Waterstofhubs zijn nodig, een Stappenplan

Waterstof krijgt in de verduurzamingsopgaven van bedrijven en de overheidsdoelen een steeds grotere rol. De voorziene hoofdbuisleidingensysteem (backbone) voor waterstof gaat de grote afnemers van waterstof voorzien, maar komt niet overal in Nederland. Hoe komen andere industrieën, bedrijven en logistieke hotspots dan aan waterstof? Regionale waterstofhubs vormen hierop het antwoord. Buck Consultants International onderscheidt 5 stappen om tot zo’n waterstofhub te komen.

BCI heeft op basis van haar ervaringen met gebiedsontwikkeling, verduurzamingsvraagstukken (waaronder waterstoftoepassingen), Clean Energy Hubs en laadinfrastructuur een stappenplan ontwikkeld. Dit stappenplan biedt inzicht in de acties die lokale overheden, provincies en private partijen gezamenlijk moeten nemen om tot een waterstofhub te komen.

Multimodale knooppunten worden vaak niet ontsloten door de waterstofbackbone
De grote industriële complexen en zeehavens zullen door de waterstofbackbone ontsloten worden. Wanneer het zware en lange afstandsvervoer overstapt op waterstof (trucks, binnenvaart en misschien spoor) zal ook voldoende aanbod van waterstof op de logistieke knooppunten aanwezig moeten zijn. Naast veel industriële bedrijven, worden ook deze lang niet allemaal door de backbone ontsloten (figuur 1). Zij moeten dus op een andere manier waterstof geleverd krijgen. BCI verwacht dat regionale energiehubs of waterstofhubs daarbij een rol gaan spelen. Dit zijn locaties waar productie, opslag, transport en gebruik van waterstof op regionale schaal met veel inspanningen bij elkaar gebracht worden.

Stappenplan Waterstofhub
BCI heeft onderstaand stappenplan ontwikkeld voor het realiseren van deze waterstofhubs.

Stap 1: Bepalen rol van waterstof in multimodale ketens
Waterstof kan verschillende rollen hebben in multimodale ketens: gebruik als grondstof voor industrie, brandstof voor modaliteiten, productie, opslag en transport. Als waterstof lokaal wordt geproduceerd (liefst met lokaal opgewekte zonne- of windenergie) moet dat ook lokaal worden opgeslagen en getransporteerd. Als waterstof niet of onvoldoende lokaal wordt geproduceerd, wordt waterstof vanaf de zeehavens of andere regio’s aangevoerd. Dat kan op de lange termijn via regionale buisleidingen, die op de backbone worden aangesloten. Tot die tijd wordt waterstof (al dan niet via waterstof dragers zoals ammoniak) aangevoerd met truck, binnenvaart of spoor en moet de waterstof worden overgeslagen. Het is belangrijk om voor de regio scherp te krijgen welke van deze rollen in meer of meerdere mate nodig zijn om aan de verwachte vraag te kunnen voldoen.

Stap 2: Selectie van hub locaties
Wanneer in beeld is welke rollen waterstof in de regio kan spelen, moet geïnventariseerd worden welke stakeholders die rollen kunnen invullen. Denk bijvoorbeeld aan potentiële afnemers van de waterstof, opweklocaties voor groene elektriciteit (bijvoorbeeld daken van warehouses op bedrijventerreinen), tanklocaties voor modaliteiten (bus, truck, auto, binnenvaart, etc.), productielocaties, opslag locaties, overslaglocaties etc. Zijn deze partijen al in de regio aanwezig (bijvoorbeeld multimodale hubs)? Welke partij wil welke rol op zich nemen? Daarnaast moet worden bepaald hoe groot de potentiële volumes aan waterstof zullen zijn en hoe de logistieke ketens daarvan er uit gaan zien (vervoer via buisleidingen of via tube trailers of containers, benodigde tussen opslag, afnemers, etc). Op basis van deze inventarisatie wordt bepaald op welke locaties in de regio een waterstofhub met de benodigde faciliteiten ontwikkeld kan worden. Indien er meerdere locaties zijn, kan op basis van belangrijke criteria (o.a. beschikbare kavelgrootte, grondprijzen, ontsluiting, reeds bestaande faciliteiten etc.) aan de hand van een afwegingskader een keuze gemaakt worden (BCI heeft hiervoor een afwegingskader ontwikkeld).

Stap 3: Vaststellen specificaties hub op locatieniveau
Nu een eerste beeld van de waterstofhub is ontstaan, dienen de specificaties voor de betreffende hub in detail gedefinieerd te worden. Per activiteit wordt uitgewerkt wat het ruimtegebruik zal zijn, welke faciliteiten nodig zijn en welke randvoorwaarden daarbij gelden. Denk hierbij aan zowel benodigde infrastructuur (wegen, elektriciteitsvoorzieningen, etc), maar ook aan veiligheidsafstanden en milieueisen. BCI heeft voor verschillende verschijningsvoren, die bij de energietransitie naar voren komen, een impact analyse uitgevoerd. Dit overzicht kan als leidraad worden gebruikt.

Met de betrokken partijen wordt bepaald welke investeringen nodig zijn en hoe het exploitatiemodel van de faciliteiten eruit gaat zien, ook wordt bepaald welke onderdelen van de hub inkomsten gaan genereren en aan de hand van de volumes hoeveel dat kan zijn. De business case wordt daarmee duidelijk. In deze fase kan voor de publieke stakeholders een maatschappelijke kosten baten analyse worden gemaakt, zodat de maatschappelijke toegevoegde waarde van de faciliteiten aangetoond worden. Dat is immers bij publieke financiering vaak een belangrijke voorwaarde.

Stap 4: Coalitievorming
Om tot realisatie van de hub te kunnen komen moeten partijen in deze fase eerst met elkaar formelere afspraken maken over taken en verantwoordelijkheden. Belangrijk bij een succesvolle ontwikkeling is dat private partijen de trekkers worden. Met elkaar kan gekozen worden voor individuele ontwikkeling van faciliteiten (ieder ontwikkelt zijn eigen faciliteit), collectief (een aantal faciliteiten worden gezamenlijk ontwikkeld) of de hub direct op grote schaal te ontwikkelen. De rol van overheden hoeft hierbij niet altijd direct financieel (subsidies) te zijn. Het kan soms effectiever zijn wanneer zij faciliterend zijn bij procedures, ruimtereserveringen en voorwaardenscheppend opereren door bijvoorbeeld aanleg van infrastructuur en uiteindelijk misschien de launching customer worden of garant staan bij leningen. Lokale overheden of provincies kunnen bijvoorbeeld de OV-bussen op waterstof laten rijden met waterstof geleverd door de regionale waterstofhub. De formele samenwerking tussen alle stakeholders wordt vastgelegd in een Letter of Intent.

Stap 5: Naar realisatie: ontwikkelingsplan
Om tot realisatie te komen is tot slot een concreet ontwikkelplan nodig, waarin is uitgewerkt hoe de hub gerealiseerd wordt en door wie, welke planning daarbij hoort en hoe de financiering georganiseerd is. Met dat concrete ontwikkelingsplan kan het samenwerkingsverband actief aanvragen doen voor (Europese) fondsen, zoals CEF, DEI+, SDE++ etc. Per onderdeel kan de financiering op een andere manier georganiseerd worden. Ook kunnen publiek-private financieringsconstructies gezocht worden. Banken staan daar tegenwoordig steeds meer voor open.

Zodra de financiering rond is, wordt gestart met realisatie. Bij deze fase is het van groot belang om tijdig met de ruimtelijke- en milieuprocedures te beginnen. Deze procedures kunnen namelijk enkele jaren in beslag nemen.

Actie is nodig
Om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen zijn waterstofhubs in het binnenland noodzakelijk. Nauwe samenwerking tussen stakeholders (zowel publiek als privaat) is nodig om zo’n waterstofhub te realiseren. Zij moeten samen de strategie bepalen en duidelijk de verschillende rollen afspreken. Voor de ontwikkeling van zo’n waterstof hub is tijd nodig. Om toch tijdig aan de klimaatdoelstellingen te kunnen gaan voldoen, is daarom nu al actie nodig!


Dit is een artikel van Buck Consultants International. Lees het hele artikel op hun website en download daar ook de presentatie: Stappenplan Waterstofhub in Multimodale Ketens.