Fysieke overbelasting medewerkers distributiecentrum: simpele aanpassingen, grote impact

Er gaat nog altijd teveel en te vaak mis in distributiecentra. Vooral fysieke overbelasting van medewerkers blijft een hardnekkig probleem. De oplossingen liggen voor het grijpen zonder dat je meteen je portemonnee hoeft leeg te schudden. Ewout Brehm van Buro Fysieke Arbeid zet de belangrijke (quick) wins op een rij.

Medewerkers van de zes grootste pakketbedrijven in ons land worden te zwaar belast, constateerde de Arbeidsinspectie recent. En eist daarom maatregelen om die belasting te reduceren. Het voorbeeld staat niet op zich. Fysieke overbelasting is één van de drie grootste oorzaken van werk gerelateerd ziekteverzuim in Nederlandse distirbutiecentra, naast val- en aanrijdingsgevaar. Inspecteurs van de Nederlandse Arbeidsinspectie zien vaak fysieke overbelasting van werknemers bij het laden en lossen van goederen, picken en inpakwerkzaamheden.

Een zorgelijk feit, dat niet voortkomt uit onwilligheid van mensen of bedrijven, maar vaak uit onwetendheid, meent Brehm. “Natuurlijk hebben we richtlijnen bijvoorbeeld niet boven de 23 kilo tillen. Maar het lastige is dat veel bedrijven niet altijd precies op de radar hebben welke werkzaamheden nou belastend zijn. In veel warehouses liggen producten die niet zo zwaar zijn als 23 kilo. Maar alleen het gewicht is niet bepalend voor fysieke belasting. De frequentie hoe vaak je een bepaald product moet tillen en de duur van die werkzaamheden spelen ook een hele belangrijke rol. De locatie/hoogte waarvandaan je het product moet picken of neer moet leggen is ook essentieel. Bij te hoog (boven je hoofd) of onder kniehoogte nemen de risico’s op overbelasting gelijk toe.”

Inventarisatie
Brehm adviseert daarom bedrijven om zich niet blind te staren op het gewicht van de goederen. Er zijn heel veel factoren die meewegen qua belasting. En dat wordt pas duidelijk op het moment dat je daar als bedrijf dieper in duikt, aldus de specialist fysieke belasting. “We moeten er voor zorgen dat elk bedrijf dat fysiek werk heeft, een risico-inventarisatie en evaluatie gericht op fysieke belasting heeft. Dat is uiteindelijk ook wettelijk verplicht, dus dat moeten we voor elkaar hebben.”
Het vergroten van die bewustwording en kennis begint bij de preventiemedewerker, die verplicht is (zie kader) voor ieder bedrijf om te hebben. “Die preventiemedewerker moet je natuurlijk goed uitrusten want hij heeft veel op zijn bordje.

Psychosociale arbeidsbelasting
Naast fysieke belasting moet je ook denken aan psychosociale arbeidsbelasting.” Wat betreft fysieke belasting pleit Brehm ervoor dat de werkgever of de preventiemedewerker als eerste stap een quickscan maakt van de risico’s. “Dat kost niks en is heel gemakkelijk te doen via de website van TNO. TNO heeft een checklist fysieke belasting en als je die doorloopt, zie je direct welke werkzaamheden qua fysieke belasting ok zijn en welke niet of in de gevarenzone zitten. Dat is dus een hele simpele manier om snel je eigen handelen, je eigen bedrijf door te lichten zonder dat je daar überhaupt een euro voor hoeft te betalen.”

Als tijdens die quickscan handelingen naar voren komen die niet goed scoren, dus overmatige fysieke belasting, dan is het raadzaam die te noteren in de risico revitalisatielijst en een verdiepend onderzoek te doen. Zo’n onderzoek is niet voor iedereen weggelegd. Raadzaam is om daar een specialist voor in te huren die daarin kan ondersteunen. Tijdens dat onderzoek worden de pijnpunten blootgelegd en oplossingen aangedragen om de belasting te verminderen.

TOP-strategie
Brehm adviseert bedrijven aan de slag te gaan volgens de TOP strategie. De T staat voor technische aanpassingen de O staat voor organisatorische aanpassingen en de P staat voor persoonlijke aanpassingen. “Je moet die aanpak ook op die manier doorlopen, dus denk eerst na over welke technische maatregelen je kunt nemen om die belasting weg te halen. Bij technische maatregelen kan je denken aan automatisering, robotisering. Er zijn plekken in het proces die niet geautomatiseerd kunnen worden vanwege de aard, omvang of gewicht van de goederen. Of omdat je de financiële slagkracht niet hebt. Voor kleinere bedrijven is dat vaak een uitdagend verhaal. De tweede optie is dan de oplossing te zoeken aan de organisatorische kant. kijken. Een hele belangrijke oplossing is afwisseling van werkzaamheden of de taakregulatie. “Acht uur lang hetzelfde werk doen geeft een hoger risico op overbelasting. Wanneer je orderpicking kunt afwisselen met inpakwerkzaamheden of met ontvangstwerkzaamheden, in ieder geval met minder belastende taken verlaagt dat de risicoscore. Natuurlijk moeten de medewerkers die andere taken ook willen en kunnen doen. Dus dat vraagt aandacht voor mensen breed inzetbaar maken en dat kost tijd. Zeker als het gaat om hef- en reachtrucks chauffeur. Je kunt immers niet zo maar een orderpicker in die machines laten rondrijden.”

Persoonlijke aanpassingen
En wat als sommige mensen juist heel goed zijn in een bepaalde taak en dus erg productief? Dan komt de P van persoonlijke aanpassingen om de hoek kijken. Een exoskelet is zo’n mogelijke hulpmiddel. Bij duurbelasting (dus langdurig in een belastende houding) kan dit systeem werken, maar een logistieke omgeving is vaak te dynamisch om het als prettig te ervaren, stelt Brehm. “Als dat zo is kan je ook denken aan een orderpicktruck die op hoogte gezet kan worden waardoor de pallet op heuphoogte kan worden gezet en het werk dus verlicht.” Persoonlijke aanpassing houdt volgens Brehm ook in dat de medewerkers kennis en vaardigheden tot zich krijgen. Het is raadzaam iemand als teamleider of iemand op de werkvloer te hebben die verstand van zaken heeft qua fysieke belasting en in het werkproces daar aandacht voor heeft. “Mensen die anderen kunnen coachen als ze bezig zijn, want de regels worden snel vergeten in de hectiek van het werk.”

Gevarenzones
Het laden en lossen van containers (loose load) is een hotspot als het aankomt op fysieke overbelasting. “Dat is wel een plek waar je echt moet zorgen dat mensen goede afwisseling hebben qua werkzaamheden en of dat je genoeg mensen hebt die het zware werk kunnen rouleren. Dat vergt uitdaging op het gebied van personeelsplanning. Ik ken ook bedrijven die de krachten verdelen. Zij weten wanneer de producten binnenkomen en het zware werk doen ze met het hele bedrijf. Kwestie van een organisatorische aanpassing.”

Karren en sealen containers
Een onderschatte fysieke belasting is het trekken en duwen van karren. Uiteindelijk zit de belastingpiek bij de aanzetkracht, het moment dat je iets in beweging moet brengen. Ook daar zijn grenswaarden voor, die mede worden bepaald door de frequentie van de werkzaamheden. Hulpmiddelen als hef- en reachtrucks, elektrische palletwagens zie je steeds meer om zware karren in beweging te brengen. Of een containertrekker als het een rolcontainer betreft.
Het sealen van rolcontainers is ook een potentiële hotspot als dit werk handmatig gebeurt. Het is vooral de houding in combinatie met de hoogte en de het gewicht van de rol die voor problemen zorgen. “Je begint laag, dus de medewerker staat krom voorover gebogen en moet constant draaien rondom de rolcontainer. Dat draaien in combinatie met die houding geeft teveel belasting als het te vaak en te lang moet gebeuren.”

Nekbelasting reachtruckers
Nekbelasting is een risico voor reachtruck chauffeurs. Het draaien omhoog en het langdurig kijken naar de lepels kan serieus klachten geven. Werken met een camera kan een oplossing zijn. “Daarmee beperk je de duur van het gedraaid omhoog kijken al voor een deel. Een ander gevaar is onderbelasting doordat hef- en reachtruck chauffeurs te lang achter elkaar op de stoel zitten. “Ze krijgen simpelweg te weinig beweging. Afwissing in taken kan en simpele oplossing zijn.”
De reductie van fysieke belasting in het dc begint met goede voorlichting en training. “Zwemmen leer je ook niet door een A4’tje op te hangen met uitleg.” Het advies van Brehm advies is om niet alleen theoretisch iets te vertellen, maar daar ook praktisch een vervolg aan te geven. En dat moet structureel zijn. “Met één keer vertellen dat je stevig op twee benen moet staan als je tilt, of dichtbij de doos moet staan red je het niet. Er blijven genoeg uitdagingen. De kunst is om dat stapje voor stapje te willen doen.”

*Elk bedrijf moet ten minste één medewerker aanwijzen als preventiemedewerker. Het bedrijf mag pas iemand van buiten aanstellen als de werkzaamheden te complex worden voor de preventiemedewerker. Heeft een bedrijf maximaal 25 werknemers in dienst, dan mag de werkgever zelf de preventiemedewerker zijn.
Bron: Arboportaal.nl

Dit is een artikel van Warehouse Totaal.