale studie stellen René de Koster, hoogleraar logistiek en operations management aan de Erasmus Universiteit en Debjit Roy is hoogleraar operationele en besluitvormingswetenschappen aan het Indian Institute of Management Ahmedabad, India. Zij hebben hun bevindingen gepubliceerd op Harvard Business Research.
 
Zij hebben de prestaties bestudeerd van verschillende volledig gerobotiseerde orderafhandelingssystemen van bedrijven over de hele wereld, waaronder Witron, AutoStore, Ocado, OPEX, Exotec, Kiva Systems (nu Amazon Robotics), LiBiao en Locus Robotics.
 
Conclusie onderzoek
Hun conclusie: wanneer er veel robots nodig zijn om een ​​bepaald doorvoerniveau te bereiken, wordt het systeem onbetaalbaar. Daarentegen ontdekten ze dat magazijnsystemen over het geheel genomen veel efficiënter werken als mensen goed geïntegreerd zijn in geautomatiseerde processen en operationele ontwerpkeuzes, zoals beperkende menselijke werkzones, effectief worden geëvalueerd.
 
Mens-robot-samenwerkingssystemen (of ‘cobots’), die zijn overgenomen door bedrijven als DHL en CEVA, zagen voordelen zoals kortere reistijden en vermoeidheidsniveaus, hogere productiviteit en meer gemotiveerde werknemers, aldus De Koster en Roy. DHL werkt onder meer met cobots in zijn logistieke operatie voor Ikea. Ceva werkt in Nederland onder meer met cobots van Locus Robotics en heeft tientallen Skpypods van Exotec omarmt in zijn dc in Roosendaal.
 
Werktevredenheid personeel
Naast dat het beter is voor de procesefficiëntie, maakt een mens-robot samenwerking het systeem ook prettiger voor de medewerkers, is een andere conclusie. “Werknemers vertellen ons dat hun werk nu interessanter en veiliger is, en dat de robots hen helpen minder fouten te maken.” Operators van een groot extern logistiek bedrijf in Nederland vertelden de onderzoekers: “Het voelt supergaaf om met robots te werken” en “Dankzij de robots hoef ik nu veel minder kilometers te lopen.”


Dit is een artikel van Warehouse Totaal.

Waterstof steeds beter alternatief voor rijden op batterij

Rijden op waterstof is een alternatief naast rijden op een batterij. De nieuwe Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) maakt het voor tankstations en vervoerders interessanter om te investeren in waterstof. Ondernemers kunnen de subsidie vanaf 15 juli aanvragen.
 
Einde kip-ei-discussie
Om een waterstoftankstation rendabel te krijgen, zijn er gemiddeld 10 tot 15 waterstofvrachtwagens nodig. De nieuwe SWIM-regeling stelt daarvoor € 22 miljoen euro beschikbaar in 2024. De verwachting is dat ook de komende jaren de regeling open gaat.
 
In de aanvraag moeten de ondernemers in ieder geval één waterstoftankstation en meerdere vrachtwagens of (bestel)bussen opnemen. Zo komt er een einde aan de kip-ei-discussie: Of je eerst waterstoftankstations bouwt zodat je er kunt tanken. Of dat je eerst voertuigen nodig hebt die het tankstation rendabel maken.
 
Het is daarnaast niet nodig dat de deelnemende partijen alleen bij “hun eigen” waterstoftankstation tanken. De regeling moet er juist voor zorgen dat er bij zowel nieuwe als bij bestaande tankstations meer getankt zal worden.
 
Veelbelovend alternatief
Rijden op waterstof is naast batterij-elektrische voertuigen een veelbelovend alternatief voor schoon rijden. Vooral voor zwaar vervoer is de techniek interessant. Waterstofvoertuigen hebben een grote actieradius en brengen geen lange laadbeurten en minder problemen met het stroomnet met zich mee.
 
Demissionair minister Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: “Waterstof kan echt gaan doorbreken. De belofte van waterstof is er al jaren. Zeker voor ondernemers die over langere afstanden schoon willen rijden met een zwaardere auto, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan waterstof ideaal zijn. Maar dan moeten er wel tankstations zijn en moet er genoeg te kiezen zijn voor ondernemers. Het wordt tijd dat we ervoor zorgen dat waterstof zijn belofte in gaat lossen.”
 
Minimaal 30 waterstoftankstations
Het doel van de SWIM is toewerken naar een landelijk dekkend netwerk van waterstoftankstations. Momenteel zijn er 21 waterstoftankstations in Nederland, die niet allemaal geschikt zijn voor zwaar wegvervoer. In de EU is afgesproken dat er in 2030 langs alle Europese hoofdsnelwegen waterstoftankstations te vinden zijn. Voor ons land moeten dat er minimaal 30 zijn, verspreid over het hele land.
Subsidieregeling Waterstof in mobiliteit (SWIM)
 

Dit is een artikel van RVO.

A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven

Update 25 juni 2024:

Voorkeursbeslissing A50 Ewijk-Bankhoef- Paalgraven vastgesteld
Op 27 mei 2024 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de Voorkeursbeslissing voor de MIRT-verkenning A50 Ewijk – Bankhoef – Paalgraven genomen. De Voorkeursbeslissing is het eindresultaat van de MIRT-verkenning A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven.

De Voorkeursbeslissing en de Nota van Antwoord zijn in mei vastgesteld. Het resultaat hiervan is gepubliceerd op platformparticipatie en te zien tijdens informatiebijeenkomsten 2 en 3 juli.

Tijdens de verkenning zijn de problemen in beeld gebracht en zijn oplossingsrichtingen onderzocht voor dit deel van de A50. De Voorkeursbeslissing is in samenwerking met lokale en regionale overheden tot stand gekomen. De bedrijven en bewoners uit de omgeving van de A50 zijn hierbij intensief betrokken. De Voorkeursbeslissing bevat een pakket aan maatregelen om de doorstroming en veiligheid te verbeteren. In de Voorkeursbeslissing staan alle maatregelen vermeld. 

Als gevolg van de invoering van de Omgevingswet is de Voorkeursbeslissing in de plaats gekomen van de Structuurvisie. De Ontwerp-Structuurvisie is nu dus definitief vastgelegd in de Voorkeursbeslissing.

Het project A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven kent een grote stikstofopgave. Dit betekent, nu de Voorkeursbeslissing is vastgesteld, dat het nog niet duidelijk is wanneer de volgende fase (planning- en studiefase) voor de A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven kan starten.

Dit is een artikel van Mirt Trajecten.

______________

Informatieavonden A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 26 oktober jl. het  Voorkeursalternatief vastgesteld. Het Voorkeursalternatief is de door de initiatiefnemers gekozen oplossingsrichting. Het Voorkeursalternatief gaat uit van een verbreding naar 2×3 rijstroken tussen de knooppunten Paalgraven en Ewijk. Van 2 november tot en met 13 december kan iedereen een zienswijze indienen op de Ontwerp- Structuurvisie A50 Ewijk- Bankhoef-Paalgraven. 

Het projectteam A50 organiseert daarom op 15 en 16 november twee informatieavonden om belangstellenden te informeren over het Voorkeursalternatief, de laatste stand van zaken en de Ontwerp- Structuurvisie. Ook kunt u op deze avonden een zienswijze indienen; een zienswijze is uw reactie op het besluit en daarin kunt u aangeven met welke punten u het wel of niet eens bent (en waarom).

Informatieavonden
Belangstellenden kunnen tussen 19.00 uur en 21.00 uur op elk gewenst moment binnenlopen :

Datum:
15 november 2023
19:00-21:00 uur

Locatie
:
VidiReo Ravenstein
Van Kesselplaats 2
5371 AX  Ravenstein

Datum: 
16 november 2023
19:00-21.00 uur

Locatie: 
Mijlpaal Hernen
Tunnelpad 3
6616 AM  Hernen

Het projectteam informeert u graag over de Ontwerp- Structuurvisie en over de mogelijkheden voor het indienen van een zienswijze. Ook kunt u ter plekke een zienswijze indienen, er zit een notulist voor u klaar. Tevens geven we informatie over de stand van zaken van het project, staan we klaar om te luisteren naar wat er leeft in de omgeving en om vragen te beantwoorden.

Indienen zienswijze
Het indienen van een zienswijze kan vanaf 2 november tot en met 13 augustus. Vanaf 2 november is hierover meer informatie te vinden op: www.platformparticipatie.nl/A50EBP De zienswijzen worden voorzien van een antwoord en vastgelegd in de Nota van Antwoord. De Nota van Antwoord beschrijft wat er met de zienswijzen is of wordt gedaan. De zienswijzen en antwoorden worden vervolgens meegegeven aan de minister, ter overweging bij de verdere besluitvorming. Op deze projectwebsite vindt u hierover later meer informatie.

MIRT-verkenning A50
De A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven staat al jarenlang in de nationale file-top 10. Ook gebeuren er veel ongelukken op dit traject. Het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant werken samen aan een oplossing voor het fileknelpunt op de A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven. In de verkenning is breed gekeken naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de problemen. Ook is verkend of er andere opgaven of wensen in het gebied zijn (bijvoorbeeld rond duurzaamheid of klimaat) die te koppelen zijn aan de oplossing. Hierbij is gebruik gemaakt  van kennis, ideeën en wensen van burgers, ondernemers, weggebruikers en andere belanghebbenden in de omgeving. Graag gaan we met u in gesprek over de gekozen oplossing.


Dit is een artikel van Mirt trajecten.

_____________

Harbers trekt €365 miljoen extra uit voor verbreding A50
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten om 365 miljoen euro extra beschikbaar te maken voor de verbreding van de A50 tussen de knooppunten Ewijk, Bankhoef en Paalgraven. Dat maakt de minister op maandag in een kamerbrief bekend. Het bedrag is bijna vijf keer zo hoog als de 75 miljoen euro die aanvankelijk voor het project werd gereserveerd. 

Het ministerie verwacht dat de weg in de komende jaren “ernstige capaciteitsproblemen” zal hebben als er niets aan de weg wordt gedaan, zegt Harbers in de kamerbrief. Daarom onderzochten het Rijk, de provincie Gelderland en de provincie Noord-Brabant in de afgelopen jaren samen welke werkzaamheden de doorstroming het beste kunnen verbeteren.

Inmiddels zijn de partijen het eens over een plan van aanpak, zegt de minister in de kamerbrief. Dit plan, de zogeheten ‘ontwerp-voorkeursbeslissing’, kost volgens Harbers naar verwachting 365 miljoen euro meer dan de 75 miljoen euro die in 2020 voor het project werd geraamd. De minister heeft besloten om het geld beschikbaar te maken, maakt hij in de kamerbrief bekend.

“De toename is zeer fors, maar gezien het belang van dit project, ook voor de Nederlandse economie, heb ik gezamenlijk met de regionale partners besloten toch het benodigde budget toe te voegen aan het projectbudget”, schrijft Harbers. Volgens de minister is de kostenstijging “door meerdere factoren beïnvloed”. De gekozen aanpassingen van de weg zouden “ingrijpender en complexer zijn dan in eerste instantie leek”.

Volledige verbreding en nieuwe kunstwerken
De aanpassingen vat de minister in de kamerbrief samen. Het plan is om de volledige A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven te laten verbreden met een extra rijstrook in beide richtingen. Aan de kant van het dorp Niftrik moet een nieuwe brug komen te staan met een rijstrook voor landbouwverkeer en een rijstrook voor fietsers.

Verder is het de bedoeling dat er meerdere kunstwerken worden vervangen, waaronder het viaduct over de spoorlijn Tilburg-Nijmegen. Ook beschrijft de minister de komst van een nieuwe rotonde, verbredingen van lokale wegdelen en de aanleg van extra parkeerplaatsen en verzorgingsplaatsen.

Startdatum onbekend
In de kamerbrief wordt niet vermeld wanneer het werk of de aanbesteding begint. Volgens de projectplanning op de website van Rijkswaterstaat duurt de uitwerking van het plan naar verwachting tot 2026. Volgens dezelfde planning begint de uitvoering in 2027, maar dat jaar trok Rijkswaterstaat afgelopen mei zelf nog in twijfel. Toen vertelde woordvoerder Bert Faber tegenover Infrasite dat er een vertraging van maximaal drie jaar werd verwacht als gevolg van stikstofproblemen.


Dit is een artikel van Infrasite.

Terugblik STL Webinar: Veiligheid & RI&E

Wil je méér veiligheid naar de werkvloer brengen? En tegelijkertijd kosten besparen?Ontdek in 45 minuten hoe je met een actuele RI&E de veiligheid in je bedrijf bevordert. Experts en collega’s uit de sector geven je praktische tips en voorbeelden die je meteen kunt toepassen. Bovendien beantwoorden ze tijdens het webinar al je vragen.

Sprekers:
• André Verbeek – Arbeidshygiënist (RAH) / Hogere Veiligheidskundige 
• Roger Moonen – Adviseur Preventie STL
• Rob Hermes – Personeelsmanager ITC Holland Transport
olv. Marco Hoekstra

Ga voor de terugblik van dit webinar naar de website van STL.

Gezocht: Hét Brabantse bedrijventerrein dat voorop wil lopen als Werklandschap van de Toekomst

Lange periodes van droogte, extreme hitte of juist wateroverlast. De meeste bedrijventerreinen zijn niet ingericht op de grote problemen die klimaatverandering met zich meebrengt. Om daar wat aan te doen, ondertekent Noord-Brabant nu als tweede provincie van Nederland de green deal met de stichting Werklandschappen van de Toekomst (WvdT).

Meer dan 500.000 Brabanders werken op bedrijventerreinen. Daarmee vormen ze een belangrijke motor voor de economie en de innovatiekracht van Brabant. Maar niet alle bedrijventerreinen zijn even goed bij de tijd. Om daar wat aan te doen, is WvdT in het leven geroepen. De stichting ontving Є 26 miljoen uit het Nationaal Groeifonds om bedrijventerreinen klaar te stomen voor de toekomst. Doel is om in de komende negen jaar maar liefst 1.000 terreinen aan te pakken.

“Op bedrijventerreinen komen bijna alle uitdagingen van deze tijd bij elkaar”, zegt gedeputeerde Stijn Smeulders. “Als het gaat om klimaatadaptatie, hitte- en wateroverlast. Maar ook over aantrekkelijk werkgeverschap, biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied.), de energietransitie en innovatiekracht. Het is in ieders belang om daar goede oplossingen voor te vinden, zeker ook voor de ondernemers zelf. Met de aanpak Grote Oogst spelen we daar met twaalf grote bedrijventerreinen al op in. Nu komt daar met Werklandschappen van de Toekomst een flinke schep bovenop.”

Als tweede in Nederland
Na Zuid-Holland is Noord-Brabant nu de tweede provincie die een green deal met WvdT sluit. Allereerst wordt nu gezocht naar een zogeheten living lab. Dat is een terrein dat een proeftuin wil zijn voor oplossingen voor de genoemde uitdagingen. Het living lab wordt een onderzoeks- en innovatielocatie waar onderzoekers, belanghebbenden van de bedrijventerreinen, gebruikers en andere stakeholders samen aan de slag gaan met het ontwerpen en testen van oplossingen. Vervolgens worden twee ambassadeursterreinen gezocht waar de bevindingen uit het living lab op grote schaal worden toegepast.
Voor de eerste fase van de deal is vanuit de provincie Є 1,4 miljoen beschikbaar. Afkomstig uit de programma’s ruimte en wonen, water en bodem, economie en energie. Er is nog eens Є 2,8 miljoen beschikbaar uit het Nationaal Groeifonds. Voorwaarde voor deelname aan het programma is dat bedrijventerreinen cq het bedrijfsleven voor Є 1,4 miljoen participeert.

Slimme oplossingen
“We hopen dat deze stap nog meer bedrijven en bedrijventerreinen aanmoedigt om na te denken over slimme oplossingen voor de toekomst en dat ze zich aanmelden om mee te doen”, zegt gedeputeerde Smeulders. “Zodat we aan het einde van het jaar van start kunnen gaan op een living lab dat zich dan met recht het meest innovatieve bedrijventerrein van heel Brabant mag noemen.”

Dit is een artikel van Provincie Noord-Brabant.

Databased Noordoost Brabant

Er is een groot tekort aan datatalenten, terwijl data-analyse steeds belangrijker wordt. De arbeidsmarkt regio Noordoost Brabant herkent dit en heeft daarom de hulp ingeroepen van Welder & Primatch HR Groep.

Waarom?
Digitalisering en robotisering leiden tot grote veranderingen in werk. Dat vraagt om andere competenties en vaardigheden bij medewerkers. De vraag naar steeds bredere digitale kennis en vaardigheden in alle beroepen en functies, op alle opleidingsniveaus, en de vraag naar vaktechnische specialisten botst steeds harder met de krapte op de arbeidsmarkt.
Bron: provincie Noord-Brabant

Voor opdrachtgever
Wij hebben een concrete opdracht maar hebben intern niet de kennis, capaciteit, tijd en energie om hier iets mee te doen. Toch willen wij voorloper zijn op het gebied van data & AI, maar we hebben moeite om deze nieuwe doelgroep te bereiken. Daarnaast hebben we moeite om op te boksen met het recruitment geweld van grotere organisaties en willen we begeleid worden in het opleiden van deze specialisten.

“We moeten meer doen met moderne technologieën zoals AI en data-analyse.”

Met het project Databased Noordoost Brabant worden young professionals en zij-instromers door middel van een traineeship binnen jouw organisaties in 6 maanden opgeleid tot een volwaardig Data & AI professional!

Voor talent
Wat houdt werken in? Wat past bij mij? Waar krijg ik energie van op de lange termijn? Hoe kan ik impact maken? Door wie word ik begeleid? Is het gras wel groener aan de overkant? Mogelijke vragen die jou, net zoals jouw generatiegenoten op de arbeidsmarkt, bezig houden. 

“Ik zoek een bedrijf wat bij mij past en waar ik begeleid word tot professional, waardoor ik mijzelf kan oriënteren en ontwikkelen wat ik echt leuk vind. Hierdoor kan ik als expert impact maken!  

Databased Noordoost Brabant speelt hierop in door een traineeship aan te bieden voor jou als young professional, in dit geval binnen het integrerende domein Data & AI. Met een traineeship van Databased word jij gekoppeld aan passende een opdrachtgever in Noordoost Brabant. Hierdoor kun jij als trainee: 
• Impact maken en jouw carrière een boost geven; Zowel als starter of als werkenden 
• Leren & ontwikkelen in een nieuwe en groeiende markt met gelijkgestemden; Door middel van een trainingsprogramma (zowel persoonlijk als in een groepsverband) word jij binnen 6 maanden opgeleid tot voorloper en specialist op het gebied van Data & AI 
• Persoonlijke coaching; Door middel van een assessment bepalen wij jouw drijfveren & competenties, koppelen wij jou aan de juiste opdracht(gever), besteden we hier aandacht aan in de onboarding en de persoonlijke gesprekken 
• Financieel beloond worden voor jouw werkzaamheden.

Dus wil jij inspelen op de toekomst en echt een verschil maken voor een opdrachtgever? En dat allemaal in jouw geliefde en vertrouwde omgeving; Noordoost Brabant! 

Werving
Primatch HR Groep maakt haar klanten sterker in het zelf werven van kandidaten, Employer Branding, Arbeidsmarktcommunicatie en is gespecialiseerd op het gebied van Recruitment Marketing. Hierdoor betaalt de klant vooraf een vast bedrag en beheert het haar eigen kandidaten, zonder uitzonderlijke hoge fees te moeten betalen. 

In dit proces zorgt Primatch HR Groep voor de werving van personeel via slimme, doelgroepgerichte campagnes.

& selectie
De kandidaten die laagdrempelig hun gegevens kunnen achterlaten, worden gecontacteerd door de projectmanager vanuit Primatch HR Groep: Willem. Na een telefonisch gesprek en een online meeting voert de kandidaat een assessment uit, om competenties en drijfveren in kaart te brengen. Op basis van de uitkomsten van het assessment, zal de trainee worden voorgesteld aan de meest passende opdrachtgever. Hierdoor wordt de opdrachtgever volledig ontzorgd in de werving & selectie, maar is er uiteraard nog de kans om kennis te maken.

Dit is een artikel van Databased, lees alle informatie op de website.

Veiligheid voor alles

Natuurlijk wil iedereen een veilig magazijn, maar jaarlijks vinden toch honderden ongevallen plaats. Er is dus ruimte voor verbetering. Met enkel slimme technieken red je het niet. Gedrag en discipline zijn minstens zo belangrijk. Niet alleen in het warehouse, ook als het gaat om cybergevaar te tackelen.

Lees er alles over in de Warehouse Totaal online special mei ’24.

Oudere werknemers langer inzetbaar met de seniorenregeling

De pensioengerechtigde leeftijd is gestegen en regelingen om eerder te stoppen met werken zien we niet veel meer. Medewerkers werken dus langer door. De vraag is echter of iedere werknemer dat wel wil en kan. De seniorenregeling biedt een oplossing om ouderen in je organisatie te helpen om met plezier en vitaliteit langer door te werken. In dit blog lees je over hoe je de seniorenregeling kunt inzetten om jouw werknemers vitaal hun AOW-leeftijd te laten bereiken.

Wat is de seniorenregeling?
De seniorenregeling wordt ook wel de generatieregeling genoemd. Deze regeling is in veel cao’s opgenomen en in te zetten bij verschillende beroepen. Belangrijkste doel van de seniorenregeling is ouderen/senioren (zestig jaar en ouder) minder te belasten. Zo kent deze regeling voor 60-plussers de optie om minder uren per week te gaan werken zonder dat deze aanpassing grote gevolgen heeft voor de financiële situatie en/of pensioenopbouw. Je kunt een werknemer overigens nooit verplichten om er gebruik van te maken.

80-90-100 regeling
Per cao kan de seniorenregeling verschillen. In de meeste cao’s is in ieder geval de 80-90-100 regeling een onderdeel. Wat betekent dit? Het betekent dat een 60-plusser, 80% kan gaan werken, daar 90% salaris voor ontvangt en toch 100% pensioen opbouwt. In sommige cao’s bestaan overigens ook andere varianten: 70-90-100, 60-80-100 of 80-90-90. Doordat een van je oudere werknemers minder gaat werken, ontstaat ruimte. Ruimte om een jongere medewerker aan te nemen voor een lager loon. Zo is de seniorenregeling te financieren. Wil een van jouw werknemers gebruik van een regeling maken? Informeer je werknemer dan altijd goed over de gevolgen. Zeker als de regeling niet een 100% pensioenopbouw kent.

Wat zijn de voordelen van de seniorenregeling voor werkgever en werknemer?
Voor zowel jou als je werknemer zijn een aantal voordelen te noemen:
• Kans op verzuim en/of uitval van oudere medewerkers wordt drastisch verminderd
• Medewerkers werken langer met plezier en blijven daardoor gemotiveerd
• Er ontstaat ruimte voor nieuwe (jongere) medewerkers
• Senioren kunnen hun kennis en ervaring blijven overdragen

De voordelen voor werknemers die gebruikmaken van de seniorenregeling:
• Ze kunnen minder uren gaan werken, zonder al te veel salaris in te leveren
• Geen gevolgen (in veel gevallen) voor de pensioenopbouw
• Vitaal en gezond doorwerken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd
• Meer hersteltijd en minder kans om uit te vallen
• Werk-privébalans verbeterd

Cao is leidend
Veel sectoren hebben een senioren- of generatieregeling opgenomen binnen het ouderenbeleid van de CAO. Lees jouw eigen cao er eens op na. Ook kan je in de cao lezen of er een specifiek budget beschikbaar is om de regeling mee te financieren. Let op! De seniorenregeling is niet in alle cao’s opgenomen. Als er geen CAO is die betrekking heeft op jouw organisatie kan je zelf afspraken maken met je werknemer.

Dit is een artikel van WSP.

Werkbezoek Demissionair Minister Harbers over rol digitalisering in logistiek

Demissionair Minister Harbers bracht op uitnodiging van het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) en Portbase half mei een werkbezoek aan de APM Terminals Maasvlakte II. Tijdens dit bezoek werd het belang en de status van veilige en betrouwbare data-uitwisseling in de logistiek benadrukt. Terwijl fysieke netwerken zoals wegen, waterwegen, spoorlijnen en pijplijnen de beweging van goederen ondersteunen, vormt de data-infrastructuur het kloppende hart van de informatievoorziening die deze bewegingen stuurt.

Werkbezoek over slimmer data uitwisselen in goederenvervoer
Na een introductie over de APM Terminals door CEO en COO Harold Kunst, bespraken vertegenwoordigers van Portbase, het Havenbedrijf Rotterdam en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de belemmeringen, risico’s en kansen van data-uitwisseling in het goederenvervoer.

Overheidsbetrokkenheid: Samenwerking met logistieke knooppunten en een integrale aanpak zijn essentieel voor succes, zoals blijkt uit de publiek-private samenwerking bij de implementatie van de ‘Vertrouwensketen‘;

‘Pijn’ is grootste drijfveer voor slimmere data-uitwisseling: Partijen in de logistieke keten delen vaak pas hun data als er pijn gevoeld wordt en er noodzaak tot verandering is. Datadeelbereidheid neemt af als er geen directe voordelen aan verbonden zijn. De kansen die digitalisering biedt zijn vaak nog onbenut;

Techniek is de kleinste hobbel: Hoewel de technologie al beschikbaar is om data-uitwisseling te optimaliseren, is het cruciaal om afspraken te maken over hoe je die data uitwisselt tussen partijen.

Afsluitend gaf Mara Vroon, Head of Commerce, een inspirerende tour op de APM Terminals Maasvlakte II met de nieuwste technologieën voor containeroverslag en vertelde hoe data-uitwisseling ondersteunend was in het optimaliseren van de doorstroom van goederen.

Mara Vroon: “APM Terminals ziet digitalisering en naadloze data-uitwisseling als sleutel om de logistieke operatie te optimaliseren, de groeiverwachtingen te behalen en tegen 2040 zero-emissie waar te maken.”

Nederland als ‘Gateway to Europe’
Nederland kan zowel binnen Nederland als daarbuiten profiteren van een goede doorstroom van goederen als ‘Gateway to Europe’ door de kansen van digitalisering te benutten en door slimmer om te gaan met data. Dit leidt tot efficiënter goederenvervoer, kostenbesparingen, verbeterde transparantie en een verminderde milieu-impact. Tijdens het werkbezoek presenteerde Jaap Stoppels, programmamanager DIL, de tot nu toe behaalde resultaten van het programma aan de minister middels een modelcontainer met een QR-code.

Programmamanager Jaap Stoppels: “Voor de toekomst van logistiek is de data-infrastructuur net zo belangrijk als de fysieke infrastructuur. Dit werkbezoek benadrukte het belang van het programma en de noodzaak om meer bewustzijn te creëren voor deze systeeminnovatie.

Digitale Infrastructuur Logistiek en Basis Data Infrastructuur
Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) werkt aan het slimmer uitwisselen van data tussen bedrijven en overheden in het goederenvervoer. Hiervoor worden afspraken gemaakt die samen de Basis Data Infrastructuur (BDI) vormen. BDI is een afsprakenstelsel voor het gecontroleerd delen van data. Het bestaat uit bouwblokken en componenten die door samenwerkende organisaties kunnen worden ingezet om efficiënter en veiliger data uit te wisselen.

Het programma DIL is een initiatief uit de ‘Digitale Transport Strategie’ van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt gefinancierd door het Nationaal Groeifonds en het bedrijfsleven.

Portbase belangrijke partner in programma DIL
Portbase werkt in het programma DIL aan verschillende Living Labs die in de praktijk aansluiten op de context van het Port Community System, zoals het Container Dossier voor het breed delen van containerdata, het beschikbaar maken van betrouwbare informatie over het aankomstmoment van lading en het Container Transport System. Dit laatstgenoemde Living Lab heeft als doel om een havenbrede administratieve schil te creëren waardoor zowel de handelsfacilitering als het toezicht wordt verbeterd.

Dit is een artikel van DIL.

Voorbij de zero emissie – de stadslogistiek in 2035: Niets doen is geen optie

Uit onderzoek van TNO blijkt dat het aantal stadslogistieke kilometers tot 2035 zal toenemen met 19%, terwijl de reductieopgave 20% is. De ruimte in de stad wordt daarnaast schaarser en we streven met zijn allen naar een duurzame, leefbare en verkeersveilige stad. Dit alles vraagt om een nieuwe Outlook Stadslogistiek waarin de Topsector Logistiek de zgn. zero impact stadslogistiek introduceert: het verminderen van overlast en het verbeteren van verkeersveiligheid.

Deze nieuwe Outlook Stadslogistiek is een vervolg op de Outlook City Logistics en segment-specifieke Outlooks die Topsector Logistiek in de periode 2017-2020 heeft opgesteld. Deze nieuwe Outlook kijkt niet enkel naar de reductie van CO2-uitstoot, maar heeft een breder perspectief. Zo wordt er ook naar gebruik van ruimte in de steden en de diversiteit tussen wijken binnen steden gekeken rond zichtjaar 2035. In de Outlook is gekeken naar de stadslogistieke uitdagingen in vijf verschillende typen wijken. Elk van die wijken kent een eigen karakteristiek bevoorradingsprofiel en heeft specifieke stadslogistieke uitdagingen. Daarom hoort bij elk van die wijken een andere aanpak voor de belangrijkste stadslogistieke segmenten in die wijken.

Gemeenten spelen een sleutelrol bij het mogelijk maken van het slimmer organiseren van stadslogistiek met onder meer de inrichting van de wijk, regulering en het gesprek met ondernemers en bewoners. De overheid heeft meerdere sturingsinstrumenten bij de inrichting van de stad. Er is echter nog beperkt inzicht in welke sturingsinstrumenten werken voor welke specifieke logistiek-gerelateerde uitdagingen in welke wijken. Tot op heden hebben gemeenten met name ingezet op het verminderen van stadslogistieke overlast en was het eigenlijk nooit nodig om integraal beleid te maken waarin stadslogistiek volwaardig en met zero impact werd meegenomen.

TNO heeft in opdracht van de Topsector Logistiek in deze Outlook een aanzet gegeven waarmee gemeenten samen met hun bewoners en ondernemers aan de slag kunnen om zero impact stadslogistiek te bereiken. De Outlook geeft inzicht in hoe de stadslogistiek zich kan ontwikkelen richting 2035, maar vooral ook in de mogelijkheden die er zijn om die ontwikkelingen richting de toekomst beter vorm te geven. Het biedt een raamwerk om samen, per gebied en per segment, de stadslogistiek integraal aan te pakken. Niets doen is geen optie. Dan blijft de stadslogistiek alleen maar verder groeien en meer ruimte innemen.

Dit is een artikel van Topsector Logistiek, de samenvatting en achtergrondrapportage van de Outlook Stadslogistiek zijn daar te bekijken en te downloaden.

Transporteurs elektrificeren tegen de stroomschaarste in

“De krapte dwingt je om vindingrijk te zijn”, zegt projectmanager energie Erik-Jan Termaten van Sligro Food Group. Die horecagroothandel is een van de bedrijven die volop bezig is met het elektrificeren van zijn transportactiviteiten, ondanks de schaarste aan stroom vanuit het net. Door zelf stroom op te wekken, slim om te gaan met de beschikbare laadcapaciteit en te investeren in batterijen, proberen de koplopers in de sector de netcongestie het hoofd te bieden.

“Er moet een versnelling komen in de komende jaren. In 2030 mag je de zero-emissiezones in de steden alleen met zero-emissie vrachtwagens in”, zegt beleidsadviseur duurzaamheid Rob Aarse van TLN. “Daarvoor zijn dan minstens 15.000 van die trucks nodig. Dat is zeker vijftien keer het huidige aantal.”

Een pittige uitdaging, die wordt bemoeilijkt door het overvolle Nederlandse elektriciteitsnet. Aarse: “Vooral transportbedrijven die hun werk in die zero-emissie zones hebben, lopen al snel tegen capaciteitsproblemen aan. Zij moeten de komende jaren overstappen naar elektrische trucks terwijl de vereiste aansluiting nog jaren kan duren.”

Naar verwachting zijn de grootste problemen met het elektriciteitsnet rond 2030 achter de rug. “Netbeheerders werken er momenteel keihard aan om het net uit te breiden en aan te passen op de toekomstige vraag. Maar dat kost tijd. De komende vijf jaar wordt het daarom moeilijk voor transportondernemers om de vereiste stappen te zetten bij de elektrificatie van hun wagenpark.”

Tijdelijke oplossingen
Elektrificeren wordt dus moeilijk in de komende jaren, aldus Aarse, maar niet onmogelijk. “Nee, dat niet en daar is samenwerking en goed ondernemerschap voor nodig. Er zijn tijdens de verbouwing van het Nederlandse elektriciteitsnet verschillende tijdelijke oplossingen mogelijk. Bijvoorbeeld door te laden bij klanten of collega-transporteurs, of door een stroomvoorziening te delen met je buren. Je kunt ook kiezen voor batterijopslag, zodat je de netaansluiting optimaal kunt gebruiken en voertuigen oplaadt vanuit de batterij. Zeker in combinatie met zonnepanelen, of zelfs een windturbine, biedt dat mogelijkheden om los van de netaansluiting stappen te zetten.”

Boerenwijsheid
Een van de transportbedrijven die een aantal oplossingen al (gecombineerd) in de praktijk brengt, is Jan Bakker in het Gelderse Hattemerbroek. Ondernemerschap met boerenwijsheid, noemt het bedrijf dat zelf. Vorig jaar liet die onderneming een plein met 20 laadpunten voor elektrische trucks aanleggen op haar terrein.

Onderdeel van dat project is een batterijopslagsysteem van 6 MWh. “Dat is gekoppeld aan ons zonnedak, dat twee voetbalvelden groot is en een piekvermogen heeft van 1,8 mWp”, vertelt manager agrarische zaken en verduurzaming Johan Braad. “Zonder die elementen was een laadplein hier nu niet mogelijk. We hebben een netaansluiting met een gecontracteerd vermogen van slechts 64 kW. Tot 2032 zit het net in onze regio op slot. Met de CO2-reductieopgave die er voor de sector ligt en de toenemende vraag vanuit de markt naar zero-emissietransport kunnen en willen we daar niet op wachten. Samen met HMB Solar Nederland hebben we daarom deze oplossing ontwikkeld, waarmee we onafhankelijk van het net kunnen beschikken over een laadvermogen van 3.000 kW.”

Verantwoorde investering
Het laadplein van Jan Bakker is geleidelijk in gebruik genomen en nu voor 98% operationeel, meldt Johan Braad. “De laatste 2% bestaat uit het finetunen van de software die we voor het laadproces gebruiken. Rond de zomer verwacht ik dat het volledig operationeel is. We hebben er vier snelladers met een maximaal laadvermogen van 300 kW geïnstalleerd en zestien laadpunten met een maximale gedeelde laadsnelheid van 150 kW.”

Elders op het terrein staan ook nog drie eerder geplaatste zogenoemde langzame ‘druppelladers’. “Hiermee kunnen we voorlopig vooruit. Ook als we onze elektrische vloot uitbreiden.” Het bedrijf heeft nu achttien elektrische trucks, vijftien trekkers en drie bakwagens. Daarmee is ruim een kwart van het infra-wagenpark geëlektrificeerd.

“Met het investeren in het plein, de batterij en elektrische vrachtwagens is veel geld gemoeid. Maar omdat onze opdrachtgevers onder meer bereid zijn een hogere prijs te betalen voor zero-emissietransport, we gebruikmaken van subsidies en veel minder vaak duur langs de weg hoeven op te laden, zien we dit als een verantwoorde investering in de toekomst.”

Voortzetten familiebedrijf
Het toekomstbestendig maken van het bedrijf is ook voor Oegema Transport in Dedemsvaart een belangrijke reden om nu te investeren in elektrificatie. Oegema is een familiebedrijf dat geleid wordt door de vierde generatie. De algemeen directeur is Sibbele Oegema. Zijn drie zonen, Sytse, Ynze en Rinke, hebben allemaal de ambitie om de onderneming als zelfstandig bedrijf voort te zetten.

“Sytse en Ynze werken hier al en zijn heel actief met de verdere verduurzaming van Oegema bezig. Dat proces is ruim tien jaar geleden in gang gezet. In 2015 is het eerste zonnedak op een van de gebouwen geplaatst. Daarmee begon onze samenwerking met zonne-energiebedrijf Zonnegilde.”

Inmiddels heeft het bedrijf vier zonnedaken in Dedemsvaart. Het vierde is in september in gebruik genomen. “De installatie van die panelen is gekoppeld aan de aanleg van ons eigen laadplein, dat sinds een jaar operationeel is. Dat plein bestaat uit zes oplaadpunten waarmee trucks met een variabele snelheid, tot 360 kW, geladen kunnen worden. De plaatsing van een batterij met een capaciteit van ruim 3,2 MWh vorig jaar november is het derde onderdeel van dat project, dat we samen met Zonnegilde hebben opgezet.”

Slim samenwerken
Netcongestie was niet reden voor Oegema Transport om voor een laadconstructie met zonnepanelen en een batterij te kiezen. Jacobs: “We hebben de aansluiting op tijd kunnen verzwaren, maar willen bij het verder uitbouwen van onze elektrische ambities niet afhankelijk zijn van de ruimte op het net. We hebben nu elf elektrische vrachtwagens en eind juni zijn dat er veertien. Dat aantal willen we de komende jaren sterk uitbreiden. Dit laadplein, waarbij zonnepanelen, batterij en laadpalen slim met elkaar samenwerken, biedt de mogelijkheid om op te schalen naar een capaciteit van tussen de 25 en 35 trucks, en helpt ons de kennis op te doen, die we goed kunnen gebruiken bij de verdere elektrificatie van onze activiteiten.”

Met het opschalen van een laadplein voor elektrische vrachtwagens is Sligro Food Group momenteel al druk bezig. “Het vorig jaar aangelegde laadplein bij onze bezorgservice in Amsterdam breiden we uit met achttien laadpalen”, zegt manager transport Yvonne Poels. “We verwachten daar medio juni mee klaar te zijn.” De bezorgservice van de horecagroothandel beschikt dan over een plein met 36 laadpalen. Volgens Sligro is het daarmee het grootste laadplein voor elektrische trucks in Nederland.

Smart charging
Die 36 laadpalen zijn nodig om de 51 elektrische vrachtwagens op te laden waarmee Sligro zijn klanten in de Amsterdamse zero-emissie zone wil bevoorraden. Vanwege het overvolle stroomnet in de hoofdstad koos de groothandel eveneens voor een oplossing met zonne-energie en mogelijk batterijopslag. “Op die manier creëren we een dynamisch laadplein waarop we met verschillende snelheden, variërend van 60 tot 180 kW, kunnen laden”, aldus projectmanager energie Erik-Jan Termaten.

“Met een energiemanagementsysteem kunnen we de capaciteit zo efficiënt mogelijk benutten. Met dat systeem zien we hoe vol de accu’s van de trucks zijn en hoeveel stroom zij de volgende dag nodig hebben voor hun routes. Smart charging heet dat. Eind dit jaar zijn alle bestelde elektrische trucks geleverd en gaan we kijken of het nodig is om batterij-opslag toe te voegen.”

Innovatie laadaansluiting
Het opzetten van het laadplein van Sligro had ook nog een innovatie bij elektrische trucks tot gevolg. Yvonne Poels: “De laadaansluiting van elektrische vrachtwagens zat altijd aan de voorkant. Vanwege de beperkte ruimte die wij op het terrein in Amsterdam hebben, betekent dit dat trucks achteruit de laadplek moeten verlaten. Op piekmomenten heb je dan veel achteruitrijdende voertuigen met alle veiligheidsrisico’s van dien. Op ons verzoek heeft Mercedes-Benz daarom een aansluiting aan de achterkant ontwikkeld. Renault heeft dat voorbeeld gevolgd. Van ons elektrisch wagenpark in Amsterdam heeft straks bijna de helft een aansluiting achter. Voor het niet verder kunnen elektrificeren in Amsterdam is helaas nog geen oplossing. Met batterijopslag kan een en ander ondervangen worden, maar om alle zero-emissie zones in Noord-Holland te kunnen bevoorraden met zero-emissie voertuigen, zal toch meer moeten gebeuren.”

Nationale Agenda Laadinfrastructuur
In de werkgroep logistiek van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) wordt daar volgens Rob Aarse aan gewerkt. “Samen met ministeries, netbeheerders en andere belanghebbenden werkt TLN aan de ontwikkeling van een landelijk basisnetwerk voor het opladen van (zwaardere) elektrische vrachtwagens. Zodat transporteurs, in afwachting van een zwaardere aansluiting, in de komende jaren toch elektrische vrachtauto’s kunnen aanschaffen en opladen.”

Lees ook: Groepscontract interessante oplossing voor netcongestie


Dit is een artikel van Transport & Logistiek.

Grootschalig onderzoek naar duurzame logistiek in Brabant van start

Logistics Community Brabant en Midpoint Brabant zijn gestart met grootschalig onderzoek naar duurzame logistiek in Brabant. De resultaten moeten bijdragen aan een lagere emissie, circulaire ketens en een schonere woon- en werkomgeving in Noord-Brabant. Vanuit de Regio Deal Midden-Brabant, de provincie Noord-Brabant en het klimaatfonds van de gemeente Tilburg is hiervoor subsidie beschikbaar gesteld. 

Dagelijks worden in steden, bedrijventerreinen en dorpen goederen afgeleverd en bezorgd. Van bevoorrading van winkels in de binnenstad tot aan halffabricaten voor de hightechindustrie en van medicijnen bij particulieren tot aan grondstoffen voor de voedingsindustrie. Logistieke dienstverleners zorgen voor belevering van deze producten en goederen aan bedrijven en bewoners. Daarmee is logistiek een essentiële functie, gericht op het sluiten van productketens. 

Door de toename van transportvolumes heeft het goederenvervoer een negatieve impact op onder andere bereikbaarheid en milieu. Dit moet anders georganiseerd worden voor een toekomstbestendige brede welvaart. Producenten en leveranciers die transport inhuren geven echter te weinig prioriteit aan circulaire economie: de lineaire aanpak is goedkoper en makkelijker.  Naast het inzetten van duurzame voertuigen moet ook de benutting van de voertuigen omhoog (minder leeg rijden) om het positieve effect op veiligheid (minder voertuigen), leefbaarheid en klimaat (minder emissies en fijnstof) te vergroten.

Het doel van het onderzoeksproject ‘Circulaire Stromen – Next Level Logistics’ is om goederenstromen te bundelen en onnodige transportbewegingen te reduceren door ICT- en datatechnieken, circulaire en lineaire materiaalstromen én ondersteuning op de werkvloer met elkaar te combineren. Dusdanig dat dit leidt tot minder emissies en significant bijdraagt aan een betere en schonere woon- en werkomgeving.

Deelonderzoek in vier clusters
Om de doelen te bereiken, wordt in vier clusters deelonderzoek gedaan:  
Multimodaal 
Containerterminals BTT uit Tilburg en OCT uit Oosterhout willen een volgende stap zetten in verduurzaming van het eerste en laatste gedeelte van de supply chain; de zogenaamde empty milage. Door het inzetten van nieuwe tools op de huidige software wordt gezocht naar de meest optimale combinatiemogelijkheden voor het op- en afzetten van containers na lading en/of lossing. 

Benelux-distributie 
Dertien transportbedrijven gaan met Netwerk Benelux onderzoek doen naar de optimale beladingsgraad. Het doel is om gezamenlijk transport zo efficiënt en duurzaam mogelijk te laten verlopen door middel van een dynamische planning. TU Eindhoven biedt hierbij ondersteuning met een real-time simulatietool waarbij capaciteitsbeheerfunctionaliteiten beter geïntegreerd worden en andere tools – zoals planningssoftware, chauffeursapplicaties en Transportation Management Systems (TMS) – beter benut worden. 

Korte keten (regio- en stadsdistributie)
De Korte Keten samenwerking – een initiatief van zeven logistiek- en voedingsbedrijven in Midden-Brabant – is gericht op het efficiënt en duurzaam verspreiden van lokale versproducten. Het initiatief zit nog in de vroege opstartfase; op transportgebied is nog weinig gezamenlijk georganiseerd. Een kans dus om de keten vanaf de start stapsgewijs op te bouwen. Breda University of Applied Sciences zal in deze clustercase de kernsystemen en digitaliseringsniveaus van de verschillende korte keten bedrijven naar eenzelfde range brengen en werken aan slimme automatisering en transportplanning van de gezamenlijke/gecombineerde voertuigen. 

Circulair ambachtsnetwerk
Dit cluster beoogt met een netwerk van circulaire ambachtscentra (milieustraat, kringloopwinkel en opwaardeerders) om circulaire materialen op te waarderen, banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te creëren, vaardigheden te ontwikkelen, sociale integratie te bevorderen en kansen voor ondernemerschap en innovatie te vergroten. Midpoint Brabant, RUV en BAT ondersteunen hierbij door te identificeren welke sectoren, industrieën en materiaalstromen potentieel kunnen bijdragen aan de circulaire keten. Daarna wordt een circulair ambachtnetwerk met circulaire ambachtscentra, opwaardeerders en op- en overslagstations in Midden-Brabant opgezet. 

Partners
Het project Circulaire Stromen – Next Level Logistics wordt uitgevoerd door Logistics Community Brabant en Midpoint Brabant. Daarbij worden zij ondersteund door TU Eindhoven, Breda University of Applied Sciences en TNO. De deelnemende bedrijven zijn: OCT, BTT Multimodal Container Solutions, Coöperatief Netwerk Benelux, De Rooy Transport, CTS Group, Rabelink Logistics, De Smaak van hier, De Wal Hoeve, Coöperatie Brabants Streekgoed, Local Food, eZE Delivery en The Food Directors.

Het project is gestart in februari 2024 en loopt door tot 31 december 2027. Het projectbudget is €4.500.000. Daarvan is € 2.500.000 beschikbaar gesteld via subsidies en wordt €2.000.000 in uren geleverd door de deelnemende partners en bedrijven.

Dit is een artikel van LCB.

Welke waterstof trucks zijn nu al verkrijgbaar?

Op 15 juli 2024 wordt de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) opengesteld die het kip-ei verhaal van tankstations en vrachtwagens wil doorbreken. Elke aanvraag moet bestaan uit één tankstation én genoeg vrachtwagens en (bestel)bussen om het tankstation levensvatbaar te maken. Maar zijn er al wel waterstof bedrijfsvoertuigen beschikbaar?

Hieronder vind je een overzicht van waterstof trucks die nu (mei 2024) te koop zijn en – volgens opgave van de leveranciers – binnen 12 maanden kunnen geleverd worden. Heb je interesse in vrachtverkeer op waterstof? Maak nu gebruik van de tijd om je alvast te oriënteren in het aanbod.

1. MAN hTGX


MAN is de eerste fabrikant die een truck met een waterstof verbrandingsmotor introduceert. De truck heeft een klassieke verbrandingsmotor waar in plaats van diesel, waterstof wordt ingespoten. De uitstoot is vrijwel nihil waardoor deze truck aan de geplande ‘zero emission’ regelgeving voldoet. De truck heeft 4 tanks achter de cabine voor in totaal 56 kg waterstof, goed voor een range van 600 kilometer. In 2025 gaat MAN 200 van deze trucks uitleveren.
• Vermogen: 383 kW (verbrandingsmotor)
• Batterij: nvt
• Tankinhoud: 56 kg (700 bar)
• Actieradius: 600 km
• Uitvoering: trekker 6×2-4 en 6×4
• Meer informatie: https://man-nederland.nl/man-truck/truck-modellen/man-waterstoftruck

2. Quantron QHM FCEV AERO


Quantron AG uit Augsburg (DE) heeft ruim 140 jaar ervaring met bedrijfsvoertuigen. Zij zijn een zogenaamde ‘OEM light’, wat betekent dat zij kant-en-klare truckchassis kopen bij MAN en deze voorzien van een elektromotor en brandstofcel voor waterstof aandrijving. De waterstof tanks zijn gemonteerd op de plaats waar normaal de dieseltanks hangen. Een speciaal spoilerpakket voor de cabine zorgt voor 10% extra actieradius.
• Vermogen: continu 420 kW / piek 550 kW
• Batterij: 124 kW
• Tankinhoud: 54 kg (700 bar)
• Actieradius: 700 km
• Uitvoering: trekker en bakwagen, 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://www.quantron.net/

3. Hyundai Xcient


In het personenauto segment heeft Hyundai al jarenlange ervaring met waterstof aandrijving. Met deze kennis heeft Hyundai nu de Xcient gebouwd, een waterstof aangedreven truck die verkrijgbaar is als 4×2 en 6×2 bakwagen. Deze truck wordt al veel ingezet in Azië en ook in Zwitserland rijden er inmiddels enkele tientallen rond. Deze vrachtwagen wordt in Nederland geïmporteerd door Hyundai dealer Groenewold & Dijkhuizen uit Delfzeil.
• Vermogen: 350 kW
• Batterij: 72 kWh
• Tankinhoud: 31 kg (350 bar)
• Actieradius: 400 km
• Uitvoering: bakwagen 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://ecv.hyundai.com/global/en/products/xcient-fuel-cell-truck-fcev

4. Holthausen


Holthausen Clean Technology uit Hoogezand bouwt waterstof trucks op Nederlandse bodem op basis van DAF chassis. De waterstoftanks bevinden zich opeengestapeld achter de cabine. Er zijn uitvoeringen met verschillende cabines en 6×2 of 4×2 aandrijving mogelijk. De techniek heeft zich al in de praktijk bewezen: één van de Holthausen waterstof trucks heeft inmiddels meer dan 1 miljoen kilometer afgelegd.
• Vermogen: 250 kW
• Batterij: 140 kWh
• Tankinhoud: 25 kg (350 bar)
• Actieradius: 300 km
• Uitvoering: trekker en bakwagen, 4×2 en 6×2
• Meer informatie: https://www.cleantechnology.nl/

5. Enginius Bluepower


Enginius GmbH is onderdeel van de Duitse Faun groep. Zij bouwen brandstofcel waterstof voertuigen op basis van het Mercedes-Benz Econic chassis. De truck heeft een lage instapcabine en is bestemd voor stadsdistributie en regionaal transport. De waterstoftanks zijn weggewerkt naast het chassis, waardoor er geen laadruimte verloren gaat.
• Vermogen: 240 kW
• Batterij: 85 kWh
• Tankinhoud: 16,4 kg (700 bar)
• Actieradius: 250 km
• Uitvoering: bakwagen 4×2 en 6×2-4
• Meer informatie: https://www.enginius.de/

Voorsorteren
Zoals je ziet, zijn er al verschillende waterstof trucks beschikbaar. Over enkele jaren komen daar ook de grote bekende OEM’s nog bij. Vrijwel elk truckmerk is druk aan het testen met brandstofcel technologie of met een verbrandingsmotor op waterstof (en in sommige gevallen allebei!).

Wil je daar echter niet op wachten en nu al voorsorteren op vrachtwagens op waterstof? Dan loont het beslist de moeite om bovenstaande trucks nader te bekijken.

Waar kan je met deze trucks tanken?


In Nederland zijn er nu 16 waterstof tankstations operationeel, waarvan de meeste geschikt zijn voor trucks. Waaronder natuurlijk onze Greenpoint stations in Nieuwegein, Dordrecht en Oude-Tonge.

Daarnaast werken wij druk aan nieuwe stations in Veghel, Haps, Asten, Sliedrecht, Zeewolde en Ede. Heb je interesse in één van deze nieuwe locaties? Stuur ons dan een bericht en dan praten we je graag bij!


Dit is een artikel van Van Kessel.

De zero-emissiezones komen eraan

Om de leefbaarheid en het winkel- en verblijfsklimaat in de stad te verbeteren en de overlast te beperken stellen 29 gemeenten een gebied in zonder uitstoot van schadelijke stoffen. Zo’n gebied noemen we een zero-emissiezone (afgekort: ZE-zone). Dit betekent dat bestel- en vrachtauto’s in de ZE-zone vanaf 1 januari 2025 uitstootvrij moeten zijn. Voor een aantal voertuigcategorieën is er tot 2030 een overgangsregeling, geldt er voor sommige voertuigcategorieën een vrijstelling en komen er ontheffingen

Op deze site lees je waar de zones komen, vanaf wanneer ze ingaan, voor wie ze gelden en hoe ondernemers zich het beste kunnen voorbereiden op de komst van de ZE-zones.

Dit is een artikel van Op weg naar ZES.

Misvattingen en kennisgebrek belemmeren transitie duurzaam vervoer

De totale verschuiving naar duurzame mobiliteit vordert te langzaam door hardnekkige misvattingen en een gebrek aan kennis staan. Dat blijkt uit het eerste Trendrapport Duurzame Mobiliteit van Nationale-Nederlanden. Zo heeft meer dan driekwart van de zzp’ers nog steeds een voertuig dat rijdt op fossiele brandstoffen.
 

Ondernemers stappen over op elektrisch om regelgeving of imago
Als deze laatstgenoemde groep overstapt speelt het milieu voor de helft van de autobezitters een sleutelrol. Voor het mkb en grootzakelijke organisaties zijn, naast milieuoverwegingen, toekomstige wet- en regelgeving (respectievelijk 48 procent en 52 procent) en het verbeteren van het bedrijfsimago (47 procent en 49 procent) belangrijke beweegredenen om het vervoer te verduurzamen.

Vooroordelen vertragen transitie
Uit het Trendrapport blijkt dat minder dan de helft van de particulieren en zzp’ers op de hoogte is van toekomstige wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Onder meer misvattingen over de totale kosten van elektrische auto’s weerhouden velen ervan om de overstap te maken; bijna driekwart van de respondenten gelooft ten onrechte dat verzekering en maandelijks onderhoud duurder zijn dan bij auto’s op fossiele brandstoffen.

Naast de bovenstaande conclusies blijkt ook dat vooral jongeren elektrisch rijden wel zien zitten, met name vanwege het milieu. Daarnaast geeft 87 procent van de werkgevers in het mkb aan werknemers te stimuleren om duurzaam te reizen. Maar de werknemers zelf zitten er niet op te wachten. Driekwart geeft aan dat ze niet door de werkgever gestimuleerd willen worden duurzaam te reizen. Zowel particulieren als ondernemers wijzen naar de overheid als hoofdverantwoordelijke om het gebruik van duurzame vervoersmiddelen te stimuleren.

 
Dit is een artikel van evofenedex.

Samen maken we onze logistiek veiliger met de Vertrouwensketen 

Via de ‘Vertrouwensketen’ maken bedrijfsleven en overheidsinstanties samen de havenlogistiek digitaal weerbaarder.  Door slimmer om te gaan met informatie zijn importcontainers veiliger en betrouwbaarder op te halen. Pincodes in de logistieke keten verdwijnen en er wordt een gesloten vrijstellings- en ophaalproces met enkel geautoriseerde partijen gecreëerd die elkaar digitaal veilig het recht voor het ophalen van een container doorgeven.
 
Alleen een via de Vertrouwensketen geautoriseerde vervoerder kan nog bij de terminal terecht. De Vertrouwensketen maakt als Living Lab deel uit van het programma Digitale Infrastructuur Logistiek. In deze projectomgeving worden principes over het delen van data (Basis Data Infrastructuur) getoetst, verder ontwikkeld en zo mogelijk geïmplementeerd. Vanaf 31 maart lopen in Rotterdam alle importcontainers vanuit Latijns-Amerika via de Vertrouwensketen. Een grote stap voorwaarts en een prachtig voorbeeld van publiek/private samenwerking. 


Dit is een artikel van Topsector Logistiek.

Het duurzaamheidssucces van Van den Bosch

Een Pionier in ISO14083 Verificatie
Woensdag 27 maart brachten een delegatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), georganiseerd door Topsector Logistiek, een bezoek aan Van den Bosch in Erp. Dit bezoek leverde inspirerende inzichten in de toepassing van ISO14083, een norm die zich richt op het meten en toewijzen van CO2-uitstoot in transport en logistiek. Van den Bosch bood een diepgaande blik op de inspanningen, successen, uitdagingen en ervaringen op het gebied van duurzaamheid en supply chain management en de weg naar ISO14083 verificatie.

Van den Bosch staat bekend als de Supply Changer in bulk en is een specialist in bulktransport, voor droge en vloeibare bulkstoffen in Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Het bedrijf heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1964, toen Ad van den Bosch zijn onderneming in Erp met één truck startte. Vandaag de dag heeft het bedrijf meer dan 730 medewerkers en heeft het zich gecommitteerd aan het verminderen van zijn CO2-uitstoot.

Een van de kernaspecten van hun duurzaamheidsinitiatieven is het actief opzoeken en inzetten van intermodale oplossingen. Door 90% van hun transport via intermodale routes te laten verlopen, vermindert Van den Bosch de impact van hun activiteiten op het milieu aanzienlijk. Dit omvat onder andere het verkennen van alternatieve transportmodaliteiten zoals over water, waarbij koeling wordt gebruikt om de houdbaarheid van producten te verlengen en de kwaliteit te behouden.

Een cruciaal onderdeel van hun duurzaamheidsaanpak is het verzamelen en delen van data met klanten. Door klanten inzicht te geven in factoren zoals locatie, kwaliteit en temperatuur van ladingen, streeft Van den Bosch ernaar om transparantie te bieden en samen te werken aan duurzame oplossingen. Dit omvat ook het gebruik van verschillende coderingssystemen op containers om de scheiding van verschillende soorten ladingen te garanderen, zoals voedsel versus chemische producten.

Het proces van CO2-uitstootberekening bij Van den Bosch is grondig en omvat het nauwkeurig bepalen van de uitstoot per transportmodaliteit en per type container. Dit stelt het bedrijf in staat om gerichte maatregelen te nemen om de uitstoot te verminderen, zoals het optimaliseren van vrachtwagenbeladingen en het actief zoeken naar mogelijkheden om lege ritten te minimaliseren.

De prestatie van Van den Bosch om als eerste ISO14083 geverifieerd te zijn voor hun methode van meten en toewijzen van CO2 uitstoot is indrukwekkend. Hiervoor nam zij deel aan een pilotgroep, in 2022 geïnitieerd door Topsector Logistiek.  Door als eerste deze verificatie te behalen, heeft het bedrijf bewezen voorop te lopen in het voldoen aan strenge duurzaamheidsnormen. Dit succes werd mogelijk gemaakt door nauwgezette berekeningen van CO2-uitstoot, waarbij elke transportmodaliteit en type container grondig werden geanalyseerd. Maar ook door mensen de tijd en ruimte te geven om er echt in te duiken en alles te onderzoeken en uit te zoeken.

Dat is ook het advies aan andere bedrijven, begin! Doe onderzoek, stel vragen en kijk bij anderen. Wie nu begint, kan vooruit werken, testen en nog fouten maken. Start dus op tijd, neem kleine stapjes en je ziet al snel de waarde van wat je doet.

Voor Van den Bosch is ISO14083, naast validatie van hun duurzaamheidsinspanningen, ook een manier om hun klanten te ondersteunen bij het nakomen van de eigen duurzaamheidsdoelstellingen. Want Van den Bosch streeft ernaar om ook anderen te helpen op hun duurzaamheidsreis, onder andere met de inrichting van een Academy. Daar worden eigen  medewerkers getraind op mogelijkheden het vervoer duurzamer te maken en medewerkers van bijvoorbeeld partners of klanten. Denk daarbij aan defensief rijden, goed bandenmanagement, het juist uitvoeren van alle procedures rond tanktransport maar ook een efficiënte manier van plannen, etc.

Het werkbezoek benadrukte ook de bredere context van duurzaamheid in de transportsector, met vermelding van regelgeving zoals de komende CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) en initiatieven als de vrachtwagenheffing, die ook een belangrijke rol gaan spelen in het stimuleren van verdere verduurzaming binnen de sector.

Van den Bosch speelt een vooruitstrevende rol in het bevorderen van duurzaamheid in de logistieke sector en loopt behoorlijk voorop. Hun benadering, die gebaseerd is op samenwerking, transparantie en continue verbetering, biedt waardevolle inzichten en inspiratie voor andere bedrijven die streven naar een meer duurzame toekomst. Met een combinatie van innovatie, data-gestuurde besluitvorming en een toewijding aan samenwerking, is Van den Bosch een inspirerend voorbeeld van hoe duurzaamheid en zakelijk succes hand in hand kunnen gaan in de moderne wereld van transport en logistiek.

Dit is een artikel van Topsector Logistiek.

Te veel stress? STL helpt met mental coaching

Je moet een deadline halen, er komt opeens een spoedklus binnen. Of je moet op tijd iets afleveren en je komt in een enorme file te staan. Op zulke momenten loopt de stress vaak op. Maar wist je dat langdurige stress helemaal niet goed voor je is? Het kan allerlei nare gevolgen hebben voor je gezondheid. STL helpt je stress te bestrijden met mental coaching.

Heb jij last van stress? 
Iedereen wil gezond en met plezier werken. Stress kan daarbij in de weg zitten. Misschien herken jij het zelf nog niet, maar je partner of collega wel. Heb jij last van de onderstaande punten? Dan heb je misschien wel last van stress. 
• Je kan je slecht concentreren 
• Je hebt geen plezier in je werk 
• Je hebt geen energie 
• Je voelt je somber of depressief 
• Je hebt een kort lontje 

Stress hebben we allemaal wel eens. Maar het moet niet te lang duren. Ben je een lange tijd gestrest, dan is dat namelijk slecht voor je gezondheid. Dus, ben jij vaak of lang gestrest en wil je meer rust en balans in je leven? We helpen je graag om je stress weer onder controle te krijgen. Dat doen we met mental coaching. Dat houdt in dat een coach je helpt met tips, oefeningen en opdrachten waarmee je stress vermindert. Jij verdient innerlijke rust!

Oorzaken van stress
Stress ontstaat op veel verschillende manieren. En vaak heeft het niet één oorzaak maar meerdere. We noemen een paar veelvoorkomende stress veroorzakers:
• Als je (te) veel werk hebt en je krijgt het gevoel dat het nooit afkomt
• Als je altijd maar doorgaat en geen rust neemt
• Wanneer je niet goed kunt samenwerken met een bepaalde collega
• Je krijgt opdrachten die voor jou onduidelijk zijn, waardoor je niet goed weet wat je moet doen
• Je hebt het gevoel dat je geen controle hebt over je eigen werk of je eigen beslissingen
• Je maakt ingrijpende dingen mee, zoals een sterfgeval, ernstige ziekte of scheiding. 

Gevolgen van stress 
Langdurige stress kan nare gevolgen hebben. Op zowel je lichaam als in je hoofd. We zetten de gevolgen van lang rondlopen met stress voor je op een rij: 
Lichamelijke klachten: stress kan leiden tot hoofdpijn, spierspanning, vermoeidheid en zelfs maag- en darmproblemen.  • Moe in je hoofd: langdurige stress geeft een vermoeid gevoel in je hoofd. Je krijgt moeite met je concentreren en je kunt ook last krijgen van vergeetachtigheid. 
Verzwakt immuunsysteem: stress verzwakt je immuunsysteem. Je immuunsysteem is het deel van je lichaam dat je beschermt tegen ziektes en infecties. Een verzwakt immuunsysteem vergroot de kans om ziek te worden. 
Gevoelens uit balans: stress kan ervoor zorgen dat je sneller chagrijnig, somber of angstig bent. Je voelt je gewoon niet jezelf. 

Hoe kan je stress aanpakken? 
Wil jij zelf beginnen met stress verminderen? Je kunt er veel aan doen. We geven je tips die je helpen het gevoel van stress te verlagen. Natuurlijk werkt niet elke tip voor iedereen. Kies voor de tips waar jij je het prettigst bij voelt. 
• Maak een lunchwandeling 
• Neem vaker pauze 
• Zorg voor een opgeruimde werkplek 
• Focus je op één taak tegelijk, stop met meerdere dingen tegelijk doen 
• Maak een takenlijst voor meer overzicht over wat je moet doen 
• Plan vrije tijd 
• Hou je aan een gezonde leefstijl 
• Praat erover met je leidinggevende 
• Praat met een coach!  

Voel jij je vaak gestrest? STL helpt met mental coaching 
Heb je vaak een opgejaagd gevoel? En vind je het moeilijk om alles – werk, privé – onder controle te houden? Ben je langdurig gestrest, dan kan dat leiden tot een burn-out. Burn-out betekent letterlijk opgebrand. Je voelt je alsof je batterij leeg is; geen energie meer. Raak je in een burn-out, dan kun je bijna niets meer. Dat wil je natuurlijk voorkomen. Pak stress daarom zo snel mogelijk aan, om erger te voorkomen. 

Goed nieuws, je staat er niet alleen voor. STL staat voor je klaar. We helpen je graag om beter met stress om te gaan. Door te leren om vaker dingen te doen waar je energie van krijgt, kun je bijvoorbeeld stress verminderen. Daarnaast bieden we hulp van een coach, met wie je contact hebt. Dit kan ook online of telefonisch. We zijn er om je te helpen. Om hulp vragen is normaal, niemand kan alles in zijn eentje oplossen.

Neem vandaag nog contact met ons op!

Dit is een artikel van STL.

Grote bedrijven, help het mkb op weg met de CSRD

Voor jullie eigen belang
In 2024 moeten bedrijven voor het eerst rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties volgens de corporate sustainability reporting directive (CSRD) van de EU. Het mkb lijkt zich niet bewust van de rol die het daarin speelt en is niet klaar om zijn steentje bij te dragen. Om te voorkomen dat de CSRD het volgende rookgordijn wordt voor vervuilende bedrijven moeten grote ondernemingen een nieuw perspectief op hun toevoerketen toepassen en CSRD-bewustzijn en -kennis onder mkb-organisaties vergroten.

De CSRD vertegenwoordigt een cruciale stap in de duurzaamheidstransitie door de impact van bedrijven op de economie en samenleving transparanter te maken. Consumenten en investeerders zullen hierdoor beter gefundeerde beslissingen kunnen nemen. Bedrijven rapporteren volgens twaalf standaarden over Environmental, Social and Governance (ESG) en zullen binnen drie jaar hun complete waardeketen moeten meenemen in hun verslag. Voldoen aan de nieuwe verplichting vraagt om aanzienlijke investeringen in kennis en menselijk kapitaal. Om het mkb die investering te besparen hebben Europese wetgevers kleinere bedrijven buiten de rapportageverplichting van de CSDR gehouden.

Het mkb is niet CSRD-vrij
De realiteit is echter dat mkb-organisaties toch met de CSRD te maken krijgen. 99 procent van alle bedrijven in de EU voldoet aan de definitie van de Europese Unie van een mkb-organisatie. De grotere bedrijven die wel verplicht verslag moeten uitbrengen kopen onvermijdelijk producten en diensten in bij de overige 99 procent. Dat betekent dat grotere bedrijven over drie jaar verplicht de ESG-data van al hun kleine en middelgrote leveranciers binnen hun waardeketen moeten rapporteren. Het mkb was in 2022 verantwoordelijk voor 62 procent van de totale CO2-uitstoot in de EU en vormt een onmisbare schakel in het totaalplaatje van de CSRD-rapportage. Helaas zijn mkb-organisaties er niet klaar voor om deze rol te vervullen.

Het volgende rookgordijn
Voor de duidelijkheid: mkb-organisaties hebben duurzaamheid wel op het netvlies. Volgens een onderzoek door MKB Nederland houdt 85 procent van hen rekening met duurzaamheid bij de inkoop van goederen en diensten. 84 procent houdt daar rekening mee bij het nemen van investeringsbeslissingen. Toch staat de CSRD totaal niet op hun radar. Twee derde van alle Nederlandse mkb-organisaties is niet op de hoogte van het bestaan van deze richtlijn, zo blijkt uit onderzoek door de Rabobank. Hoe dit opvallende contrast tot stand is gekomen blijft deels gissen, maar het lijkt zacht gezegd aannemelijk dat de officiële uitsluiting van het mkb voor de CSRD-rapportering hieraan ten grondslag ligt.

Dit gebrek aan bewustwording is echter niet het enige probleem. De EU heeft mkb-organisaties niet voor niets uitgesloten. Grote bedrijven kunnen vaak consultants inhuren om nieuwe wetgeving de baas te worden, mkb-organisaties kunnen dat niet. Gedwongen investeringen in rapportagemogelijkheden zullen hun dan ook zwaar wegen.

Het alternatief kan rampzalig uitpakken. Grote bedrijven die incomplete rapportages aanleveren zonder de essentiële data van mkb-organisaties vertegenwoordigen een nieuw ongeremd potentieel voor greenwashing. We kunnen niet toestaan dat de CSRD uitgroeit tot het zoveelste rookgordijn waar vervuilende bedrijven zich achter kunnen verschuilen.

Eén waardeketen, één belang
Gelukkig hebben we nog drie jaar de tijd om verbetering in deze situatie te brengen. Tegelijkertijd kunnen we niet verwachten dat mkb-organisaties dan opeens wel de bewustwording, kennis en middelen hebben om te rapporteren. Om de zaak in beweging te krijgen moeten degenen die daar wel over beschikken bijspringen. En dat zijn bij uitstek grote ondernemingen.

We leven in een wereld waarin de milieu-impact van kleine en middelgrote leveranciers onlosmakelijk is verbonden met die van hun grotere inkopers. Maar dit heeft ook een keerzijde: grote ondernemingen die investeren in de bewustwording en upskilling van hun leveranciers zullen daar zelf de vruchten van plukken.

Zij kunnen een gezond concurrentieklimaat creëren onder leveranciers waarbinnen mkb-organisaties die ESG-data leveren een concurrentievoordeel hebben, doordat zij rapporteren onder de CSRD makkelijker maken voor hun afnemers. Op de lange termijn zal dit ESG-data en het inzicht van grote bedrijven in hun toevoerketen verbeteren met meer ethisch verantwoorde besluitvorming en veerkrachtigere bedrijfsvoering als resultaat: een transparante toevoerketen kan helpen met het aantrekken van investeerders en het voorkomen van bedrijfsrisico’s.

Grote bedrijven moeten het delen van kennis niet zien als goedaardigheid, maar als een herinvestering. Het is een effectieve en nodige methode om de duurzaamheidsgegevens in hun waardeketen te bemachtigen. Grote bedrijven die het mkb op weg helpen met de CSRD ondersteunen niet alleen de duurzame transitie, maar ook hun eigen belang.

Dit is een artikel van Change Inc.
Deze gastbijdrage werd geschreven door Johan Löfquist, head of sustainability data bij Worldfavor.

Potentie van modal shift in droge bulk

Van alle goederen die via waterwegen worden vervoerd in Nederland, vertegenwoordigt droge bulk maar liefst 52%. Dit omvat los gestorte grondstoffen en halffabricaten die essentieel zijn voor de Europese industrie. Het vervoer van droge bulk vereist een nauwgezette planning en betrouwbare uitvoering, met minimale leegvaart als doel. Binnenvaartcoöperaties ELV, PTC en NPRC, hebben samen met Topsector Logistiek het potentieel voor een modal shift in de droge bulk voor de binnenvaart onderzocht.

Impact op gehele supply chain
Het onderzoek identificeert verschillende uitdadingen voor de modal shift van bulkstromen zoals de lange voorbereidingstijd en de grote hoeveelheid betrokken partijen in de keten. De belangrijkste uitdaging is echter dat de modal shift in droge bulk een aanzienlijke impact heeft op de gehele supply chain, waardoor een aanpassing van processen binnen de keten nodig is.

Toch liggen er veel kansen, want hoewel de aanloopperiode lang kan zijn, biedt de modal shift een duurzame oplossing qua emissies en benodigde energie per ton/km. Het potentieel voor modal shift van droge bulk is namelijk aanzienlijk, met mogelijkheden om miljoenen tonnen aan wegtransport te verminderen en efficiëntie in de supply chain te verbeteren. Ook is de kans op een reverse modal shift bij bulkstromen kleiner, vanwege de directe samenhang met de productie processen. 

Aanbevelingen
Het onderzoek benadrukt enkele aanbevelingen om de modal shift te bevorderen. In algemene zin is er noodzaak voor de ontwikkeling van een netwerk aan watergebonden locaties waar verschillende bulkstromen op -en overgeslagen kunnen worden. Nu is vaak een watergebonden locatie geschikt voor de op -en overslag voor één type bulkgoed, waardoor er geen fysieke en vergunningsruimte is voor de overslag van andere type goederen.

Daarnaast zijn er specifieke aanbevelingen voor het bestaande Joint Corridors Off-Road programma benoemd, zoals aantrekken van logistiek makelaars met kennis van de bulksector en een bijbehorende branche-gerichte aanpak, waarin naar de hele keten van grondstoffen, halffabricaten en producten wordt gekeken.

Complexe dynamiek
In tegenstelling tot het containervervoer, zijn herkomst- en bestemmingsrelaties in de droge bulksector niet gebonden aan vaste lijndiensten of corridors. Dit zorgt voor een complexe dynamiek waarbij flexibiliteit van essentieel belang is. De concurrentie in deze sector is scherp vanwege dalende volumes, wat zowel tussen binnenvaartondernemers als tussen bevrachters en coöperaties plaatsvindt.

Multimodaal transport expo 2024
Tijdens de Multimodaal Transport Expo op 14 maart jl. in Breda presenteerde de Topsector Logistiek samen met Logistics Navigators de Inspiratiesessie out of the box denken voor dry- en break bulk modal shift, naar aanleiding van het rapport: Inzicht in modal shift droge bulk sector – Topsector Logistiek.

Over Topsector Logistiek
Samen met ondernemers, overheden en onderzoeksinstellingen werkt de Topsector Logistiek aan de ambitie voor 2050: een concurrerende en emissieloze logistiek in Nederland. Hierbij staat duurzaamheid en leefbaarheid centraal. De Topsector Logistiek wordt mede uitgevoerd door Connekt

Over NPRC
NPRC is een Europese binnenvaartcoöperatie en aanbieder van vervoer over water in Europa met haar hoofdkantoor in Rotterdam en kantoren in Duitsland en België. NPRC behoort tot de grotere logistiek dienstverleners voor droge bulkvervoer in Europa, met dagelijks ongeveer 200 schepen in de vaart.

Over PTC
De Particuliere Transport Coöperatie b.a. (PTC) is een coöperatie en logistiek dienstverlener van binnenvaartondernemers, gespecialiseerd in binnenlandse en de zogenaamde Noord-Zuid (tussen Nederland, België & Noord Frankrijk) bulktransporten.

Over ELV
De Europese Logistieke Vervoerders Coöperatie, E.L.V. is een binnenvaart coöperatie, gevestigd te Rotterdam. Aangesloten leden met klasse 1 en 2 schepen komen uit Nederland, België en Frankrijk. ELV is specialist in het vervoer over water tot in de haarvaten van het vaarwegenstelsel in Frankrijk en de Benelux.


Dit is een artikel van Topsector Logistiek.

Ik kies inclusief! Hoe onderneem jij?

Inclusief werkgeverschap
Iedereen heeft het recht om mee te doen. Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij hebben talenten en zin om te werken. Het is aan jou om daar werk van te maken. Om een werkomgeving te creëren waarin iedereen zichzelf kan zijn en er echt bij hoort. Zo verrijk je jouw bedrijf én het leven van deze mensen.

Toon initiatief en kies inclusief
Wil jij wel inclusief ondernemen, maar weet je niet waar en hoe je moet beginnen? 1Werkcentrum is er voor jou. Het team kijkt naar wat jouw bedrijf nodig heeft om een inclusieve werkomgeving te creëren. Je krijgt praktische tips en oplossingen. Ook kun je er terecht met al je vragen over subsidies, regelingen, werving en selectie en het opleiden van je medewerkers. 1Werkcentrum helpt jou om je maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.
 

Dit is een artikel van 1Werkcentrum.

Logistiek platform wordt musthave

Digitalisering en het gebruik van logistieke platforms zijn voor veel ondernemingen toekomstmuziek, maar volgens onderzoekers van TNO gaat dat veranderen. Voor veel bedrijven duurt het niet lang meer voordat ze op de een of andere manier ermee te maken krijgen. Daarop voorbereid zijn is belangrijk.

Maar er is nog iets waardoor platforms een groot succes zijn, namelijk de digitale koppelingen die er tot stand worden gebracht. Bijvoorbeeld via de mobiele telefoon worden onze data gelezen, de locatie bepaald, voorkeuren en wensen in beeld gebracht en gevraagd. Zo weet het digitale platform steeds beter wat de consument zoekt en kan het met behulp van een slim algoritme het juiste product aanbieden. Ook in de logistiek zijn er allerlei platforms die bedrijven verder kunnen helpen, maar die zijn veelal nog onbekend. 

Nice to have
Marijn van Adrichem van onderzoeksinstituut TNO deed in het kader van het TKI Dinalog-project PLATO onderzoek naar logistieke platforms en het gebruik ervan door verladers. ‘Is het nu meer een nice to have of een musthave’, was de vraag die hij aan het begin van het onderzoek stelde. “Allereerst moet er worden opgemerkt dat de kleine tot middelgrote verladers en vervoerders een beperkt zicht hebben op welke meerwaarde digitale platforms ze kunnen bieden. In meerdere sessies bleef het bij de vraag of ze een succesvol digitaal platform in de logistiek zouden kunnen noemen angstvallig stil”, zo schreef hij in zijn conclusie.

“Ten tweede, de digitale volwassenheid van deze partijen is sterk wisselend. Een groot deel van de processen vindt nog steeds plaats op papier of in Excel. Dit maakt het lastig om direct gebruik te kunnen maken van de geavanceerdere digitale platforms. Daarnaast helpt het niet mee dat er veel verschillende digitale standaarden in omloop zijn die een andere manier van digitale communicatie vergen. De kleinere partijen in de logistiek zien het gebruik van digitale platforms of digitalisering in de brede zin veelal niet als noodzaak”, aldus de conclusies in het rapport.

Digitale samenwerking
Toch zijn er ontwikkelingen die bedrijven partijen ertoe aanzetten om te digitaliseren. Zo komt er steeds meer wetgeving die partijen dwingt stappen te zetten, maar ook ketenpartners stellen steeds meer eisen. Zo verplicht de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vanaf 2024 grote bedrijven om te rapporteren over hun CO2-emissies. “Aangezien logistieke ketens veelal complex zijn, vergt dit vergaande digitale samenwerking om dat mogelijk te maken. Daarnaast kunnen grotere partijen in een keten digitale samenwerking afdwingen, bijvoorbeeld bij het gebruik van visibility platforms. Verladers eisen hierbij van transporteurs om locatiedata van hun voertuigen beschikbaar te stellen aan dit soort platforms. Dit maakt dat het gebruik van digitale platforms steeds meer verschuift van een nice to have naar een musthave”, aldus Van Adrichem. 

Klantgericht
Een andere reden om stappen te zetten op het gebied van digitalisering is de klant. Het gebruik van een digitaal platform kan helpen om de dienstverlening en de communicatie met klanten te verbeteren. Dat geeft een bedrijf een concurrentievoordeel, waardoor andere partijen zich genoodzaakt voelen om diezelfde stappen te zetten om bij te blijven. Partijen moeten daarin echter zelf een keus maken. Wat is de toegevoegde waarde, en wat is er nodig om gebruik te kunnen maken van een platform?

Van Adrichem ziet in het proces ook een rol weggelegd voor zogenoemde regisseurs zoals de overheid of verenigingen. “Dit kan door partijen beter te informeren over de waarde en benodigdheden bij het gebruik van digitale platforms. Daarnaast kan de regisseur ook een internationale rol aannemen met betrekking tot het ontwikkelen van internationaal geldende digitale standaarden. Tot slot heeft de ecosysteemregisseur de taak om tijdig verstoringen en veranderingen binnen het ecosysteem te traceren, zodat hier adequaat naar gehandeld kan worden.”

De conclusie van het onderzoek van Adrichem is dan ook dat platforms niet meer weg zijn te denken in de logistiek van de toekomst. “Hoewel niet alle partijen er al mee bezig zijn, zal het niet lang meer duren voordat ze op de een of andere manier verplicht worden gesteld om op een manier te digitaliseren. Het advies zou zijn om hier nu al mee aan de slag te gaan om het initiatief bij jezelf te kunnen houden. Want hoe je het ook wendt of keert, digitalisering zal in de toekomst geen nice to have meer zijn, maar een musthave.”

Nanne Schriek, projectleider Digitalisering bij evofenedex, herkent de conclusies die TNO trekt. “Linksom of rechtsom komt digitalisering binnen in je bedrijf. Met het project DIL helpt evofenedex, samen met een aantal partners, bedrijven digital ready te maken, zodat het inschakelen van bijvoorbeeld een platform makkelijker en interessanter wordt.”

Geïnteresseerd in de uitkomsten van het project PLATO? Belangstellenden kunnen het rapport aanvragen bij Nanne Schriek via scm@evofenedex.nl.


Dit is een artikel van evofenedex.

Kansen voor vrachtfietsen in stadslogistiek

Met de komst van de elektrische fiets heeft ook de traditionele bakfiets1 een metamorfose ondergaan. In Nederland, maar ook internationaal is een breed scala aan bakfietsen te vinden. In deze brochure kijkt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) naar voorbeelden van en ervaringen met het gebruik van vrachtfietsen voor goederenvervoer. Dit zijn korte ritten op drukke wegen waar ook steeds meer eisen worden gesteld om de leefbaarheid, het klimaat en de lucht-
kwaliteit te verbeteren.

In deze brochure komen de ervaringen van verschillende ondernemers met het gebruik van vrachtfietsen aan bod. Ondernemers die willen weten wat de kansen zijn voor de vrachtfiets voor het vervoer van hun goederen kunnen hiervan leren. Ook wordt aandacht besteed aan de regelgeving en mogelijkheden voor subsidie. Deze brochure is bedoeld voor ondernemers die overwegen om (een) vrachtfiets(en) te gaan gebruiken.

Verschillende post- en koerierdiensten hebben de vrachtfiets een plek weten te geven in de logistieke keten. Hetzelfde geldt voor maaltijdbezorgers en bevoorrading. Daarnaast zijn er verschillende beroepsgroepen in de dienstverlening en het onderhoud, zoals schilders, loodgieters of installateurs, die binnen stad en dorp met goederen onderweg zijn. In de nabije toekomst zal het belang van de vrachtfietsen voor het vervoer van goederen in een schone en leefbare stad verder
doorgroeien. Deze brochure toont de verschillende aspecten van dit groeipad.

Bekijk de brochure hier

Dit is een artikel van RVO.

Samenwerking tussen Joint Corridors en Greening Corridors is een feit

Greening Corridors
Greening Corridors is een toonaangevend consortium dat zich toelegt op het verduurzamen van logistieke corridors. Met een brede samenstelling van 36 deelnemers, waaronder 5 hogescholen, 9 kennisinstellingen, 5 logistieke regionale triple helix en brancheorganisaties, 7 actieprogramma’s & coalities en 10 bedrijven en overheden uit het logistieke werkveld, staat dit consortium aan de vooravond van innovatie in de transportsector.

Het doel van Greening Corridors is om door middel van een integrale aanpak de duurzaamheid binnen de logistieke corridors te verhogen, wat goed aansluit op de doelen van Joint Corridors Off-Road. De focus ligt op drie kernthema’s: de betere benutting van capaciteit, de ontwikkeling van schone, veilige en autonome modaliteiten, en de digitalisering van de toeleveringsketen. Belangrijk is ook dat Greening Corridors, gesteund door subsidieverstrekker SIA, zich ontwikkelt als een krachtig ecosysteem op het gebied van profilering, professionaliteit en personeelsbeleid, netwerken, kwaliteit, en doorwerking.

Off-Road Runners
De participatie van hogeschoolstudenten speelt een cruciale rol binnen het consortium. Dankzij de praktijkgerichte onderzoeken binnen het Joint Corridor Offroad-programma krijgen studenten (Off-Road Runners) de unieke kans om direct samen te werken met professionals uit het werkveld. Dit biedt hen de mogelijkheid om concrete onderzoeken naar multimodaal goederenvervoer uit te voeren, wat niet alleen waardevol is voor hun professionele ontwikkeling, maar ook aanzienlijke voordelen oplevert voor de betrokken bedrijven. Het succes van dit programma blijkt wel uit de trots die veel ‘Off-Road-runners’ voelen bij het dragen van deze titel.

In een streven naar nationale dekking, is het programma afgelopen jaar uitgebreid met de deelname van vier nieuwe hogescholen, bovenop de oorspronkelijke vijf. Ook internationaal groeit de belangstelling, met reeds bestaande contacten bij de Hogeschool van Antwerpen en de Hogeschool van Kleve, en een toenemende interesse vanuit het European Forum Of Logistics Education (EFLE).

Op het vlak van professionalisering heeft Greening Corridors significante vooruitgang geboekt met de ontwikkeling en succesvolle implementatie van een masterclass in synchromodaal vervoer. De organisatie kijkt nu uit naar het opzetten van verdere masterclasses, specifiek gericht op intermodaal vervoer.

Multimodaal vervoer
Als we kijken naar de toekomst van multimodaal vervoer, is het duidelijk dat duurzaamheid de belangrijkste uitdaging vormt. Tegelijkertijd is er een groeiend besef dat de ontwikkeling van multimodaal vervoer in de praktijk nauw moet aansluiten bij de principes van Physical Internet (PI), wat essentieel is voor een duurzame en efficiënte toekomst van de transportsector. Greening Corridors staat klaar om deze uitdagingen aan te gaan, gedreven door innovatie, samenwerking en een diepgewortelde commitment aan duurzaamheid.


Dit is een artikel van Go Off Road.

Trans-Imex Warehouse biedt nu ook opslag als Douane-Entrepot

Binnenkort gaat Trans-Imex van start als Douane-Entrepot in hun warehouse, ook wel een bonded warehouse genoemd. Maar wat betekent dat eigenlijk? Simpel gezegd slaan ze producten tijdelijk op waar nog geen invoerrechten en andere heffingen zoals BTW over zijn betaald. Zolang die voorraad tussen hun vier muren staat, dragen zij de verantwoordelijkheid.

Klanten kunnen de goederen voor onbepaalde tijd opslaan totdat de goederen worden geplaatst onder een volgende douaneregeling, worden vernietigd of het douanegebied van de Unie verlaten. Natuurlijk kunnen de goederen ook in het vrije verkeer van de Unie worden gebracht, op dat moment worden de invoerrechten en andere heffingen alsnog betaald.

Het is weer een nieuwe uitdagende dienst voor Trans-Imex, waarmee ze hun klanten nog completer kunnen bedienen. Zij kunnen niet wachten!

Interesse in de mogelijkheden? Neem dan contact op via info@trans-imex.nl / 0413-350588.

Dit is een artikel van Trans-Imex.

Zuid-Nederland spint garen bij nieuwe data- en digitaliseringstechnieken

Onlangs werd het subsidieproject Digital Data Square Zuid-Nederland (DDSZ) succesvol afgerond. 2 jaar lang werkten zo’n 20 bedrijven samen om de digitaliseringsgraad van het Supply Chain werkveld in Zuid-Nederland verder te verhogen.

Nicolien Hendrickx, projectleider DDSZ: “Het was fantastisch om met deze ondernemende bedrijven innovaties in de praktijk te realiseren. Met de begeleiding van Logistics Community Brabant en haar regiopartners REWIN West-Brabant, Midpoint Brabant en Vijfsterren Logistiek, zijn deze bedrijven echt een stap verder gekomen met digitalisering. In 4 proeftuinen (AVS, robotisering, smart supply chain contracts en digital twin) zijn de deelnemers aan de slag gegaan en zijn bruikbare innovaties ontwikkeld.

Zo hebben Frigo Breda en VDL Automated Vehicles onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van autonoom transport
op semi-openbaar terrein. Pharox, Collect+Go en Sentors ontwikkelden een app waarmee chauffeurs hun lading ontime kunnen registreren. Alba Concepts heeft op innovatieve wijze vormgegeven aan verduurzaming op basis van data binnen de bouwsector, waar carbon credits het uitgangspunt zijn. Deze, maar ook alle andere innovaties, komen beschikbaar voor de markt.”

Onderzoek waar het werkveld écht om vraagt
Het DDSZ-project is niet het enige project waar LCB kartrekker van is. Inmiddels zijn er al vele succesvolle projecten afgerond en er gaan er nog veel meer komen. “Dat is juist de kracht van onze organisatie, zegt LCB-directeur Leo Kemps*. Wij zitten aan tafel bij Brabantse MKB-ers en weten zodoende welke vragen er spelen. Ons doel is om partijen bij elkaar te brengen en zo samen toe te werken naar nieuwe innovaties op logistiek gebied. Met name digitalisering en verduurzaming worden steeds belangrijker. Daarom zijn dat ook de twee speerpunten waar wij de komende jaren mee aan de slag gaan.”
Ons doel is om partijen bij elkaar te brengen en zo samen toe te werken naar nieuwe innovaties op logistiek gebied.

Nieuwe koers
Met een nieuw strategisch plan gaat LCB een nieuwe koers varen. “Er gebeurt in Noord-Brabant ontzettend veel op logistiek gebied en tegelijkertijd snakken bedrijven naar vernieuwingen en logistieke oplossingen”, zegt Leo Kemps. “Daarom zijn wij nú met onze achterban in overleg over onze maatschappelijke bijdrage voor de toekomst. Wij blijven een neutraal platform en zijn continu op zoek naar mogelijkheden om de logistiek in Brabant ‘future proof’ te ontwikkelen.

*Sinds februari 2024 is Leo Kemps met pensioen. Zijn functie is in december 2023 overgenomen door Daan Quaars.

Dit is een artikel van Brabant in Business.

Echte problemen oplossen, niet achter hypes aanrennen

Wat zijn de grote maatschappelijke problemen en hoe kan logistiek daarin een bijdrage leveren? Daar heeft TKI Dinalog zich over gebogen met als resultaat de Nationale Kennisagenda Logistiek. Directeur Niels Agatz zou graag minder focus op technologie willen zien, en meer missiegedreven handelen.

Om in de wirwar van innovatieprojecten en onderzoeksprogramma’s wat meer helderheid te bieden, komt TKI Dinalog met een nieuw initiatief, de Nationale Kennisagenda. Wat opvalt is dat de maatschappelijke relevantie als uitgangspunt is gekozen, niet datgene wat verladers en vervoerders zelf het meest denken nodig te hebben om hun processen te optimaliseren. Minder achter technologische hypes aanrennen, maar meer zoeken naar oplossingen voor de echte problemen in de samenleving en welke rol de logistieke sector daarin kan leveren.

Samen bepalen waar onderzoek over moet gaan
Wetenschappelijk directeur van TKI Dinalog, Niels Agatz, denkt dat dit de manier is om zowel het bedrijfsleven als de overheid en de kennisinstellingen op één lijn te krijgen. “We hebben afgelopen zomer veel sessies gehouden en rond de vijftig mensen uitgebreid gesproken in ronde tafelsessies om te horen wat er precies leeft. Wat zijn de topics die voor hen en voor de samenleving van belang zijn? Niet dat we die de komende paar jaar even gaan oplossen, maar wel om samen te bepalen waar we vooral in moeten investeren om vanuit de logistiek een bijdrage te leveren aan het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen. Laten we daar dan aan gaan werken in plaats van ons steeds weer te laten afleiden door wat er aan technologie op ons afkomt.”

Wat hebben jullie voor ogen met deze agenda?
“Het doel van deze nieuwe kennisagenda is om voor de komende jaren het kompas te zijn voor het ontwikkelen van uitvragen voor onderzoek en het beoordelen van onderzoeksvoorstellen binnen TKI Dinalog. Tot nu toe was dat vaak technologie gedreven. Er komt iets op ons af, dat gepresenteerd wordt als de oplossing van veel problemen. In de praktijk komt daar niet zoveel van terecht. Natuurlijk is het goed om te kijken wat technologie kan betekenen, maar dan wel met het doel om de echte problemen op te lossen in plaats van oplossingen te verzinnen voor een probleem, dat niet als probleem wordt ervaren.”

Heb je daar een voorbeeld van?
“Nou blockchain is zo’n voorbeeld. Dat blijkt dan toch niet de oplossing voor alle vraagstukken in de logistiek te zijn. De toepassing van drones is dat evenmin. Kijk ook naar AI. Iedere technologie kan een bijdrage leveren. Maar laten we eerst het probleem centraal stellen en dan kijken of en dan vervolgens welke technologie de beste oplossing biedt. Of dat er andere, goedkopere oplossingen zijn. Ik vind overigens ook dat AI een heel grote bijdrage kan leveren. Laten we dat de komende jaren vooral in onze onderzoeken betrekken. Maar niet als de enige oplossing.”

Hoe moet het dan wel?
“Het liefst zie ik dat we innovatieprojecten optuigen met uitdaging als uitgangspunt: hoe kunnen we de zichtbaarheid in de keten vergroten? Hoe kunnen we ketens duurzamer maken? Niet blijven hangen in een verkokerde visie op technologie. Vooral ook kijken naar zaken als gedrag, omgaan met elkaar. Minder hijgerig achter trends aanlopen in ieder geval. Overigens er zijn nog steeds programma’s die lopen en dat moet ook gewoon doorgaan, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering. Maar dan toch graag wat minder vanuit een mogelijke oplossing, meer vanuit het probleem.”

Sluit dit ook beter aan bij de financieringsvoorwaarden?
“We proberen met de kennisagenda de drie partijen waar het om gaat – bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen en overheid – bij elkaar te brengen. De vijf punten zijn voor iedereen van belang. Natuurlijk zijn er andere onderwerpen die voor bedrijven net zo goed belangrijk zijn. Maar met deze agenda brengen we de cirkeltjes bij elkaar. Niet omdat dit is wat de overheid specifiek wil, maar het is wel waar de overheid financieringsmogelijkheden voor heeft ontwikkeld.”

Voelen bedrijven zich wel aangesproken met deze topics?
“Dat denken we zeker. Neem bijvoorbeeld bevolkingsgroei en demografie. Dat komt voort uit schaarste op de arbeidsmarkt waar bedrijven tegenaan lopen. Het zijn concrete thema’s waar ondernemers mee te maken hebben. Wellicht dat een mkb-ondernemer andere termen gebruikt, maar hij zal zeker de achterliggende problematiek herkennen.”

Het maatschappelijk verdienvermogen, waar doel je dan op?
“Dat gaat over de vraagt in hoeverre logistiek in de Nederlandse samenleving niet alleen waarde creëert maar ook schade aanbrengt. Daar willen we de ogen niet voor sluiten. Als bepaalde activiteiten niet meer kunnen, dan is dat zo. Alleen, waar gaan we dan wel ons geld mee verdienen? Welke keuzes moeten we daarin maken? Willen we Nederland Distributieland nog overeind houden? Nogmaals, misschien dat ondernemers dit ervaren als ambtelijke terminologie, maar het is wel voor de hele sector relevant.”

Dit zou aanleiding kunnen zijn tot veel discussie
“Het zou inderdaad kunnen dat de uitkomsten van door ons geïnitieerd onderzoek inzichten opleveren die indruisen tegen het huidige of toekomstige overheidsbeleid. Dat levert zeker discussie op en dat is ook wat wij willen en wat de overheid zelf ook wil. Feedback ontvangen op basis van gedegen onderzoek, niet op basis van een gevoel dat we alles moeten behouden wat er is.”

Gaat het lastiger worden om onderzoek gefinancierd te krijgen?
“Daar moeten we wel rekening mee houden inderdaad; dat is zeker zorgelijk voor ons als sector. Aan de andere kant, alles is logistiek en ook de overheid beseft dat je niet kunt ophouden met logistieke activiteit in dit land. In allerlei stuurgroepen proberen we daar steeds weer aandacht voor te vragen en logistiek hoog op de agenda te houden. Anders lopen we het gevaar dat de overheid afhaakt. Vandaar dat we ons blijven inzetten binnen het ‘missiegedreven’ innovatiebeleid, zoals de overheid dat heeft geformuleerd. Zeker in de circulaire economie waar we naar op weg zijn. Er wordt heel vaak gewezen naar de overheid. Wij vinden dat we beter samen met de overheid kunnen nadenken over nieuwe regulering en dat zoveel mogelijk meenemen in onze onderzoeksprogramma’s.”

Dit is een artikel van TKI Dinalog.

Transport en Logistiek Nederland omarmt digitaliseringsscan

Transport en Logistiek Nederland (TLN) en Logistics Community Brabant (LCB) gaan samen aan de slag om de digitaliseringsgraad bij Nederlandse transportbedrijven te verhogen. Dit gaan zij doen aan de hand van de digitaliseringsscan; een tool die bedrijven inzicht geeft in hun digitaliseringsstatus. Onlangs ondertekenden Stephanie Wagenaar (TLN) en Daan Quaars (LCB) de overeenkomst.

De ontwikkelingen op het gebied van automatisering en data gedreven werken in de logistieke- en transportsector nemen een enorme vlucht. Voor (mkb)bedrijven is niet of nauwelijks nog bij te houden welke acties genomen moet worden om in te kunnen spelen op de veranderingen uit de markt, eisen en wensen vanuit klanten en regelgeving en optimalisatie van eigen processen. De digitaliseringsscan geeft bedrijven een helder beeld van alle aspecten die een rol spelen bij digitalisering in hun bedrijfsvoering.

De digistaliseringsscan, ontwikkeld in het innovatieproject Data Science voor Logistieke Innovatie (DALI), is de voorbije twee jaar door LCB al succesvol uitgevoerd bij zo’n 70 transportbedrijven in Zuid-Nederland. De samenwerking met TLN biedt mogelijkheid om nog eens 100 bedrijven in heel Nederland te ondersteunen met een digitaliseringscan.

Bas Holland, business developer bij LCB: “Deze scan brengt  in kaart waar ondernemingen staan als het gaat om digitalisering. De scan richt zich op data en ICT bij bedrijven met warehousing en transport operaties. Met behulp van een status dashboard en een praktisch actieplan gaan wij in gesprek over de uitkomsten en implementatie.”

Stephanie Wagenaar: “Digitalisering is één van de speerpunten in de strategie van TLN. Deze scan is een belangrijk hulpmiddel voor bedrijven om ze bewuster te maken maar vooral om ze op weg te helpen om stappen te zetten naar een data gedreven onderneming. Mooi dat we de scan nu ook landelijk aan bedrijven kunnen aanbieden.”

Naast LTN en LCB hebben ook Midpoint Brabant en Rewin West-Brabant toegang tot de scan om toe te passen in hun eigen regio. De scans worden uitgevoerd in de periode maart t/m augustus 2024. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Wout van den Heuvel (wvdheuvel@tln.nl) of Bas Holland (holland.b@lcb.nu).


Dit is een artikel van TLN.

Bedrijven hebben groot belang bij regionale samenwerking

Hoe houd je je als ondernemer staande in deze zeer dynamische wereld? De consument is kritisch, veeleisend en veranderlijk, de concurrentie groot. Gelukkig telt onze regio Noordoost-Brabant veel goede ondernemers en diep gewortelde ondernemingen die voor onderlinge kruisbestuiving zorgen. Dat betekent echter niet dat we achterover kunnen leunen, waarschuwt Fleur de Best, regiomanager Noordoost-Brabant van VNO-NCW Brabant Zeeland.

Bijna de helft van de ondernemers vindt Nederland namelijk geen aantrekkelijk land meer om te ondernemen. Eén op de vijf bedrijven overweegt zelfs te vertrekken uit Nederland, blijkt uit de jaarlijkse peiling die VNO-NCW en MKB-Nederland uitvoerden. Dat geldt ook voor bedrijven in Brabant. Dat zijn schokkende cijfers. Fleur benadrukt dat daardoor het belang van samenwerken alleen maar groter wordt, ook regionaal. “De opgaven zijn té groot, niemand kan het alleen.”

Het belang van een goed ondernemersklimaat
VNO-NCW Brabant Zeeland is een ondernemingsnetwerk dat ondernemers versterkt, verbindt en vertegenwoordigt. Zij bieden een platform om kennis en ervaringen uit te wisselen en dragen via lobby en belangenbehartiging bij aan het verbeteren van het vestigingsklimaat. Over dat vestigingsklimaat maakt Fleur zich juist zorgen. En niet alleen Fleur, ook de ondernemers.

“Uit de laatste peiling is gebleken dat meer dan 75 procent van de ondernemers vindt dat het ondernemingsklimaat de afgelopen vijf jaar is verslechterd. Een kwart geeft aan de komende twaalf maanden niet meer te investeren. Zorgelijk want die investeringen zijn juist de motor van ons verdienvermogen. Bedrijven en ondernemers zorgen voor de innovatie en houden de motor van de regio draaiende. Dankzij hen kunnen we ook onder andere politie, zorg en onderwijs blijven financieren. Daarom is een goed ondernemersklimaat van cruciaal belang, voor ons allemaal.”

Wat maakt een regio aantrekkelijk? 
“Het totaalplaatje moet kloppen”, stelt Fleur. “De uitdagingen in de regio Noordoost-Brabant, die we al voelen en die de komende jaren nog meer voelbaar worden, liggen nu vooral op het gebied van arbeidsmarkt en energietransitie. Maar ook de beschikbaarheid en kwaliteit van water worden een steeds groter probleem.” 

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat vraagt een integrale aanpak volgens Fleur. “Het gaat ook om een goede bereikbaarheid, voldoende passende huisvesting en faciliteiten, zoals scholen, sportvoorzieningen, cultuur, winkels, horeca. De overheden hebben daarin vooral een faciliterende rol, zoals het op tijd verlenen van vergunningen zodat er geen vertraging ontstaat. Daarnaast is het goed dat er in de regio samen met AgriFood Capital aan versterking van het startup ecosysteem wordt gewerkt.”

Goed in samenwerken
“De samenwerking tussen lokale overheid en ondernemers gaat in onze regio steeds beter. Partijen zoeken elkaar steeds meer op, waar ze vroeger soms tegenover elkaar stonden. Mooie voorbeelden zijn de Economic Board in Oss en de duo-aanpak in Meierijstad waar wethouders en ondernemers samenwerken aan belangrijke thema’s. Er ontstaat meer vertrouwen en besef dat we elkaar nodig hebben. Zo richtte Koning Willem I College vorg jaar de Omgevingsraad op waarin bedrijven kunnen meedenken over de koers van het regionale opleidingscentrum.  Vanuit VNO-NCW Brabant Zeeland probeer ik aan deze en andere initiatieven mijn steentje bij te dragen, onder andere door het delen van best practices.” 

Er ontstaat meer vertrouwen en het besef dat we elkaar nodig hebben voor een goede toekomst voor inwoners, ondernemers en werknemers
De regio Noordoost-Brabant loopt voorop als het gaat om regionaal samenwerken, vindt Fleur. “We waren de eerste arbeidsmarktregio in Nederland die het 1werkcentrum oprichtte. Hier kunnen werkgevers, werknemers en werkzoekenden terecht met al hun vragen over werk en personeel. Een initiatief van gemeenten, UWV, VNO-NCW Brabant Zeeland, Noordoost Brabant Werkt, onderwijs, ontwikkelbedrijven, vakbonden, SBB, LeerwerkLoket en Werkgeversservicepunt Noordoost-Brabant. Een echte gezamenlijke inspanning!”

RNOB Ondernemerstafels
In 2022 is RNOB gestart met Ondernemerstafels. Hier delen ondernemers en lokale overheid, zowel ambtelijk als bestuurlijk, kennis met elkaar over onder andere de maatschappelijke opgaven. Tegelijkertijd biedt het gelegenheid om te laten zien welke ondersteuning ondernemers in Noordoost-Brabant kunnen krijgen voor bijvoorbeeld innovaties.

Fleur is vanuit VNO-NCW als klankbord betrokken bij de organisatie van deze Ondernemerstafels. “Het idee van de Ondernemerstafels is goed: elkaar opzoeken en kennis delen. Zo leren we elkaar en elkaars werelden beter kennen. Maar het is niet eenvoudig om een programma aan te bieden dat voor een bredere doelgroep relevant is en om er dan voldoende deelnemers voor te krijgen. Wat voor de een interessant en verrijkend is, kan voor de ander gesneden koek zijn of misschien juist wel te ingewikkeld. Dat vind ik echt wel een aandachtspunt. Mijn advies is daarom om vooral ook aan te haken bij wat er al is, zoals bij de klankbordgroepen van VNO-NCW Brabant Zeeland. Wij organiseren klankbordgroepen met ondernemers op de vier belangrijke thema’s, waaronder Milieu & Duurzaamheid en Arbeidsmarkt & Onderwijs.”

Eén boodschap richting Den Haag
Ook richting het Rijk ziet Fleur verandering. “Het Rijk maakt het momenteel extra uitdagend voor ondernemers. Ze schuiven beslissingen voor zich uit, passen gemaakte regelgeving aan en ook de vertraging in de kabinetsformatie werkt niet mee. Het is frustrerend dat bedrijven die willen verduurzamen dat niet kunnen, omdat er onvoldoende elektriciteit of ruimte is. Dit komt niet ten goede aan het ondernemersklimaat, dat al zo kwetsbaar is. Als regio is het daarom nog belangrijker dan ooit tevoren om samen op te trekken. Niet alleen als gemeenten onderling, maar ook met bedrijven en met provincie, zodat we met één gezamenlijke boodschap richting het Rijk kunnen gaan.”

Al met al vindt Fleur dat we het als regio goed doen. “Laten we de ingeslagen weg vervolgen, koers houden, elkaar blijven opzoeken en samen ervoor zorgen dat Noordoost-Brabant aantrekkelijk blijft voor inwoners, ondernemers en werknemers.” 

Dit is een artikel van RNOB.