Het lijkt een beetje stuivertje wisselen als het gaat om de titel Logistieke Hotspot van het Jaar. Vorig jaar viel die eer nog teen deel aan Midden-Brabant en stonden er zelfs drie Brabantse regio’s in de top drie, in 2017 en 2018 gingen de titel ook al naar West-Brabant.
 
Samenwerking
Quaars, tot 1 december wethouder stedelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en digitalisering in Breda, is natuurlijk blij dat de onderscheiding in Noord-Brabant blijft. “Het maakt mij dan ook niet heel veel uit welke regio die titel krijgt. In mijn functie als directeur van LCB behartig ik immers de belangen van heel logistiek Brabant.”
 
Het Brabantse succes komt volgens Quaars niet alleen vanwege de gunstige geografische ligging. “Het is de mix van vervoersmodaliteiten, infrastructuur, aanwezigheid van geschoold personeel en niet te vergeten de goede samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid. Daarbij gaan de logistieke ‘hotspots’ hier ook volop voor innovatie, verduurzaming en digitalisering. Dé trends voor alle logistieke hotspots de komende jaren.”
 
Groei
Maar kunnen de Brabantse regio’s zich de komende jaren handhaven als beste logistieke hotspots? Want die titel behouden is volgens Quaars wel “een dingetje”. “Kijk maar eens wat er de komende tien jaar op ons af gaat komen aan containers vanuit Rotterdam. Daar gaan ze uit van een groei van ruim 14 naar 26,6 miljoen teu. Dat komt natuurlijk niet allemaal onze kant op, maar toch. Dat trekken wij hier niet qua infrastructuur. En Den Haag heeft al aangegeven dat er geen geld is voor extra asfalt, alleen voor onderhoud van wegen. Gelukkig wordt er binnen de Brabantse gemeenten met een (binnen)haven in Brabant Ports goed samengewerkt en kunnen er meer containers via de binnenvaart Brabant in.”
 
Communities
LCB trekt alles uit de kast om grote problemen als bereikbaarheid en ruimtegebrek het hoofd te bieden. Ze doet dat door ondernemers, onderwijs , overheid en onderzoek bij elkaar te brengen om te komen tot logistieke innovaties in Noord-Brabant voor vandaag en morgen. “We doen dat onder andere middels communities waar de betrokken partijen zich samen buigen over een bepaald probleem en op zoek gaan naar haalbare en uitvoerbare oplossingen” aldus Quaars.
 
Creativiteit
Als het gaat om ruimtegebrek, dan vindt Quaars dat er oplossingen moeten komen voor zoals ze vaak worden genoemd de lelijke dozen. “Er moeten plannen komen om deze warehouses beter te integreren. Bijvoorbeeld sportmogelijkheden op het dak en meer huizen met groen er omheen, zodat ze meer in het woongebied passen. Het bedenken hiervan is dan niet zozeer het probleem, wel de technische uitvoering ervan, evenals een veilige aan- en afvoer van mensen en materieel veilig stroomlijnen.”
 
Omdenken
En als het gaat om bereikbaarheid, dan gaat dat naar zeggen van Quaars verder dan alleen files op A-wegen. Dat gaat ook om de bereikbaarheid van binnensteden. Als voorbeeld geeft hij een gemeente die niet meer wilde dat er busjes van pakketbezorgers langs een oud gebouw reden. De trillingen die dat veroorzaakte, beschadigde de fundering. “Vervoerders zagen dat niet zitten, omdat ze dan moesten omrijden en dat zou leiden tot tijdverlies en hogere kosten. Er werd bedacht dat die busjes op een alternatieve route alleen maar groen licht zouden krijgen. Wellicht wat extra omrijden, maar wel tijdswinst. Met omdenken krijg je meteen een andere businesscase. Op deze manier werken en creatief naar mogelijkheden kijken, is de manier om de toekomst in te gaan. Het is mooi dat we daar als LCB ons steentje aan bijdragen.”