Hoofdbrekens
Vooral verduurzaming, de energietransitie en personeelsbeleid worden genoemd door ondernemers. En dat is best logisch: zeker op die onderwerpen zijn de afgelopen jaren veel hoofdbrekens voor ondernemers bijgekomen. Zoals de enorme hoeveelheid nieuwe regelgeving, die bijvoorbeeld investeren in verduurzaming stimuleert of verplicht. Meer dan twee derde van de ondernemers noemt dan ook regelgeving als belangrijkste oorzaak van de toename van het aantal dilemma’s. Sterker nog: ondernemers hebben het gevoel overstelpt te worden met regels, ondanks het (mislukte?) voornemen van elk nieuw kabinet om de regeldruk te verminderen. Ondernemers vinden bovendien dat de overheid steeds meer risico’s bij hen neerlegt. ‘Je moet van alles, bijvoorbeeld van het gas af’, merkt een ondernemer op. ‘Maar er is niet altijd een alternatief of het stroomnet is vol. Dat vergroot je risico om niet de juiste keuze te maken.’ Dat maakt een dilemma bijna een catch22: ondernemers kunnen geen kant op. Dat soort verplichtingen plus de krapte op de arbeidsmarkt leiden bovendien ook tot allerlei extra uitdagingen. Zo zegt Peter Weevers, directeur van WeeversNieuwstad, groothandel in landbouwvoertuigen en -machines in de Flevopolder: ‘Ik wil graag goede mensen binnenhalen en -houden, maar vaak willen ze zelf zzp’er worden. Dan kan ik voet bij stuk houden, maar uiteindelijk ga ik toch overstag.’ Ook hij wil verduurzamen en zonnepanelen op het dak van zijn bedrijfspanden laten leggen, maar hij vreest dat de verzekering moeilijk gaat doen. ‘Moet ik dan een stuk grond kopen om daar zonnepanelen te plaatsen? Want ondertussen wil de overheid – en de samenleving – wel dat ik verduurzaam.’ Andere respondenten merken op dat de economische onzekerheid voor ondernemers wordt versterkt door de huidige politieke situatie. En dat de snelheid van veranderingen sowieso een grote rol speelt. ‘Vroeger was de markt voorspelbaar’, zegt John Martens, directeur van een bouwgerelateerd bedrijf in Oosterhout. ‘Dat is niet meer zo. En dat is niet alleen een probleem voor het bedrijfsleven, maar ook voor de overheid.’ 

Vergrootglas
Dat bedrijfsleven voelt meer dan ooit de druk van de buitenwereld. Ondernemers hebben het gevoel onder een vergrootglas te liggen. Bij de politiek én bij de burger. Alles wat ze doen wordt meteen van een moreel oordeel voorzien, verzucht een van de ondernemers. Wat ertoe leidt dat ondernemers zich niet altijd begrepen voelen. ‘Elke afwijking van perfectie wordt als fout ervaren. Er moet altijd een schuldige gevonden worden. De maatschappij kan niet meer omgaan met risico en pech.’ Terwijl ondernemen juist hand in hand gaat met het nemen van die risico’s, met de kans op falen. Er heerst bovendien een beeld dat ‘bedrijven graaiers zijn en niet willen veranderen, en dat er dus meer belastingen en regels nodig zijn’, merkt een ondernemer op. ‘Veel mensen denken dat directeuren allemaal met dikke salarissen naar huis gaan. Wat [zeker] bij het mkb echt niet zo is.’ Een ander noemt de ‘verharding’ van het maatschappelijk debat.  

Deze negatieve beeldvorming van het bedrijfsleven zien ondernemers als tweede belangrijke oorzaak van de groei van dilemma’s. In hun besluitvorming houden zij dan ook rekening met het oordeel van de samenleving; 72 procent zegt dat te doen. Die negatieve beeldvorming maakt het ondernemen er niet makkelijker op. Net als de kans negatief in de krant te komen, zegt een meerderheid van de ondernemers. Ook op sociale media, waar de nuance al snel uit het oog wordt verloren en mikpunten in korte tijd veel aandacht krijgen.

Leg uit
Ondernemers denken dat het in dat verband wel kan helpen om de dilemma’s waar ze mee worstelen te delen met de buitenwereld, en uit te leggen hoe ze tot hun besluiten komen. 69 procent doet dat wel eens, en 12 procent altijd. Sommigen weigeren dat. Zoals Barry de Wit, eigenaar van schoonmaakbedrijf Barrista Facilitair in Steenbergen. ‘Ik vaar mijn eigen koers, want ik heb 35 mondjes te voeden. Daar ben ik zeven dagen per week verantwoordelijk voor. Dus kom bij mij niet aan met opmerkingen dat alle ondernemers miljonair zijn.’ Een ander hekelt de ‘negatieve framing van het bedrijfsleven door met name linkse partijen. Elke keer worden de miljardenwinsten genoemd, terwijl die slechts bij een handjevol bedrijven worden verdiend.’ Ook is er minder vertrouwen in de media. ‘De nieuwsgaring is eenzijdig, zonder enig onderzoek. Geen hoor en wederhoor. Ik mis de feiten.’ Toch heeft de buitenwereld wel een idee van de dilemma’s waarmee ondernemers worstelen, denkt een meerderheid. Sommige ondernemers zijn daar sceptisch over: ‘Als je zelf geen bedrijf hebt, snap je het niet.’ En: ‘De man in de straat heeft nog geen enkel idee wat de energietransitie voor de industrie betekent.’ Een minderheid denkt zelfs dat er tegenwoordig meer maatschappelijke waardering is voor de worsteling van ondernemers: 30 procent, tegenover 44 procent die het niet eens is met die stelling. Dus daar ligt nog een uitdaging. Of zoals een ondernemer zegt: ‘Wij draaien het om: bedreigingen worden kansen, en die benoemen we in de communicatie naar buiten.’ 

Dealen met afkeur
Zo hebben ondernemers niet alleen met (meer) dilemma’s en overheidsregels te maken, maar ook met een samenleving die kritisch – en ook afkeurend – naar het bedrijfsleven kijkt. Ze hebben er maar mee te dealen. Dat doen ze overigens niet in hun eentje. Ze bespreken hun problemen en zorgen met anderen. Opvallend: iets vaker met andere ondernemers dan met hun eigen medebestuurders. De medewerkers en de familie worden minder vaak geraadpleegd. ‘Mijn partner heeft een bedrijf dat net een slag groter is. We sparren veel over dit soort zaken’, zegt een ondernemer. Een ander bespreekt dilemma’s ‘juist met mensen buiten het bedrijf. Dat geeft vaak een nuchtere blik.’ En één respondent verwacht zijn dilemma’s op de Bilderbergconferentie te kunnen delen. Want los van de vraag of dat iets bruikbaars oplevert (hopelijk wel): gedeelde smart is halve smart.


Dit is een artikel van VNO-NCW.